ECLI:NL:RBROE:2008:BD3317

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
4 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
82794 / FA RK 07-1444
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om eenhoofdig gezag na ontvoering van kinderen naar Libanon

In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 4 juni 2008 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de moeder, hierna te noemen verzoekster, die verzocht om alleen het gezag over haar kinderen te verkrijgen. De vader, hierna te noemen verweerder, had de kinderen zonder toestemming van de moeder ontvoerd naar Libanon. De moeder heeft op 19 oktober 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank, waarin zij verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en haar alleen het gezag toe te kennen. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 mei 2008, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming aanwezig waren. De vader was niet verschenen, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen.

De rechtbank heeft allereerst de rechtsmacht van de Nederlandse rechter beoordeeld op basis van de Brussel II-bis verordening. Aangezien de kinderen hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, was de Nederlandse rechter bevoegd om van het verzoek kennis te nemen. Vervolgens heeft de rechtbank de inhoudelijke beoordeling van het verzoek uitgevoerd, waarbij werd gekeken naar artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel stelt dat de rechtbank het gezamenlijk gezag kan beëindigen indien de omstandigheden zijn gewijzigd of indien er onjuiste of onvolledige gegevens zijn gebruikt bij de eerdere beslissing.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader de kinderen op 7 mei 2007 zonder toestemming van de moeder naar Libanon heeft overgebracht, wat in strijd was met haar gezagsrechten. De moeder heeft aangevoerd dat de vader niet geschikt is om het gezag gezamenlijk uit te oefenen, gezien de ontvoering en de gevolgen daarvan voor de kinderen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vader misbruik heeft gemaakt van zijn gezagsrecht, waardoor het gezamenlijk gezag niet langer gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft daarom besloten dat de moeder alleen het gezag over de kinderen toekomt, en verklaarde de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
Zaaknummer: 82794 / FA RK 07-1444
Beschikking van 4 juni 2008 betreffende ouderlijke verantwoordelijkheden
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen [verzoekster],
procureur: mr. J.A. Boekelman;
tegen:
[verweerder],
wonende te [woonplaats] (Libanon), [adres],
hierna te noemen [verweerder],
Als belanghebbende merkt de rechtbank tevens aan:
[kind 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
[kind 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum].
[verzoekster] en [verweerder] hierna ook te noemen respectievelijk de moeder, de vader en tezamen de ouders.
1. Het ontstaan en verloop van de procedure
1.1. [verzoekster] heeft op 19 oktober 2007 bij de rechtbank een verzoekschrift ingediend. Het verzoek houdt in dat de rechtbank de moeder alleen met het gezag zal belasten, zoals nader is aangegeven in het verzoekschrift, naar de inhoud waarvan de rechtbank verwijst.
1.2. Op 19 maart 2008 is bij de rechtbank binnengekomen het faxbericht met bijlagen van de procureur van de moeder.
1.3. Op 26 en 27 maart 2008 zijn meerdere telefaxberichten van de vader bij de rechtbank binnengekomen.
1.4. Op 15 mei 2008 is bij de rechtbank binnengekomen een telefaxbericht met bijlagen van de procureur van de moeder.
1.5. Op 28 mei is een telefaxbericht met bijlagen zijdens de moeder bij de rechtbank binnengekomen.
1.6. Op 29 mei 2008 heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren plaatsgevonden. De griffier heeft van de inhoud daarvan aantekening gehouden.
Bij deze behandeling zijn verschenen:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming te Roermond.
Zijdens de moeder zijn pleitnotities overgelegd.
1.7. De vader is ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
1.8. Na de zitting op 29 mei 2009 is de rechtbank nog een telefaxbericht van de vader van 27 mei 2008 onder ogen gekomen. De moeder is in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Zij heeft daarop gereageerd bij telefaxbericht van 3 juni 2008.
2. De vaststellingen en overwegingen
2.1. Bij beschikking van deze rechtbank van 4 mei 2005 is de echtscheiding uitgesproken tussen [verzoekster] en [verweerder]. De ouders hebben het gezamenlijk gezag over de minderjarigen behouden. Bij die beschikking is de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader bepaald. Bij beschikking van deze rechtbank van 16 mei 2007 is de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de moeder bepaald.
2.2. Als niet weersproken staat vast dat de kinderen vanaf hun geboorte feitelijk altijd bij de moeder hebben verbleven en door haar zijn verzorgd en opgevoed totdat ze op 7 mei 2007, zonder toestemming van de moeder dus in strijd met haar gezagsrecht, door de vader zijn overgebracht naar Libanon.
2.3. De moeder stelt dat de vader niet geschikt is het gezag over de kinderen gezamenlijk uit te oefenen, nu hij de kinderen heeft ontvoerd naar Libanon en daarbij geen oog heeft (gehad) voor de traumatische gevolgen die de verbreking van het contact tussen de moeder en kinderen voor de kinderen heeft. Zij wenst om die reden alleen te worden belast met het ouderlijk gezag.
2.4. De vader heeft geen verweerschrift ingediend.
2.5. De rechtbank dient allereerst de vraag te beantwoorden of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om van dit verzoek kennis te nemen.
Op grond van artikel 8 van de Brussel II-bis verordening zijn ter zake van de ouderlijke verantwoordelijkheid de gerechten van de lidstaat op het grondgebied waarvan het kind zijn gewone verblijfplaats op het tijdstip dat de zaak bij het gerecht aanhangig wordt gemaakt, bevoegd van het geschil kennis te nemen.
Op grond van artikel 10 van deze verordening blijven betreffende gerechten in geval van ongeoorloofde overbrenging of het niet doen terugkeren van het kind in ieder geval nog gedurende een jaar bevoegd van het geschil kennis te nemen.
2.6. De kinderen hebben altijd hun gewone verblijfplaats in Nederland gehad. De vader heeft de kinderen op 7 mei 2007 naar Libanon meegenomen Onderhavig verzoek is op 19 oktober 2007, dus binnen een jaar ingediend bij deze rechtbank.
Daarmee staat de rechtsmacht van de Nederlandse rechter vast.
2.7. Vervolgens dient het verzoek inhoudelijk te worden beoordeeld.
Het verzoek van de moeder is gebaseerd op artikel 1:253n, lid 1, BW. Dat artikel luidt als volgt:
Op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of een van hen kan de rechtbank het gezamenlijk gezag, bedoeld in de artikelen 251, tweede lid, 252, eerste lid, 253q, vijfde lid, of 277, eerste lid, beëindigen, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Dan bepaalt de rechtbank aan wie van de ouders voortaan in het belang van het kind het gezag over ieder der minderjarige kinderen toekomt.
2.8. Indien de vader en de moeder het niet eens konden worden over een overbrenging van de kinderen van Nederland naar Libanon, had de vader daarover een beslissing dienen te vragen van de rechtbank. De Nederlandse wetgeving kent daarvoor immers een rechtsgang. Op grond van artikel 1:253a BW kunnen geschillen over de gezagsuitoefening, in geval van gezamenlijk gezag, op verzoek van een of beide ouders, worden voorgelegd aan de rechtbank. De rechtbank neemt dan, na te hebben geprobeerd de ouders tot elkaar te brengen, een beslissing die haar in het belang van de kinderen wenselijk voorkomt.
2.9. Door de kinderen van de ene op de andere dag, zonder instemming van de moeder of de rechtbank, bij de moeder in Nederland weg te halen en permanent in Libanon onder te brengen, heeft de vader in grove strijd gehandeld met de belangen van de kinderen en het gezag van de moeder ondermijnd.
2.10. Door aldus te handelen heeft de vader zodanig misbruik gemaakt van zijn gezagsrecht dat dit hem dit niet langer toekomt. Aldus is sprake van een wijziging die beëindiging van het gezamenlijk gezag rechtvaardigt.
De rechtbank zal de moeder dan ook alleen met het gezag belasten.
3. De beslissing
De rechtbank:
3.1. bepaalt dat aan [verzoekster], voortaan alleen het gezag toekomt over de minderjarigen:
[kind 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
[kind 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum];
verklaart deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.C.G. Brants, mr. J.J.M. Wassenberg en mr. M.M.T. Coenegracht, kinderrechters, en ter openbare terechtzitting van 4 juni 2008 uitgesproken, in tegenwoordigheid van de griffier.
type : tn
Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld door indiening van een beroepschrift bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze uitspraak is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak; door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening van de uitspraak of nadat de uitspraak hun op andere wijze bekend is geworden.