ECLI:NL:RBROE:2008:BG2128
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C.G. Brants
- R.H.A.M. Beaumont
- G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag over een minderjarige en benoeming van een voogd
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 22 oktober 2008 uitspraak gedaan over het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om de moeder te ontheffen van het ouderlijk gezag over haar minderjarige dochter, geboren op [geboortedatum 1994]. De moeder heeft het ouderlijk gezag, maar de minderjarige verblijft sinds 2001 bij pleegouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder ongeschikt of onmachtig is om de plicht tot verzorging en opvoeding van de minderjarige te vervullen. Dit oordeel is gebaseerd op de inhoud van het verzoekschrift, de rapportage en de mondelinge behandeling die op 18 september 2008 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting zijn de moeder, de pleegouders en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming verschenen. De vader heeft zich telefonisch afgemeld.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de gang van zaken rondom het verzoek tot ontheffing onzorgvuldig is geweest, maar heeft desondanks geoordeeld dat het belang van de minderjarige zich niet verzet tegen de ontheffing. De moeder heeft aangegeven dat zij de verantwoordelijkheden van het gezag niet kan dragen en dat zij graag een goed contact met haar dochter wil behouden. De rechtbank heeft ook overwogen dat de ontheffing voor zowel de moeder als de minderjarige duidelijkheid schept, ondanks dat het verzoek voor de minderjarige aanvoelt als een verdere verwijdering van de moeder.
De rechtbank heeft besloten om de moeder te ontheffen van het ouderlijk gezag en heeft de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg benoemd tot voogdes. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze uitspraak kan binnen drie maanden beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.