ECLI:NL:RBROE:2008:BD5830
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C.G. Brants
- J.J.M. Wassenberg
- M.M.T. Coenegracht
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van een minderjarige
In deze zaak heeft de bijzondere curator namens een minderjarig kind verzocht om gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van de man. De moeder en het kind wonen inmiddels in België, en de rechtbank Roermond achtte zich bevoegd om het verzoek te behandelen, waarbij het Nederlands recht van toepassing werd geacht. De rechtbank benadrukte het belang om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de biologische werkelijkheid. Het verzoek werd toegewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet de biologische vader is van het kind. De bijzondere curator heeft aangevoerd dat het beter is voor het kind om zonder de man als juridische vader op te groeien, aangezien de man geen kinderbijdrage betaalt en er sinds april 2006 geen contact meer is tussen hem en het kind. De rechtbank heeft de bevoegdheid van de Nederlandse rechter bevestigd, gezien de verbondenheid met de Nederlandse rechtssfeer en het feit dat het verzoek afkomstig is van een Nederlands kind met twee Nederlandse ouders.
De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de moeder, hoewel zij geen partij is, wel belanghebbende is en dat haar wensen zijn meegenomen in de overwegingen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek om ontkenning van het vaderschap gegrond is en heeft dit verzoek toegewezen. De beslissing is genomen op 25 juni 2008, en tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.