ECLI:NL:RBROE:2008:BD5824
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C.G. Brants
- J.J.M. Wassenberg
- M.M.T. Coenegracht
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de alimentatietermijn na echtscheiding en de voorwaarden daarvoor
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 25 juni 2008 uitspraak gedaan over een verzoek van een vrouw om de termijn van alimentatie te verlengen. De vrouw had verzocht om een nieuwe onderhoudstermijn vast te stellen, omdat zij na de echtscheiding in financiële problemen was geraakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de echtscheiding op 11 augustus 1995 was ingeschreven en dat de alimentatieverplichting van de man op 11 augustus 2007 was geëindigd. De vrouw diende haar verzoek tijdig in, binnen de drie maanden na de beëindiging van de alimentatieverplichting.
De man heeft verweer gevoerd en betwist dat de vrouw behoefte had aan een verlenging van de alimentatietermijn. Hij stelde dat de vrouw voldoende eigen inkomsten had en dat zijn draagkracht niet toereikend was om de voorheen geldende bijdrage te blijven betalen. De rechtbank heeft de wettelijke regeling omtrent alimentatie in acht genomen, waarbij de verplichting tot levensonderhoud na twaalf jaar eindigt, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een verlenging rechtvaardigen.
De rechtbank oordeelde dat de enkele terugval in inkomen van de vrouw niet voldoende was om van de hoofdregel af te wijken. De vrouw had niet aangetoond dat zij niet in haar eigen levensonderhoud kon voorzien. De rechtbank wees het verzoek van de vrouw af, omdat zij niet had bewezen dat zij na de echtscheiding alles had gedaan om een eigen inkomen te verwerven en omdat zij over voldoende middelen beschikte om in haar levensonderhoud te voorzien. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder van de partijen zijn eigen kosten droeg.