ECLI:NL:RBROE:2008:BG3431

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
27 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
84249 / HA ZA 08 - 70
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in verzet inzake vordering uit rekening-courantverhouding tussen Beheersmaatschappij en Erven [H.]

In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 27 augustus 2008 uitspraak gedaan in verzet tegen een eerder verstekvonnis. De eiseres, Beheersmaatschappij [.....] B.V., had in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank de Erven [H.] zou veroordelen tot betaling van EUR 16.645,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De Erven [H.] zijn de erfgenamen van de op 17 april 2002 overleden mevrouw M.J.C.M. [H.]. In de procedure hebben de Erven [H.] de vordering betwist en gesteld dat Beheersmaatschappij niet voldoende bewijs had geleverd voor de hoogte van de vordering, die gebaseerd was op een rekening-courantverhouding met de overleden moeder [H.]. De rechtbank oordeelde dat Beheersmaatschappij haar vordering onvoldoende had onderbouwd en dat zij niet had voldaan aan haar bewijsleveringsplicht, zoals vereist door de artikelen 111 en 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank vernietigde het eerdere verstekvonnis en wees de vorderingen van Beheersmaatschappij af. Tevens werd Beheersmaatschappij veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die aan de zijde van de Erven [H.] tot dat moment waren begroot op EUR 1.495,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 84249 / HA ZA 08-70
Vonnis in verzet van 27 augustus 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ [.....] B.V.,
gevestigd te [vestigingspl[woonplaats],
eiseres,
gedaagde in het verzet,
procureur mr. A.M.H.C. Coppens,
tegen
1. [J.A.J.A. H.],
wonende te [woonplaats],
2. [T.M.L.J. H.],
wonende te [woonplaats],
3. [A.E. D.],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
eisers in het verzet,
procureur mr. H.J.J.M. van der Bruggen.
Partijen zullen hierna Beheersmaatschappij en Erven [H.] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het door deze rechtbank op 12 december 2007 tussen Beheersmaatschappij als eiseres en Erven [H.] als gedaagden bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer 83324 / HA ZA 07-941
- de verzetdagvaarding (aan te merken als de conclusie van antwoord)
- de akte overlegging producties zijdens Erven [H.]
- de conclusie van repliek (genoemd conclusie van antwoord in oppositie)
- de conclusie van dupliek (genoemd conclusie van repliek in oppositie).
- de nadere akte in oppositie zijdens Beheersmaatschappij
- de antwoordakte zijdens Erven [H.]
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Erven [H.] zijn de (enige) erven van de op 17 april 2002 overleden mevrouw M.J.C.M. [H.] (hierna: moeder [H.]). Zij hebben de nalatenschap allen aanvaard.
2.2. Beheersmaatschappij is onderdeel van de hierna te noemen [H.]-groep. De [H.]-groep is een verband van vennootschappen welke zijn opgericht door de grootvader van Erven [H.] (de vader van moeder [H.]), de heer J.A. [H.] (hierna [H.] senior). De [H.]-groep houdt zich bezig met de exploitatie van een omvangrijk bestand van muziek- c.q. geluidsopnamen.
2.3. In de jaarrekening van 2000 is een rekening-courantvordering van Beheersmaatschappij op moeder [H.] opgenomen van (omgerekend) EUR 16.645,00.
2.4. Met betrekking tot deze rekening-courantvordering is door Beheersmaatschappij bij dagvaarding van 22 oktober 2007 een vordering in rechte ingesteld.
3. Het geschil
3.1. Beheersmaatschappij heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Erven [H.] zal veroordelen tot betaling van EUR 16.645,00 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 31 december 2000 en proceskosten.
3.2. Bij het verstekvonnis zijn de vorderingen van Beheersmaatschappij integraal toegewezen en zijn Erven [H.] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Beheersmaatschappij tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal EUR 1.178,20.
3.3. Erven [H.] vorderen in het verzet dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat de vorderingen van Beheersmaatschappij alsnog worden afgewezen, onder veroordeling van Beheersmaatschappij in de kosten van de procedure, ten bedrage van EUR 5.000,00.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De Nederlandse rechter komt in deze rechtsmacht toe en de rechtbank Roermond is (relatief) bevoegd.
4.2. Het verzet kan geacht worden tijdig en op de juiste wijze te zijn ingesteld, nu het tegendeel gesteld noch gebleken is, zodat Erven [H.] in zoverre in hun verzet kunnen worden ontvangen.
4.3. Inzet van dit geding is de gestelde vordering uit hoofde van een rekening-courantverhouding welke zou hebben bestaan tussen Beheersmaatschappij en moeder [H.]. Erven [H.] zouden bij bestaan van deze vordering als rechtsopvolgers onder algemene titel als schuldenaar aan te merken zijn.
Met betrekking tot deze vordering zijn door Erven [H.] een veelvoud van verweren gevoerd, waarbij zij onder meer het bestaan en de hoogte van de vordering hebben betwist.
4.4. De rechtbank is van oordeel dat door Beheersmaatschappij haar vordering, in het licht van de betwisting, onvoldoende is onderbouwd.
De rechtbank overweegt daartoe dat Beheersmaatschappij haar vordering baseert op een rekening-courantverhouding. Naar zijn aard is een rekening-courantverhouding geen zelfstandig en vaststaand vorderingsrecht maar de resultante van een beweeglijk samenstel van vorderingen over en weer. Het is, bij betwisting, dan ook onvoldoende om te verwijzen naar een op een bepaald moment bestaande hoogte van dit samenstel.
Nu Erven [H.] het bestaan van de vordering betwisten had Beheersmaatschappij dit nader dienen te onderbouwen. De rechtbank acht verwijzing naar de jaarrekening 2000 en het vaststellingsbesluit van 31 januari 2002 daartoe onvoldoende, nu de juistheid van de handtekening onder dat besluit is betwist. Het had onder die omstandigheden op de weg van Beheersmaatschappij gelegen om inzicht te bieden in de aan het gestelde rekening-courantsaldo ten grondslag liggende samenstel van vorderingen. Dit is door haar nagelaten hoewel zij daartoe gedurende de procedure bij verscheidene processtukken in staat is geweest.
Nu Erven [H.] –daarnaast- de hoogte van de vordering betwisten had Beheersmaatschappij ook dit nader dienen te onderbouwen. De rechtbank acht ook hier de verwijzing naar de jaarrekening 2000 en het vaststellingsbesluit van 31 januari 2002 onvoldoende. Erven [H.] hebben immers reeds voorafgaand aan de procedure het standpunt ingenomen dat de rekening-courantsaldi aan wijzigingen onderhevig kunnen zijn zodat inzicht gegeven zou dienen te worden in de na 2000 opgestelde jaarrekeningen om de (hoogte van de) vordering daadwerkelijk te kunnen vaststellen. Het had, gelet op deze betwisting, op de weg van Beheersmaatschappij gelegen haar vordering nader te onderbouwen door de gevraagde stukken in geding te brengen. De rechtbank is van oordeel dat deze plicht reeds bij dagvaarding op haar rustte gelet op het bepaalde in artikel 111 en 21 Rv, maar het klemt te meer dat Beheersmaatschappij ook na de verzetdagvaarding –waarin Erven [H.] dit nadrukkelijk aan de orde stellen en om in geding brengen van de stukken verzoeken- en na de conclusie van repliek in oppositie –waarin Erven [H.] dit herhalen- dit is blijven nalaten.
Bij het vorenstaande overweegt de rechtbank voorts dat nu enerzijds de eisende partij een rechtspersoon is op wie de verplichting rust een inzichtelijke en adequate administratie te handhaven en anderzijds gedaagden –door erfopvolging- formeel partij in dit geding zijn en geenszins zelfstandig betrokken zijn geweest bij de aan het gevorderde ten grondslag liggende feitencomplex, het te meer op de weg van Beheersmaatschappij had gelegen haar vorderingen hier sluitend te onderbouwen.
4.5. Het verstekvonnis zal reeds op grond van het vorenstaande worden vernietigd. De vorderingen van Beheersmaatschappij zullen alsnog worden afgewezen.
4.5. Beheersmaatschappij zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de verstek- en verzetprocedure worden verwezen. In beginsel zouden de kosten van het betekenen van het verstekvonnis en van het uitbrengen van de verzetdagvaarding op grond van het bepaalde in art. 141 Rv voor rekening van Erven [H.] komen, omdat deze kosten een gevolg zijn van het feit dat Erven [H.] in eerste instantie niet zijn verschenen. Nu niet is gebleken van de kosten van het betekenen van het verstekvonnis kan de rechter daar echter geen acht op slaan.
De door Beheersmaatschappij te vergoeden kosten aan de zijde van Erven [H.] worden begroot op:
- vast recht 365,00
- salaris procureur 1.130,00 (2,5 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.495,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. vernietigt het door deze rechtbank op 12 december 2007 onder zaaknummer / rolnummer 83324 / HA ZA 07-941 gewezen verstekvonnis, en opnieuw beslissend
5.2. wijst de vorderingen af,
5.3. veroordeelt Beheersmaatschappij in de kosten van de verstekprocedure, aan de zijde van Erven [H.] tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten van de verzetprocedure aan de zijde van Erven [H.] tot op heden begroot op EUR 1.495,00,
5.4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte, mr. P.H.J. Frenay en mr. S.A.M.C. van de Winkel en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2008.?