ECLI:NL:RBROE:2008:BG1678
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongerechtvaardigde verrijking en de stelplicht van de eiser
In deze zaak, uitgesproken op 28 mei 2008 door de Rechtbank Roermond, stond de vordering van de stichting Wonen Zuid centraal, die Inprosan B.V. aansprakelijk stelde voor ongerechtvaardigde verrijking. Wonen Zuid, eigenaar van een pand, vorderde betaling van elektriciteitskosten die Inprosan, als huurder van een ander pand, had ontvangen door de doorlevering van elektriciteit. De rechtbank oordeelde dat Wonen Zuid niet had voldaan aan de op haar rustende stelplicht. De rechtbank overwoog dat de feiten en omstandigheden die Wonen Zuid aan haar vordering ten grondslag legde, niet konden aantonen dat de verrijking van Inprosan ongerechtvaardigd was. Wonen Zuid had immers facturen verzonden en Inprosan had deze deels voldaan, wat duidde op een impliciete instemming met de elektriciteitsafname. De rechtbank concludeerde dat er geen ruimte was voor een vordering op basis van ongerechtvaardigde verrijking, omdat de verrijking van Inprosan voortvloeide uit een feitelijke situatie die door Wonen Zuid was geaccepteerd. De vordering werd afgewezen en Wonen Zuid werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Inprosan tot dat moment waren begroot op € 3.238,00.