RECHTBANK ROERMOND
Sector bestuursrecht, enkelvoudige kamer
Procedurenummer: AWB 09 / 1242
Uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met toepassing van artikel 8:54 van de Awb
[naam eiseres] te [woonplaats], eiseres,
gemachtigde [naam gemachtigde],
het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weert, verweerder.
1.1. Bij besluit van 25 augustus 2009, verzonden op 28 augustus 2009, heeft verweerder het door eiseres ingediende bezwaar tegen de fictieve weigering een hernieuwd besluit te nemen op grond van de uitspraak van de rechtbank Roermond van 20 februari 2004 niet-ontvankelijk verklaard. Voornoemde uitspraak had betrekking op het verzoek handhavend op te treden tegen het handelen in strijd met de verleende monumentenvergunning voor het pand [straatnaam + huisnummer] te [plaatsnaam].
1.2. Tegen het besluit van 25 augustus 2009 is namens eiseres bij faxbericht van
2 september 2009 beroep ingesteld.
1.3. De rechtbank heeft ambtshalve besloten om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:52 van de Awb. Hiervan zijn partijen bij brieven van 3 september 2009 in kennis gesteld.
1.4. De door verweerder ter uitvoering van artikel 8:42 van de Awb ingezonden stukken en het verweerschrift zijn in afschrift aan de gemachtigde van eiseres gezonden.
2.1. Ingevolge artikel 8:54 van de Awb kan de rechtbank, totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, het onderzoek sluiten indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is omdat zij kennelijk onbevoegd is, dan wel het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
2.2. De rechtbank acht in dit geval termen aanwezig om van vorenbedoelde bevoegdheid gebruik te maken.
2.3. Bij besluit van 21 mei 2002 is door verweerder op grond van artikel 11 van de Monumentenwet 1988 aan de Stichting tot behoud en herstel van cultureel erfgoed Weerterland i.o. een vergunning verleend voor het restaureren en verbouwen van het pand [straatnaam + huisnummer] te [plaatsnaam].
2.4. Bij schrijven van 24 april 2003 is namens eiseres verzocht om handhavend op te treden tegen het verbouwen in strijd met de verleende vergunning. Vervolgens is namens eiseres bij schrijven van 23 juni 2003 bij verweerder een bezwaarschrift ingediend.
2.5. Bij besluit van 11 december 2003 is voornoemd bezwaar ongegrond verklaard. Tegen dit besluit is destijds namens eiseres een beroepschrift en een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend bij deze rechtbank.
2.6. Bij uitspraak van 20 februari 2004 is het beroep gegrond verklaard, het besluit op bezwaar vernietigd en met toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Awb bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven.
2.7. Bij brief van 22 juni 2009 is namens eiseres een bezwaarschrift ingediend tegen de fictieve weigering een hernieuwd handhavingsbesluit te nemen op grond van de uitspraak van deze rechtbank van 20 februari 2004.
2.8. Bij het thans in geding zijnde besluit van 25 augustus 2009 heeft verweerder het namens eiseres ingediende bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
2.9. De rechtbank dient te beoordelen of het bestreden besluit van 25 augustus 2009 de rechterlijke toets kan doorstaan.
2.10. Zoals hierboven reeds is vermeld, heeft deze rechtbank bij uitspraak van 20 februari 2004 het beroep gegrond verklaard en het besluit op bezwaar vernietigd. De rechtbank heeft in voornoemde uitspraak daarnaast overwogen dat verweerder in redelijkheid van handhavend optreden door middel van sancties heeft kunnen afzien. De rechtbank heeft tevens geconcludeerd dat een door verweerder opnieuw te nemen besluit op het bezwaar materieel dezelfde uitkomst zal moeten hebben als het bij de uitspraak vernietigde besluit. Daarom is met toepassing van artikel 8:72 lid 3 van de Awb bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven.
2.11. Nu de rechtbank heeft besloten de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten, behoefde verweerder geen nieuw besluit te nemen. De rechtbank wijst in dit kader op de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 augustus 2008 (LJN: BE9279, i.h.b. r.o. 2.12.), 16 juli 2008 (LJN: BD7395, i.h.b. r.o. 2.8.) en 23 mei 2007 (LJN: BA5495, i.h.b. r.o. 2.14.). Er kan bijgevolg geen sprake zijn van een fictieve weigering om een hernieuwd besluit te nemen.
2.12. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder bij het besluit op bezwaar van 25 augustus 2009 terecht en op goede gronden heeft besloten tot niet ontvankelijkheid van dat bezwaar. Het vorenstaande voert tot het oordeel dat het tegen het bestreden besluit ingestelde beroep voor ongegrond moet worden gehouden. Een en ander heeft tot gevolg dat de rechtbank niet zal ingaan op hetgeen partijen inhoudelijk verdeeld houdt.
2.13. Beslist wordt mitsdien als aangegeven in rubriek 3.
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door mr.drs. E.J. Govaers in tegenwoordigheid van J.B.J.C.L. Caelers-Sijbers als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2009
w.g. A. Caelers-Sijbers,
griffier w.g. E.J. Govaers,
rechter
Voor eensluidend afschrift:
de griffier,
verzonden op: 22 oktober 2009
AC
Tegen deze uitspraak staat het rechtsmiddel verzet open. Indien u daarvan gebruik wenst te maken, dient u binnen zes weken na dagtekening van de verzending van het afschrift van deze uitspraak, een verzetschrift aan deze rechtbank (p.a. Rechtbank Roermond Postbus 950, 6040 AZ Roermond) te zenden. Daarin vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt. Tevens gelieve u aan te geven of u wel/niet in de gelegenheid gesteld wilt worden over het verzet te worden gehoord.