ECLI:NL:RBROE:2008:BE9354

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
23 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
83710 / HA ZA 07 - 1002
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van overeenkomst tussen amateurvoetballer en gelieerde stichting wegens omzeiling KNVB-regels

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Roermond, stond de nietigheid van een overeenkomst tussen een amateurvoetballer en een aan een voetbalvereniging gelieerde stichting centraal. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst, die de speler verplichtte om zich over te schrijven naar FC Lienden, in strijd was met de goede zeden en openbare orde. De stichting had de speler een boete van EUR 7.000 opgelegd voor het niet nakomen van deze verplichting, maar de rechtbank oordeelde dat de overeenkomst nietig was omdat deze was opgezet om de regels van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) te omzeilen.

De procedure begon met een dagvaarding op 19 oktober 2007, gevolgd door een verstekvonnis op 14 november 2007. De gedaagde, een amateurvoetballer, had verzet aangetekend tegen dit verstekvonnis. De rechtbank onderzocht de feiten en de grondslag van de vordering van de stichting, die stelde dat de speler zich had verbonden om voor 31 mei 2007 over te schrijven naar FC Lienden. De rechtbank concludeerde dat de overeenkomst een ontduikingsconstructie was, bedoeld om de regels van de KNVB te omzeilen, en dat de partijen zich hiervan bewust waren.

De rechtbank vernietigde het eerdere verstekvonnis en wees de vorderingen van de stichting af. De stichting werd als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure verwezen. De kosten van de verzetdagvaarding werden echter voor rekening van de gedaagde gesteld, omdat deze niet was verschenen bij de eerste zitting. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken op 23 juli 2008.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 83710 / HA ZA 07-1002
Vonnis van 23 juli 2008
in de verzetzaak van
de stichting
STICHTING VOETBALONDERSTEUNING FC LIENDEN,
gevestigd te Lienden,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
procureur mr. A.F.T.M. Heutink,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
eiser in het verzet,
procureur mr. H.J.J.M. van der Bruggen.
Partijen zullen hierna de Stichting en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 19 oktober 2007;
- het verstekvonnis van 14 november 2007;
- de verzetdagvaarding van 6 december 2007;
- het tussenvonnis van 16 januari 2008;
- het proces-verbaal van comparitie van 21 februari 2008.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. Bij exploot van 25 juni 2008 is deze zaak nadien ingevolge artikel 221 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering door verwijzing van rechtswege gevoegd met de zaak tussen de Stichting en [broer van gedaagde], bekend onder het zaaknummer 87379 / HA ZA 08-438.
2. De feiten
2.1. [gedaagde] is een amateurvoetballer die lid is van de voetbalvereniging Achilles ’29 te Groesbeek.
2.2. De Stichting is gelieerd aan de voetbalvereniging FC Lienden.
2.3. Partijen hebben op 29 januari 2007 een overeenkomst gesloten, waarin voor zover van belang het navolgende staat vermeld:
“1. De speler verplicht zich vóór 31 mei 2007 over te schrijven van voetbalvereniging Achilles te Groesbeek naar FC Lienden.
2. Indien de speler deze afspraak niet nakomt is de vereniging waar hij gaat spelen een boete verschuldigd van EUR. 7.000,- (zevenduizend euro). Deze boete dient door de speler te worden betaald of door de vereniging waar hij verkiest te gaan spelen. De speler verklaart tevens niet eerder voor een andere vereniging uit te komen voordat de boete is voldaan.
(…….)
5. De speler ontvangt een vergoeding van € 450,- per maand aan onkosten, inclusief reiskostenvergoeding. Deze vergoeding wordt hem in de eerste week van de maand betaald (10 maanden lang).
8. De speler verklaart geheimhouding van deze overeenkomst te waarborgen en deze uitsluitend voor zichzelf te gebruiken.
9. Bij deelname aan competitiewedstrijden krijgt de speler tevens een bedrag van € 100,- per wedstrijd, waarbij de speler is opgenomen in de selectie van het eerste elftal. Dit bedrag wordt achteraf betaald.
10. Bij deelname aan competitiewedstrijden krijgt de speler tevens een bedrag van € 350,- voor een gewonnen wedstrijd en € 175,- voor een gelijkspel. Bij verlies ontvangt de speler geen vergoeding.”
2.4. [gedaagde] heeft geen overschrijving gevraagd naar voetbalvereniging FC Lienden.
3. Grondslag, vordering en verweer
3.1. De Stichting vordert, na verandering van eis ter comparitie, dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] zal veroordelen aan de Stichting te voldoen een bedrag van EUR 7.833,00, te vermeerderen met het renteverlies over de hoofdsom ad EUR 7.000,00 vanaf 1 juni 2007 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure.
3.2. De Stichting legt aan haar vordering het volgende ten grondslag.
Partijen hebben op 29 januari 2007 een overeenkomst gesloten waarbij [gedaagde] zich heeft verbonden jegens de Stichting om zich voor 31 mei 2007 over te (doen) schrijven van voetbalvereniging Achilles naar voetbalvereniging FC Lienden, de vereniging van de Stichting. Nadat [gedaagde] heeft verzuimd zich te laten overschrijven naar de vereniging van de Stichting is [gedaagde] ingevolge artikel 2 van de tussen partijen gesloten overeenkomst, een boete verschuldigd van EUR 7.000,00. De Stichting maakt voorts aanspraak op de rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 juni 2007 en op buitengerechtelijke incassokosten.
3.3. [gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd betwist en - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – aangevoerd dat sprake is van een nietige overeenkomst, omdat deze in strijd is met de wet, de goede zeden dan wel de openbare orde. Op de stellingen van partijen zal voor zover van belang hierna inhoudelijk worden ingegaan.
4. Beoordeling
4.1. De vordering van de Stichting strekt tot betaling van de in de overeenkomst tussen partijen overeengekomen boete. De rechtbank is echter van oordeel dat de strekking van deze overeenkomst in strijd is met de goede zeden en openbare orde en dus nietig. De rechtbank motiveert dit oordeel als volgt.
4.2. Voorop wordt gesteld dat partijen in beginsel vrij zijn om naar eigen behoefte en inzicht een overeenkomst te sluiten. Deze vrijheid is echter begrensd in die zin dat hetgeen wordt overeengekomen niet in strijd mag zijn met de openbare orde en/of de goede zeden, zoals verwoord in artikel 3:40 lid 1 BW. Gebleken is dat partijen desbewust afspraken hebben gemaakt die strekken tot uitvoeringshandelingen die in strijd zijn met de regels van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (hierna: KNVB) waaraan zowel de betrokken voetbalverenigingen – waaronder de aan de Stichting gelieerde – als [gedaagde] onderworpen zijn. De praktische redenen voor het aangaan van de overeenkomst zijn door de Stichting op de comparitie als volgt onder woorden gebracht:
“FC Lienden speelt op het niveau van de hoogste klasse van het amateurvoetbal. De KNVB staat slechts toe dat aan spelers in die klasse van het amateurvoetbal – zoals de broers [....] – een onkostenvergoeding en een reisvergoeding wordt betaald. Omdat in de praktijk spelers meer betaald willen krijgen en feitelijk ook krijgen – vaak zwart – zijn daarom stichtingen in het leven geroepen die zijn gelieerd aan een voetbalvereniging. Die vereniging is gebonden aan de regels van de KNVB en mag dus niet meer betalen dan de genoemde onkostenvergoedingen. De aan die vereniging gebonden stichting mag dat wel omdat zo’n stichting geen lid is van de KNVB. De verhouding tussen de Stichting en FC Lienden is zoals deze zojuist is geschetst.”
Naar het oordeel van de rechtbank is anders gezegd sprake van een ontduikingsconstructie waarvan het onoorbare karakter wordt onderstreept door de geheimhoudingsclausule, welke kennelijk gericht is op het aan de waarneming van de KNVB onttrekken van de afspraken. De Stichting is kennelijk (mede) in het leven geroepen om constructies als de onderhavige mogelijk te maken, dat wil zeggen constructies die zijn bedoeld om via een omweg en buiten het bereik van de KNVB te handelen in strijd met de regels van de KNVB. Dit alles gebeurt om louter financiële redenen. Vaststaat dat partijen zich ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bewust waren van vorenbedoeld doel en strekking van de overeenkomst. Alleen al op grond van hetgeen hiervoor is overwogen dienen de vorderingen van de Stichting dan ook te worden afgewezen.
4.3. Daarenboven overweegt de rechtbank dat uit de in de overeenkomst opgenomen boeteclausule blijkt dat in het geval [gedaagde] de tussen partijen overeengekomen afspraak om overschrijving te bewerkstelligen voor 31 mei 2007 niet nakomt, de vereniging waar [gedaagde] gaat spelen deze contractuele boete verschuldigd is en niet [gedaagde] zelf. Dit is ook de uitleg die [gedaagde] aan de overeenkomst geeft. Het door de Stichting ter comparitie gehouden betoog dat partijen hiermee bedoeld hebben dat de speler de boete verschuldigd is kan niet slagen. Door de Stichting is immers eveneens ter comparitie aangegeven dat in de praktijk de vereniging waar de speler voor gaat spelen in een dergelijke situatie de boete betaalt, hetgeen betekent dat de letterlijke tekst van de overeenkomst overeenstemt met de praktijk. Deze omstandigheden leiden ertoe dat op grond van de Haviltex norm de tekst van de overeenkomst als voormeld moet worden uitgelegd.
Door partijen zijn geen feiten of omstandigheden aangedragen die tot een ander oordeel terzake kunnen leiden. Nu [gedaagde] op grond van de overeenkomst niet kan worden aangesproken tot betaling van de contractuele boete, dienen de vorderingen van de Stichting ook op deze grond te worden afgewezen.
4.4. Gezien al het vorenstaande vernietigt de rechtbank het verstekvonnis van 14 november 2007 en doet opnieuw recht. De Stichting zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden verwezen. De kosten van het uitbrengen van de verzetdagvaarding zullen echter op grond van het bepaalde in art. 141 Rv voor rekening van [gedaagde] komen, omdat deze kosten een gevolg zijn van het feit dat [gedaagde] in eerste instantie niet is verschenen.
5. De beslissing
De rechtbank
vernietigt het door deze rechtbank op 14 november 2007 onder zaaknummer 82775/ HAZA 07-875 gewezen verstekvonnis;
en opnieuw rechtdoende:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt de Stichting in de kosten van het geding;
de door de Stichting te vergoeden kosten aan de zijde van [gedaagde] worden tot aan deze uitspraak begroot op:
- griffie recht 300,00
- salaris procureur 768,00
Totaal EUR 1068,00
verklaart dit vonnis ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mrs. R. Kluin, H.T.J.F. Verhappen en N.J.J. Derks-Voncken en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2008.