ECLI:NL:RBROE:2009:BJ4342
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in strafzaak tegen minderjarige verdachte
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 31 juli 2009, stond de verdachte terecht voor twee feiten van diefstal. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, geboren op 6 mei 1990, ten tijde van het eerste feit, gepleegd op 4 februari 2008, nog minderjarig was. Hierdoor was de rechtbank niet bevoegd om kennis te nemen van het eerste feit, aangezien de verdachte niet als minderjarige was gedagvaard. De officier van justitie had ter terechtzitting van 14 juli 2009 gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken van het tweede feit, dat betrekking had op een diefstal van een auto op 1 op 2 november 2008. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij dit tweede feit, enkel het aantreffen van zijn DNA op een peuk in de gestolen auto was niet voldoende om zijn betrokkenheid te bewijzen. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd voor het eerste feit en sprak de verdachte vrij van het tweede feit. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. P.C.M. Müller, en vond plaats tijdens een openbare terechtzitting.