RECHTBANK ROERMOND
Sector kanton
Zaaknummer: 231153 \ MU VERZ 08-3060
CJIB-nummer: [nummer]
Adm.-nummer: B28502
Kenteken: [nummer]
Beschikking van de kantonrechter te Roermond d.d. 18 maart 2009.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Op 23 december 2008 is ter griffie van de rechtbank een beroepschrift ontvangen, ingediend door mr. C.M.J.E.P. Meerts, kantoorhoudende te 6099 CS Beegden aan de Duinenberg 6, namens de betrokkene [betrokkene], wonende te [woonplaats] aan het [adres], ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met
CJIB-nummer [nummer].
1.2. Betrokkene en diens gemachtigde zijn hoewel daartoe bij brief van de griffier van
21 januari 2009 opgeroepen, niet verschenen ter openbare terechtzitting van 3 maart 2009.
1.3. Bij fax van 25 februari 2009 heeft mr. Meerts aangegeven dat zijdens betrokkene niemand ter mondelinge behandeling zal verschijnen.
1.4. Betrokkene heeft een beschikking ontvangen ter zake het stilstaan binnen 12 meter van het bord bushalte, zonder een geblokte markering.
De gedraging heeft plaatsgevonden op 25 juli 2008 te Baexem rijdende over de Rijksweg met een personenauto met bovengenoemd kenteken.
1.5. De vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie heeft gepersisteerd bij de inhoud van de beschikking.
2. Het oordeel van de kantonrechter
2.1. Het ingestelde beroep is ontvankelijk.
2.2. Mr. Meerts heeft gesteld dat het instellen van het beroep is voortgekomen uit het ontbreken van een adequate motivering van de beslissing van de officier van justitie.
Mr. Meerts heeft alle eerder aangevoerde gronden ingetrokken met uitzondering van de grond dat er geen sprake is van een bushalte.
Op de locatie waar betrokkene is gestopt bevindt zich binnen een afstand van 12 meter geen bushalte.
Een bushalte wordt aangegeven door middel van het verkeersbord L3 van bijlage I van het RVV 1990. De nieuwe zuilen van vervoersbedrijf Veolia kunnen niet zelfstandig worden gebruikt als aanduiding voor een halte.
Tenslotte heeft de gemachtigde nog verzocht om toekenning van een kostenvergoeding.
2.3. Artikel 23 eerste lid onder e van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) geeft aan dat de bestuurder zijn voertuig niet mag laten stilstaan bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering dan wel, ingeval die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord.
2.4. Uit artikel 23 RVV 1990 volgt dan ook dat een bushalte eerst een bushalte is indien deze wordt gekenmerkt door het verkeersbord L3 (bushalte/tramhalte) van bijlage I van het RVV 1990.
2.5. De stelling van mr. Meerts, dat het bord L3 ter plaatse is vervangen door de - thans in geheel Midden-Limburg bekende - ronde paal/zuil van het vervoersbedrijf Veolia, komt de kantonrechter aannemelijk voor.
Door de vertegenwoordigster van het Openbaar Ministerie wordt niet gesteld dan wel aangetoond dat er ter plaatse wél nog sprake is van het bord L3.
Dat er daadwerkelijk sprake is van een (bus)halte en dat deze ook als zodanig herkenbaar is voor reizigers, mede door de nieuwe paal/zuil van Veolia, kan dan wel zo zijn, maar dit houdt niet automatisch in dat het een bushalte betreft in de zin van het RVV 1990.
Dat het derhalve ter plaatse niet is toegestaan om, zoals bepaald in artikel 23 RVV 1990, stil te staan is de kantonrechter in deze zaak niet gebleken.
2.6. De kantonrechter zal het beroep van betrokkene derhalve geheel gegrond verklaren en de bestreden beschikking vernietigen.
2.7. De gemachtigde van betrokkene heeft verzocht om toewijzing van een
kostenvergoeding.
2.8. De vergoeding van kosten is in het Besluit proceskosten bestuursrecht forfaitair per proceshandeling vastgesteld. De gemachtigde van betrokkene heeft de volgende proceshandelingen verricht: het indienen van een administratief beroep bij de CVOM te Utrecht en het indienen van een beroepschrift bij de kantonrechter. Blijkens de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht moet aan het indienen van de beroepschriften telkens een punt worden toegekend. De waarde per punt is EUR 322,00.
2.9. Gelet op de (eenvoudige) aard van de zaak past de kantonrechter de wegingsfactor 0,50 (gewicht van de zaak = licht) toe.
2.10. Derhalve zal de kantonrechter de officier van justitie veroordelen in de kosten tot een bedrag van EUR 322,00 (= 2 punten x EUR 322,00 x 0,50).
3. De beslissing
3.1. Verklaart het beroep van betrokkene geheel gegrond.
3.2. Vernietigt de bestreden beschikking.
3.3. Bepaalt dat de gestelde zekerheid ad EUR 60,00 geheel aan betrokkene zal worden terugbetaald.
3.4. Bepaalt de vergoeding van de proceskosten van betrokkene op een bedrag van
EUR 322,00 en bepaalt dat dit bedrag dient te worden voldaan door overmaking op rekeningnummer 10.40.40.025 ten name van Meerts Belastingadvies en Rechtsbijstand B.V. te Beegden onder vermelding van de kenmerken van de zaak.
Aldus gegeven door mr. G.M.P. Brouns, kantonrechter te Roermond, en ter openbare terechtzitting van 18 maart 2009 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum verzending:
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de onder de beschikking vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
a) de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan EUR 70,00 bedraagt, of
b) het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift moet tijdig worden ingediend bij de rechtbank, sector kanton, locatie Roermond en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift om een zitting wordt gevraagd om uw standpunt mondeling toe te lichten.
Artikel 23, eerste lid, RVV 1990; niet toegestaan een voertuig te laten stilstaan bij een bushalte.
Een bushalte wordt gekenmerkt door het verkeersbord L3 van bijlage I van het RVV 1990.
Bord L3 ter plaatse vervangen door de ronde paal/zuil van het vervoersbedrijf Veolia.
Dat het ter plaatse niet is toegestaan om stil te staan is de kantonrechter in deze zaak niet gebleken.