ECLI:NL:RBROE:2008:BD0701
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bepaling hoofdverblijfplaats en omgangsregeling van minderjarige in co-ouderschap
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 7 mei 2008 uitspraak gedaan over de hoofdverblijfplaats en omgangsregeling van een minderjarige, die momenteel bij zijn vader staat ingeschreven en om de week bij zijn ouders verblijft. De moeder heeft, naar aanleiding van een advies van de raad voor de kinderbescherming, verzocht om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij haar vast te stellen en een omgangsregeling van één weekend per veertien dagen. De raad voor de kinderbescherming heeft echter geadviseerd om de huidige situatie niet te wijzigen, omdat de minderjarige de regeling als prettig ervaart en er geen bevestiging is van de zorgen die de ouders over elkaar hebben.
De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder afgewezen, waarbij zij heeft overwogen dat de minderjarige goed functioneert in de huidige situatie en dat een wijziging schadelijk zou zijn voor zijn geestelijk welzijn. De rechtbank heeft daarbij artikel 1:247 van het Burgerlijk Wetboek in acht genomen, dat de opvoedingsverplichting van ouders benadrukt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader blijft en dat de omgangsregeling, waarbij de minderjarige om de week bij zijn ouders verblijft, in stand blijft.
De rechtbank heeft ook de proceskosten tussen de ouders gecompenseerd, zodat elk van hen de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door kinderrechter mr. J.J.M. Wassenberg en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.