zaaknummer / rolnummer: 91304 / KG ZA 09-7
Vonnis in kort geding van 19 februari 2009
de vennootschap naar buitenlandsrecht
C MORE ENTERTAINMENT AB,
gevestigd te SE-115 84 Stockholm, Zweden,
eiseres,
advocaat mr. R.J.M. Hermans,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MYP2P HOLDING B.V.,
gevestigd te Beegden, gemeente Maasgouw,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MYP2P B.V.,
gevestigd te Beegden, gemeente Maasgouw,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MYP2P MANAGEMENT & BEHEER B.V.,
gevestigd te Beegden, gemeente Maasgouw,
4. [gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaten mr. Chr. A. Alberdingk Thijm en mr. D.M. Linders.
Eiseres zal hierna C More genoemd worden en gedaagden zullen gezamenlijk Myp2p c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de akte houdende vermeerdering van eis van C More
- de akte houdende aanvullende producties 16 tot en met 22 van C More
- de akte houdende aanvullende producties 23 tot en met 25 van C More
- de conclusie van antwoord in kort geding van Myp2p c.s.
- de brief van 4 februari 2009 met productie 11 van Myp2p c.s.
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van C More
- de pleitnota van Myp2p c.s. met bijlagen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. C More zendt via digitale televisiekanalen en via online uitzendingen onder het merk Canal+ onder meer diverse sportprogramma's c.q. sportwedstrijden uit. C More richt zich met deze uitzendingen in beginsel op de Noord-Europese landen Zweden, Noorwegen, Finland en Denemarken.
2.2. Myp2p Holding BV houdt zich bezig met het verhuren van domeinen, waaronder <myp2p.eu>, <myp2p.us> en <myp2p.nl>. Myp2p BV is de werkmaatschappij die internetsite(s) exploiteert. Myp2p Management & Beheer BV is een houdstermaatschappij, waarvan Bob Jurjus enig bestuurder is. Myp2p c.s. richt zich met haar activiteiten onder de Myp2p websites op een wereldwijd publiek. Via de Myp2p websites kan het publiek onder meer beeldmateriaal van sportwedstrijden zien.
3.1. C More vordert - na vermeerdering van eis (waartegen Myp2p c.s. geen bezwaar heeft gemaakt) - overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding en de wijzigingen daarop zoals vermeld in de akte vermeerdering van eis, welke stukken (zonder bijlagen) aan dit vonnis zijn gehecht.
3.2. C More heeft haar vorderingen gebaseerd op de stellingen dat Myp2p c.s. met haar activiteiten inbreuk maakt op aan C More toekomende auteursrechten en/of naburige rechten danwel dat Myp2p c.s. jegens C More onrechtmatig handelt. Myp2p c.s. heeft onder meer die stellingen gemotiveerd betwist.
3.3. Op de overige stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de onderhavige zaak zich niet leent voor een behandeling in kort geding. De redenen voor dit oordeel zijn de volgende.
4.2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de zaak voor behandeling in kort geding zowel feitelijk als juridisch te complex is. Aan verschillende discussiepunten zijn zowel feitelijke als juridische aspecten te onderkennen zoals bijvoorbeeld het geschil over de vraag of C More auteursrechthebbende is (naar Nederlands danwel Deens, Fins, Noors, Zweeds, Amerikaans, Engels en/of Italiaans recht).
4.3. Verder speelt mee dat de vraag onder ogen moet worden gezien of het gebruikelijke criterium - dat feiten voldoende aannemelijk moeten worden gemaakt - hier op een verantwoorde wijze gehanteerd zou kunnen worden. De vorderingen zijn immers verstrekkend in hun effect tussen partijen en toewijzing daarvan zou ook betekenis kunnen hebben voor derden. Bovendien zou kunnen worden gezegd dat er mogelijk grondrechtelijke aspecten zijn te onderkennen in die zin dat een vonnis waarbij de vorderingen zouden worden toegewezen, zou kunnen worden aangemerkt als een beperking van een of meer grondrechten van een of meer gedaagden wat de noodzaak van een deugdelijke grondslag van een dergelijk vonnis onderstreept. Dergelijke grondrechtelijke kwesties dient de voorzieningenrechter overigens ambtshalve aan de orde te stellen aangezien die grondrechten spelen in de verhouding tussen de staat - i.c. de voorzieningenrechter - en de burger - i.c. Myp2p c.s. - indien grondrechten in het geding zouden kunnen zijn in geval van toewijzing van de bepaalde onderdelen van het gevorderde.
4.4. Er is sprake van een groot aantal geschilpunten van feitelijke aard. Naast de reeds genoemde, wijst de voorzieningenrechter - zonder daarbij volledig te willen zijn - op de volgende. De geschilpunten zien op de vragen:
- welke rechten heeft C More?
- hoe daarop een inbreuk zou worden gemaakt en
- door wie?
4.5. Met betrekking tot de vraag hoe een inbreuk zou worden gemaakt is problematisch dat niet duidelijk is hoe een bezoeker van de site('s) van Myp2p c.s. nu belandt bij de live-uitzendingen van C More. Worden deze uitzendingen bekeken in de omgeving van de website van Myp2p c.s. of belandt deze bezoeker alleen via een bij Myp2p c.s. aangeboden link op een andere website (dat wil zeggen: een website die niet in de sfeer van Myp2p c.s. ligt). In dit kader is verder in geschil of er sprake is van uploaden en downloaden door de servers van Myp2p c.s.. Dit zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter belangrijke kwesties waarin duidelijkheid moet worden verkregen om te kunnen vaststellen of en zo ja, hoe door (een of meer) van gedaagden onrechtmatig jegens C More wordt gehandeld.
4.6. Verder is het problematisch dat de vorderingen erg ruim geformuleerd zijn en in onvoldoende mate uit de doeken is gedaan wat - bij een toewijzing van de vorderingen concreet - van Myp2p c.s. wordt verlangd. Zo is niet duidelijk wat nu precies van de website(s) van Myp2p c.s. zou moeten worden verwijderd. Verder houdt een van de vorderingen - kort gezegd - een bevel in om de Myp2p website(s) permanent ontoegankelijk te maken voor Scandinavische bezoekers. Myp2p c.s. heeft gesteld zij Scandinavische bezoekers weliswaar de toegang tot haar website(s) kan ontzeggen, maar dit zou alleen voor de hele website mogelijk zijn. Aangezien de website(s) van Myp2p c.s. een breed scala aan informatie biedt zou een toewijzing van die vordering naar het oordeel van de voorzieningenrechter mogelijk buiten proportioneel zijn. Daarnaast heeft de vordering onder meer betrekking op domeinnamen en website(s) eindigend op <.eu>, <.nl>, <.us> en/of <.tv>, terwijl Myp2p c.s. betwist dat de domeinnaam myp2p.tv en de website www.myp2p.tv aan haar toebehoort. Bovendien heeft Myp2p c.s. gesteld dat de termijnen die C More in haar petitum heeft opgenomen te kort zijn om, bij toewijzing van het gevorderde, aan het gevorderde te kunnen voldoen. Toewijzing van de nu voorliggende vorderingen zou alleen al door voornoemde punten gemakkelijk tot executiegeschillen kunnen leiden wat uiteraard onwenselijk is. Frappant in dit verband is dat Myp2p c.s. heeft aangevoerd dat volgens haar alle betrokken links zijn verwijderd, terwijl C More niet kan benoemen wat er nu nog aan onrechtmatige links aanwezig zou zijn.
4.7. Verder wijst de voorzieningenrechter op het feit dat Myp2p c.s. ook heeft betwist dat het beeldmateriaal waarnaar de thans aanwezige hyperlinks van Myp2p c.s. verwijzen afkomstig is van C More. Ook is betwist dat die hyperlinks zouden uitkomen bij materiaal dat door omzeiling van technische voorzieningen en/of wanprestatie is verkregen danwel toegankelijk gemaakt.
4.8. Al met al is er sprake van een dermate groot aantal feitelijke en feitelijk/juridische geschilpunten (dat er ingewikkelde zuiver juridische problemen zijn, kan geen reden zijn te oordelen dat de zaak zich niet leent voor een kort geding) dat de zaak zich niet leent voor kort geding. C More heeft (zij het in het kader van de proceskosten) ook zelf gezegd dat de zaak een bijzonder complexe materie betreft die reeds veel vooronderzoek heeft gekost naar zowel de feiten als het recht.
4.9. De voorzieningenrechter zal partijen niet meer in de gelegenheid stellen nader in te gaan op enkele feitelijke kwesties die ter zitting zijn genoemd, omdat er daarnaast nog zoveel vragen overblijven dat opheldering van die kwesties een inhoudelijke beslissing van het gevorderde niet dichterbij zal brengen. Gelet op het voorgaande liggen de vorderingen voor afwijzing gereed.
4.10. C More zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Myp2p c.s. heeft gesteld dat de door haar gemaakte kosten tussen EUR 12.349,50 en EUR 13.069,50 belopen, vermeerderd met de kosten van de mondelinge behandeling, reistijd en reiskosten gemaakt op 5 februari 2008. Behoudens dat C More een mogelijke verklaring heeft gegeven voor het feit dat deze kosten lager liggen dan de door haar gemaakte kosten heeft C More de door Myp2p c.s. gestelde kosten niet bestreden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Myp2p c.s. voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij deze kosten heeft gemaakt. Bovendien zijn deze kosten minder dan 1/3 van hetgeen C More als kosten heeft opgevoerd. De voorzieningenrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat de door Myp2p c.s. berekende proceskosten redelijk en evenredig zijn, zodat deze kosten op grond van artikel 1019h Rv voor toewijzing gereed liggen. Gelet op de duur van de mondelinge behandeling (ongeveer 3,5 uur) en de extra kosten aan reistijd en reiskosten wordt C More veroordeeld om een bedrag van EUR 15.000,00 (maximum conform indicatietarief IE-zaken voor "overige korte gedingen") terzake proceskosten aan Myp2p c.s. te betalen.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt C More in de proceskosten, aan de zijde van Myp2p c.s. tot op heden begroot op EUR 15.000,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kluin en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2009.?