ECLI:NL:RBROE:2009:BJ1081
Rechtbank Roermond
- Kort geding
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor vakantie naar Bosnië met minderjarige
In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, vervangende toestemming gevraagd om met haar minderjarige kind naar Bosnië te reizen van 25 juli 2009 tot en met 6 september 2009. De man, gedaagde, is gedetineerd en heeft aanvankelijk toestemming gegeven voor de reis, maar deze later ingetrokken vanwege zorgen over de omgangsregeling en de veiligheid van het kind. De vrouw heeft aangegeven dat zij geen intentie heeft om in Bosnië te blijven en dat zij de veiligheid van het kind kan waarborgen. De man vreest echter voor represailles van de Bosnische autoriteiten vanwege zijn uitlevering wegens oorlogsmisdaden. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de kort gedingprocedure. De rechter heeft het verweer van de man niet onderbouwd geacht en heeft de vrouw toestemming verleend om met het kind naar Bosnië te reizen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 29 juni 2009.