ECLI:NL:RBROE:2008:BG2090

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
27 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
86274 / HA ZA 08 - 300
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank in een civiele zaak tussen Componenta B.V. en SA Europ'Usinage

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond, heeft de rechtbank op 27 augustus 2008 uitspraak gedaan in een incident betreffende de bevoegdheid. De eiseres, Componenta B.V., had een vordering ingesteld tegen de gedaagde, SA Europ'Usinage, met betrekking tot een overeenkomst voor de bewerking van onderdelen van een graafmachine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde primair vorderde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaarde. De rechtbank heeft de feiten en de procedure in detail bekeken, waarbij onder andere de algemene voorwaarden van de overeenkomst en de toepasselijkheid van artikel 23 van de EEX-verordening aan de orde kwamen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat er een geldige forumkeuze was gemaakt, en dat de overeenkomst niet voldeed aan de vereisten van de EEX-verordening. Hierdoor verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om van de vorderingen van Componenta kennis te nemen. Tevens werd Componenta veroordeeld in de proceskosten van het incident, die op dat moment waren begroot op een totaal van EUR 5.236,00, inclusief vast recht en salaris van de procureur. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 86274 / HA ZA 08-300
Vonnis in incident en in de hoofdzaak van 27 augustus 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COMPONENTA B.V.,
gevestigd te Weert,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. H.J.J.M. van der Bruggen,
tegen
de vennootschap naar Frans recht
SA EUROP'USINAGE,
gevestigd te Raismes (Frankrijk),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. C.J. Schuurman.
Partijen zullen hierna Componenta en Sa Europ'Usinage genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de akte houdende producties behorende bij de dagvaarding
- de incidentele conclusie primair tot onbevoegdverklaring en subsidiair en voorwaardelijk tot oproeping in vrijwaring
- de incidentele conclusie van antwoord
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Als onvoldoende gemotiveerd betwist staat vast dat Componenta Sa Europ'Usinage in april 2004 heeft benaderd om in opdracht van een eindgebruiker, gevestigd in de VS, twee soorten onderdelen van een graafmachine met een specifieke vorm te bewerken. Vervolgens maakte Sa Europ'Usinage in juni 2004 twee prototypes. Vanaf medio juni 2004 zond Componenta de onderdelen ter bewerking naar Sa Europ'Usinage
2.2. Op 5 juli 2004 heeft Sa Europ'Usinage twee "purchase orders" van Componenta d.d. 1 juli 2004 ondertekend, waarop op de achterzijde de algemene voorwaarden staan vermeld. In artikel 13 van deze algemene voorwaarden staat vermeld:
"Article 13. Applicable law/disputes
13.1. Dutch law shall exclusively apply tot this agreement
13.2. Disputes between the parties shall be subjected to the ruling of the competent court in the district in which the client's (lees: De Globe BV) company is established."
2.3. De naam van de rechtspersoon Globe BV is op of omstreeks 1 februari 2006 na een statutaire naamswijziging gewijzigd in Componenta BV.
3. De incidentele vorderingen en de beoordeling daarvan
3.1. Sa Europ'Usinage vordert primair dat de rechtbank zich onbevoegd verklaard. Voor zover de rechtbank zich bevoegd verklaard (derhalve subsidiair en voorwaardelijk) vordert Sa Europ'Usinage toestemming om haar aansprakelijkheidsverzekeraar SA Generali IARD te Parijs (Frankrijk) in vrijwaring op te mogen roepen.
3.2. Componenta voert verweer ten aanzien van het bevoegdheidsincident. Op dat verweer zal voor zover van belang hierna worden ingegaan. Ten aanzien van het voorwaardelijke vrijwaringsincident refereert Componenta zich aan het oordeel van de rechtbank.
3.3. Partijen zijn het erover eens dat artikel 23 van de EEX-Verordening van toepassing is op de vragen of het forumkeuzebeding in artikel 13 van de "terms and conditions" van De Globe BV aan de vereisten van een geldig forumkeuzebeding voldoet en of dit leidt tot bevoegdheid van de Nederlandse rechter.
3.4. Artikel 23 EEX-verordening bepaalt onder meer dat een overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht wordt gesloten:
a. hetzij bij een schriftelijke overeenkomst of bij een schriftelijke bevestigde mondelinge overeenkomst;
b. hetzij in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen de partijen gebruikelijk zijn geworden;
c. hetzij, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen.
3.5. Artikel 23 EEX-verordening heeft tot doel te waarborgen, dat de wilsovereenstemming tussen partijen bij een forumkeuzebeding, die door aanwijzing van een bevoegde rechter afwijkt van de algemene bevoegdheidsregels, daadwerkelijk vaststaat en duidelijk en nauwkeurig tot uitdrukking komt.
3.6. Componenta heeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd betwist dat Sa Europ'Usinage reeds bezig was met de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden op het moment dat de bestelformulieren op 5 juli 2004 werden ondertekend. Het onderliggende - al dan niet mondelinge - contract was derhalve reeds vóór 5 juli 2004 gesloten. Dat blijkt ook wel uit het feit dat op de "purchase orders" is vermeld: "Herewith undersigned parties confirm to have agreed the following (…)." Deze zinsnede verondersteld dat reeds afspraken, al dan niet mondeling, waren gemaakt. Niet is gesteld of gebleken dat het forumkeuzebeding onderdeel was van die eerder gemaakte afspraken. Er is dan ook geen sprake van een schriftelijke overeenkomst in de zin van artikel 23 lid 1 sub a EEX-verordening.
3.7. Verder stelt Componenta slechts in algemene zin dat indien en voor zover er in onderhavig geval al sprake zou zijn van het reeds uitvoeren van de overeengekomen werkzaamheden door Sa Europ'Usinage vóór 5 juli 2004, er sprake zou zijn van een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst. Wanneer die mondelinge overeenkomst zou zijn gesloten en wat de inhoud daarvan zou zijn geweest laat Componenta daarbij in het midden. Gelet daarop heeft Componenta naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd gesteld dat er sprake is van een mondelinge wilsovereenstemming betrekking hebbende op een forumkeuzebeding die op 5 juli 2004 - door ondertekening van de "purchase orders" schriftelijk werd bevestigd, zodat geen sprake is van een overeenkomst in de zin van artikel 23 lid 1 sub a EEX-verordening.
3.8. Verder stelt Componenta dat indien en voor zover de rechtbank van oordeel mocht zijn dat er geen sprake is van een geldige forumkeuze, dat de forumkeuze een gebruikelijke clausule is in de internationale handel waarmee Sa Europ'Usinage rekening had moeten houden. Temeer omdat Componenta en Sa Europ'Usinage professionele partijen zijn die opereren in de internationale handel. Met die stellingen doelt Componenta op artikel 23 lid 1 sub b en c EEX-verordening.
3.9. Sub b van voornoemd artikellid spreekt echter over "handelwijzen die tussen de partijen gebruikelijk zijn geworden". Dat veronderstelt dat partijen reeds eerder zaken met elkaar zouden hebben gedaan. Echter, niet gesteld of gebleken is dat partijen in het verleden reeds zaken met elkaar hebben gedaan. Daardoor is geen sprake van een forumkeuze in de zin van artikel 23 sub b EEX-verordening.
3.10. Ten aanzien van sub c stelt Componenta dat er sprake is van een forumkeuze in een vorm die overeenstemt met een in die handel algemeen bekende gewoonte waarvan partijen op de hoogte (hadden behoren te) zijn en die in de betrokken branche doorgaans in acht wordt genomen, zodat partijen wilsovereenstemming hebben bereikt over de algemene voorwaarden, waaronder het forumkeuzebeding. Componenta laat echter na te vermelden over welke branche het in onderhavige zaak gaat en stelt niets over feiten en omstandigheden waaruit de algemeen bekende gewoonte zou blijken of waaruit zou blijken dat Sa Europ'Usinage daarvan op de hoogte is, of had moeten zijn. De rechtbank is dan ook van oordeel dat Componenta dan ook onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat er sprake is van een overeenkomst in de zin van artikel 23 lid 1 sub c EEX-verordening.
3.11. Nu Componenta onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat aan de vormvoorschriften van artikel 23 EEX-verordening is voldaan, dient de primaire incidentele vordering naar het oordeel van de rechtbank te worden toegewezen. Aan de bewijsfase wordt niet toegekomen nu Componenta niet heeft voldaan aan haar stelplicht.
3.12. Nu de rechtbank onbevoegd is om van de vorderingen van Componenta jegens Sa Europ'Usinage kennis te nemen, behoeven het voorwaardelijke vrijwaringsincident en de vorderingen in de hoofdzaak geen bespreking en beslissing meer.
3.13. Componenta zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
4. De beslissing
De rechtbank
in het incident en in de hoofdzaak
4.1. verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen van Componenta jegens Sa Europ'Usinage kennis te nemen,
4.2. veroordeelt Componenta in de kosten van de hoofdzaak en het incident, aan de zijde van Sa Europ'Usinage tot op heden begroot op:
- vast recht: EUR 4.784,00
- salaris procureur (incident): 452,00 +
EUR 5.236,00
4.3.verklaart dit vonnis, voor wat betreft de kostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kluin en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2008.?
SR