ECLI:NL:RBROE:2008:BG8993
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige en de rol van de Raad voor de Kinderbescherming
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming op 24 november 2008 een verzoekschrift ingediend tot ondertoezichtstelling van een minderjarige. De kinderrechter heeft op 16 december 2008 een mondelinge behandeling gehouden waarbij de vader, vertegenwoordigers van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van de minderjarige eerder was verlengd, maar dat de Stichting op 31 augustus 2008 heeft aangegeven deze niet te willen verlengen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ernstige zorgen geuit over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de minderjarige en de opvoedingsonmacht van de vader. De school heeft ook zorgen geuit over het gedrag van de minderjarige, die zich sociaal terugtrekt en emotioneel lijkt te lijden onder de situatie.
De kinderrechter heeft de argumenten van de vader, die zich verzet tegen de ondertoezichtstelling, overwogen. De vader stelt dat de minderjarige geen problematisch gedrag vertoont en dat hij de weg naar hulpverlening inmiddels heeft gevonden. Echter, de kinderrechter concludeert dat zonder ondertoezichtstelling de minderjarige verstoken zal blijven van noodzakelijke hulpverlening. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg voor een termijn van een jaar, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Deze beslissing is genomen op 24 december 2008 door de kinderrechter, mr. P.C.G. Brants, in aanwezigheid van de griffier.