ECLI:NL:RBROE:2009:BH1816
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot verhuiskostenvergoeding in verband met renovatie
In deze zaak heeft de kantonrechter te Roermond op 3 februari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de Stichting Wonen Limburg. [Eiseres] vorderde een verhuiskostenvergoeding op grond van artikel 11g van het Besluit beheer sociale huursector, in verband met de verhuizing van een woonwagen naar een nieuw chalet. [Eiseres] stelde dat deze verhuizing noodzakelijk was vanwege een voorgenomen renovatie van de woonwagen, die volgens haar in slechte staat verkeerde. De Stichting betwistte echter dat er sprake was van een voortzetting van de huurovereenkomst en stelde dat de huur van de woonwagen per 1 juli 2007 was beëindigd. Met ingang van 1 november 2007 was er een nieuwe huurovereenkomst voor de huur van het chalet gesloten.
De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een voortzetting van de huurovereenkomst, aangezien de oude huurovereenkomst per 1 juli 2007 was geëindigd en er een nieuwe overeenkomst was gesloten voor een geheel andere woonruimte. De kantonrechter merkte op dat artikel 7:220 BW niet van toepassing was op deze situatie, omdat de renovatie niet door de verhuurder was geïnitieerd. Bovendien was niet aangetoond dat de woonwagen niet meer geschikt was voor bewoning. De rechter concludeerde dat de vordering van [eiseres] moest worden afgewezen en dat zij in de proceskosten moest worden veroordeeld.
De beslissing van de kantonrechter was dus dat de vordering van [eiseres] werd afgewezen en dat zij de kosten van de procedure moest dragen, begroot op EUR 400,00 voor het salaris van de gemachtigde. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.F. van Dooren en openbaar gemaakt op 3 februari 2009.