zaaknummer / rolnummer: 89948 / KG ZA 08-233
Vonnis in kort geding van 2 december 2008
1. [eiser sub 1],
2. [eiser sub 2],
beide wonende te [Vestigingsplaats],
eisers,
advocaat mr. H.J.J.M. van der Bruggen,
Mr. ADRIANUS GERARDUS MARIA KÉZÉR
kantoorhoudende te Helden,
in zijn hoedanigheid van curator over de failliete boedels van besloten vennootschap Groentecentrale [....] BV],[....]Groenteteelt- en Verwerking V.O.F. en haar vennoten in privé, de heer [JS] en mevrouw [MS],
gedaagde,
in persoon verschenen,
Partijen zullen hierna [eiser] en de Curator genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding inclusief producties 1 tot en met 13
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van de Curator inclusief producties 1 tot en met 11.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De vennootschap Groentecentrale [....] BV is op 31 december 2003 failliet verklaard. De heer en mevrouw [S] zijn met hun vennootschap onder firma [....] Groenteteelt en Verwerking V.O.F. op 7 januari 2004 in staat van faillissement verklaard. De familie [S] beoefent de paardensport en heeft daartoe de beschikking over diverse pony's en paarden, waaronder de pony's [pony 1], [pony 2] en de paarden [paard 1] en [paard 2]. De Curator is in het bezit van de paardenpaspoorten betrekking hebbende op voornoemde pony's en paarden.
2.2. De heer [eiser 1] heeft als hobby het houden en fokken van paarden. Deze hobby beoefent hij door middel van zijn fok- en dressuurstal [HvO]. [eiser] is in het bezit van vier stamboekakten betrekking hebbende op de pony's [pony 1], [pony 2] en de paarden [paard 1] en [paard 2].
2.3. Sinds 1 januari 2007 moeten alle paardachtigen in het bezit zijn van een paardenpaspoort, ook als de paarden "thuis" staan, onder meer ter controle van de wettelijke verplichte vaccinaties. Het niet kunnen tonen van de paardenpaspoorten tijdens transport kan leiden tot het opleggen van een boete.
2.4. Het paard [paard 2] is geboren op 15 maart 2005. Het paard is door [eiser] gefokt. In het geboortejaar en vanaf 8 april 2008 wordt het paard gevaccineerd door dezelfde veearts als die van de familie [S].
2.5. Familie [S] staat voor februari 2003 als eigenaar van het paard [paard 1] geregistreerd bij de KWPN (Koninklijke Vereniging Warmbloed Paardenstamboek Nederland). Daarnaast staat [KL] als eigenaar geregistreerd. Per maart 2007 staat [eiser] als eigenaar bij de KWPN geregistreerd.
2.6. De pony [pony 2] is op 4 maart 2002 geboren. Per 10 augustus 2005 wordt de pony bij het NRPS (Nederlands Rijpaarden en Pony Stamboek) geregistreerd op naam van de ouders van de familie [S] en sindsdien worden de vaccinaties van de pony's uitgevoerd in de woonplaats van [S] of in de plaats waar de veearts van de familie [S] is gevestigd. Per 30 januari 2007 wordt de pony op naam van [eiser] geregistreerd bij NRPS.
2.7. De pony [pony 1] is op 11 april 1997 geboren. Per 20 juli 2002 staat de heer [P] te [vestigingsplaats] op het paspoort als eigenaar vermeld. Per 30 januari 2007 staat [eiser] als eigenaar vermeld op het paspoort. Vanaf september 2006 wordt de pony gevaccineerd in de woonplaats waar ook de veearts van de familie [S] is gevestigd.
3.1. [eiser] vordert samengevat - veroordeling van de Curator tot afgifte van de paardenpaspoorten van de pony's [pony 1], [pony 2] en de paarden [paard 1] en [paard 2] op straffe van een dwangsom, te vermeerderen met de proceskosten waarin begrepen de beslagkosten.
3.2. De Curator voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Allereerst overweegt de voorzieningenrechter dat er gelet op de aard van de vordering sprake is van een spoedeisend belang.
4.2. [eiser] stelt dat hij eigenaar is van de pony's [pony 1], [pony 2] en de paarden [paard 1] en [paard 2], hetgeen zou blijken uit de stamboekakten en paardenpaspoorten, omdat hij daarin staat vermeld als eigenaar. Deze registratie zou doorslaggevend zijn. [eiser] legt over kopieën van de 4 stamboekakten van de paarden (welke in zijn bezit zijn) en 4 paardenpaspoorten (welke in bezit zijn van de Curator) en drie bruikleenovereenkomsten. Ten aanzien van het paard [paard 2] bestaat geen schriftelijke bruikleenovereenkomst, maar volgens [eiser] wel een mondelinge. Verder stelt [eiser] dat hij als eigenaar van de betreffende paarden en pony's staat geregistreerd bij de KWPN, de KNHS (Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie) en de NRPS. Daarnaast stelt [eiser] dat de kosten van onderhoud en verzorging voor zijn rekening en risico blijven omdat hij eigenaar is, waartoe hij enkele facturen van de veearts overlegt. Aankoopbewijzen zijn er niet, omdat deze in de paardenhandel nooit worden opgemaakt.
4.3. De Curator stelt dat [eiser] niet genoegzaam heeft aangetoond dat hij eigenaar is van de betreffende paarden, waardoor hij weigert de paardenpaspoorten af te geven. Hij stelt dat het feit dat [eiser] als eigenaar staat vermeld op de paardenpaspoorten en stamboekakten niet doorslaggevend is voor de vraag wie werkelijk eigenaar is van de paarden en pony's. Vanwege het plegen van meineed ten opzichte van de rechter-commissaris heeft de Curator justitie betrokken bij het faillissement van de (vennootschappen van) de familie [S]. De Curator stelt onder meer dat mevrouw [S] heeft verzwegen dat zij diverse paarden in eigendom hebben gehad, alsmede dat zij diverse paarden vlak voor en tijdens het faillissement aan derden zou hebben overgedragen, waardoor de familie [S] de boedel heeft benadeeld. Op 3 september 2008 heeft de politie een huis- en bedrijfsonderzoek bij [S] verricht, waarbij ook de pony's [pony 1], [pony 2] en de paarden [paard 1] en [paard 2] bij [S] werden aangetroffen. De Curaror stelt dat hij de paardenpaspoorten onder zich blijft houden, zodat [S] niet in staat is deze paarden te verduisteren c.q. te onttrekken aan de boedel, terwijl de paarden wel goed verzorgd kunnen worden. De bewijskracht voor eigendom van de bruikleenovereenkomst en de facturen van de veearts worden gemotiveerd betwist door de Curator. Verder wijst de Curator op een aantal tegenstrijdigheden en merkwaardigheden in de verklaringen die [eiser] wel of juist niet heeft afgelegd tegenover justitie. Bovendien weigerde [eiser] de door hem afgelegde verklaringen te ondertekenen, aldus de Curator. Ten aanzien van het paard [paard 1] stelt de Curator dat de heer [K] tegenover justitie heeft verklaard dat het paard een tijd op zijn naam heeft gestaan als onderpand voor een vordering die hij had op de familie [S]. Hij ontkent dat hij het paard ooit heeft gekocht. De Curator stelt dat de familie [S] zowel voor als na het faillissement de feitelijke macht over [paard 1] heeft gehad. [paard 1] is het meest waardevolle paard. Vanaf februari 2003 is het paard op naam gezet van [K], hetgeen volgens de Curator enkel een formaliteit was om het paard buiten de boedel te houden. In maart 2003 is [S] formeel gestopt met zijn bedrijf, omdat een faillissement aanstaande was. Ten aanzien van de pony's [pony 2] en [pony 1] en het paard [paard] stelt de Curator gemotiveerd dat onder meer uit de wijzigingen in de tenaamstellingen, plaats van vaccinaties (veelal de plaats waar de huisveearts van familie [S] is gevestigd) en data geboorte kan worden afgeleid dat de stellingen van [eiser] niet kloppen. Verder stelt de Curator dat [eiser] geen belang heeft bij zijn vorderingen.
4.4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Curator de stellingen van [eiser] voldoende in twijfel heeft getrokken. Daarbij speelt een rol dat [eiser] de verklaringen van de heer [K], hemzelf en de familie [S] tegenover justitie, alsmede de wijzigingen in tenaamstellingen en plaats van vaccinaties niet heeft betwist. Daardoor is naar het oordeel van de voorzieningrechter voldoende aannemelijk dat [S] iets van doen had met alle vier de paarden/pony's vóórdat de paarden/pony's op naam van [eiser] werden gesteld. De voorzieningenrechter kan thans niet vaststellen wie eigenaar is van de paarden/pony's en of deze wellicht op onrechtmatige wijze aan de boedel zijn onttrokken. Voor een nader onderzoek naar die vragen is in deze kort gedingprocedure geen plaats. Dat betekent dat [eiser] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij rechtmatig eigenaar is van de paarden, waardoor de gevorderde voorlopige voorziening zal worden afgewezen.
4.5. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Curator worden begroot op:
- vast recht EUR 254,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.070,00
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van de Curator tot op heden begroot op EUR 1.070,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2008.?
SR