ECLI:NL:RBROE:2008:BG1684
Rechtbank Roermond
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot verkoop van gemeenschappelijk goed in kort geding
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 21 oktober 2008 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagde. Eiseres vorderde een machtiging om een gemeenschappelijk appartement te verkopen, dat in gezamenlijke eigendom was met gedaagde. De relatie tussen partijen was op 27 juni 2005 beëindigd en zij hadden op 6 november 2007 een samenlevingsconvenant opgesteld waarin de eigendomsverdeling van het appartement en de hypotheekverplichtingen waren geregeld. Eiseres stelde dat gedaagde zijn verplichtingen uit het convenant niet was nagekomen, met name met betrekking tot de hypotheekbetalingen, en dat er een dreiging van openbare verkoop van het appartement bestond door de incassogemachtigde van ABN AMRO.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiseres belang had bij de verkoop van het appartement om haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld te beëindigen. De vordering van eiseres om het appartement te verkopen werd onderbouwd met artikel 3:174 BW, dat een machtiging tot het te gelde maken van een gemeenschappelijk goed mogelijk maakt. De rechter oordeelde dat, ondanks dat de vordering het karakter van een verklaring voor recht had, er gewichtige redenen waren om de machtiging toe te wijzen, gezien de spoedeisendheid van de situatie.
De voorzieningenrechter heeft eiseres gemachtigd om het appartement te verkopen en heeft bepaald dat het vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke toestemming van gedaagde voor de eigendomsoverdracht, mocht gedaagde niet vrijwillig meewerken. Gedaagde werd tevens veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op EUR 869,68 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.