ECLI:NL:RBROE:2008:BC7574

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
26 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
04/610126-06
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens vrijwillige terugtred en gebrek aan bewijs voor medeplichtigheid aan gekwalificeerde doodslag

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 26 maart 2008, stond verdachte 5 terecht voor medeplichtigheid aan gekwalificeerde doodslag. De officier van justitie beschuldigde verdachte 5 van het verschaffen van inlichtingen die hebben geleid tot de dood van slachtoffer [slachtoffer] tijdens een inbraak. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de medeplichtigheid van verdachte 5. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte 5 zich op een bepaald moment heeft gedistantieerd van de plannen om in te breken en dat hij vrijwillig is teruggetreden. Dit werd ondersteund door verklaringen van zowel verdachte 5 als andere betrokkenen, die bevestigden dat verdachte 5 na twee pogingen had besloten niet verder te gaan met de inbraakplannen. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat verdachte 5 nog betrokken was bij de inbraak op het moment dat deze plaatsvond, en dat hij geen rechtsplicht had om het misdrijf te beletten. De rechtbank sprak verdachte 5 vrij van alle tenlastegelegde feiten, en verklaarde de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering, aangezien er geen veroordeling volgde. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de rechters en griffier, en de uitspraak werd openbaar gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Parketnummer : 04/610126-06
Uitspraak d.d. : 26 maart 2008
TEGENSPRAAK
VONNIS
van de rechtbank Roermond,
meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
naam : [verdachte 5]
voornamen : [voornamen verdachte 5]
geboren op : [geboortedatum]
adres : [adres verdachte 5]
plaats : [adres verdachte 5]
1. Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 22 november 2007 en 12 maart 2008.
2. De tenlastelegging
De [verdachte 5] staat na een nadere omschrijving tenlastelegging terecht ter zake dat:
[verdachte 2] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 3] in of omstreeks de nacht
van 6 op 7 juli 2002, in elk geval in de maand juli 2002, te Milsbeek, in elk geval in de gemeente Gennep, tezamen en in vereniging, althans ieder voor zich en alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven hebben/heeft beroofd, bestaande uit het opzettelijk, tezamen en in vereniging, althans ieder voor zich en alleen, met een pistool, in elk geval met een vuurwapen, schieten van een of meer kogel(s) in het lichaam van die [slachtoffer], althans met een pistool, in elk geval met een vuurwapen, afvuren van een of meer kogel(s) in de richting van die [slachtoffer] waardoor deze in het lichaam werd getroffen, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden, welke vorenomschreven doodslag toen en aldaar werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten het medeplegen of plegen van een poging tot diefstal door middel van braak en/of inklimming, van een hoeveelheid geld van die [slachtoffer], en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, welk feit hij, [verdachte 5], in of omstreeks de periode van januari 2002 tot en met 06 juli 2002 in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland, door het verschaffen van gelegenheid en/of inlichtingen opzettelijk heeft uitgelokt,
althans tot het plegen van welk misdrijf hij, [verdachte 5], in of omstreeks de periode van januari 2002 tot en met 06 juli 2002 in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid en/of inlichtingen heeft verschaft,
- zakelijk weergegeven -
door aan genoemde [verdachte 5] mede te delen:
- de naam en/of het adres en/of het telefoonnummer van genoemde [slachtoffer] en/of
- welke auto's [slachtoffer] in bezit zou hebben en/of
- dat [slachtoffer] vrijgezel was en/of alleenwonend was op de boerderij en/of
- dat de huishoudster van [slachtoffer] in een gele Mercedes reed en/of
- dat er bij [slachtoffer] veel geld zou liggen en/of
- dat geld in een melkbus zou liggen en/of
- dat er minimaal Fl. 100.000.- aan zwart geld zou zitten in een melkbus in de
keuken bij [slachtoffer] en/of
- dat [slachtoffer] veel zwart geld in huis had van een erfenis en/of
- dat [slachtoffer] van de oude stempel was en dat hij zijn geld niet naar de bank
bracht en/of
- dat [slachtoffer] op 6 of 7 juli 2002 twee of drie dagen niet thuis zou zijn en/of
door meermalen, althans eenmaal, samen met genoemde [verdachte 5] naar Milsbeek te rijden en aldaar de plaats des misdrijfs te verkennen en/of door af te spreken of in te stemmen dat hij, [verdachte 5], een deel van de buit of tipgeld zou krijgen en/of door aan genoemde [verdachte 5] advies te geven en/of overleg te plegen welke handelingen gepleegd moesten worden, onder meer bestaande uit het bellen naar of met [slachtoffer] teneinde deze weg te lokken bij de boerderij en/of [slachtoffer] te controleren en/of door in strijd met een op hem, [verdachte 5], rustende rechtsplicht opzettelijk na te laten te beletten dat voornoemd misdrijf werd gepleegd; (artikel 288 juncto 47 of 48 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande geen veroordeling zou volgen:
[verdachte 2] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 3] in of omstreeks de nacht van 6 op 7 juli 2002, in elk geval in de maand juli 2002, te Milsbeek, in elk geval in de gemeente Gennep, tezamen en in vereniging, althans ieder voor zich en alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven hebben/heeft beroofd, bestaande uit het opzettelijk, tezamen en in vereniging, althans ieder voor zich en alleen, met een pistool, in elk geval met een vuurwapen, schieten van een of meer kogel(s) in het lichaam van die [slachtoffer], althans met een pistool, in elk geval met een vuurwapen, afvuren van een of meer kogel(s) in de richting van die [slachtoffer] waardoor deze in het lichaam werd getroffen, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden,
welk feit hij, [verdachte 5], in of omstreeks de periode van januari 2002 tot en met 06 juli 2002 in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland, door het verschaffen van gelegenheid en/of inlichtingen opzettelijk heeft uitgelokt,
althans tot het plegen van welk misdrijf hij, [verdachte 5], in of omstreeks de periode van januari 2002 tot en met 06 juli 2002 in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid en/of inlichtingen heeft verschaft,
- zakelijk weergegeven - door aan genoemde [verdachte 5] mede te delen:
- de naam en/of het adres en/of het telefoonnummer van genoemde [slachtoffer] en/of
- welke auto's [slachtoffer] in bezit zou hebben en/of
- dat [slachtoffer] vrijgezel was en/of alleenwonend was op de boerderij en/of
- dat de huishoudster van [slachtoffer] in een gele Mercedes reed en/of
- dat er bij [slachtoffer] veel geld zou liggen en/of
- dat geld in een melkbus zou liggen en/of
- dat er minimaal Fl. 100.000.- aan zwart geld zou zitten in een melkbus in de
keuken bij [slachtoffer] en/of
- dat [slachtoffer] veel zwart geld in huis had van een erfenis en/of
- dat [slachtoffer] van de oude stempel was en dat hij zijn geld niet naar de bank
bracht en/of
- dat [slachtoffer] op 6 of 7 juli 2002 twee of drie dagen niet thuis zou zijn en/of
door meermalen, althans eenmaal, samen met genoemde [verdachte 5] naar Milsbeek te rijden en aldaar de plaats des misdrijfs te verkennen en/of door af te spreken of in te stemmen dat hij, [verdachte 5], een deel van de buit of tipgeld zou krijgen en/of door aan genoemde [verdachte 5] advies te geven en/of overleg te plegen welke handelingen gepleegd moesten worden, onder meer bestaande uit het bellen naar of met [slachtoffer] teneinde deze weg te lokken bij de boerderij en/of [slachtoffer] te controleren en/of door in strijd met een op hem, [verdachte 5], rustende rechtsplicht opzettelijk na
te laten te beletten dat voornoemd misdrijf werd gepleegd; (artikel 287 juncto 47 of 48 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake al het vorenstaande geen veroordeling zou volgen:
[verdachte 2] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 3] in of omstreeks de nacht van 6 op 7 juli 2002, in elk geval in de maand juli 2002, te Milsbeek, in elk geval in de gemeente Gennep, ter uitvoering van het door genoemde [verdachte 2] en/of [verdachte 1] en/of [verdachte 3] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging, althans ieder voor zich en alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning gelegen aan de [adres slachtoffer] weg te nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan genoemde [verdachte 2] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 3] en/of aan [verdachte 5] en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging, althans ieder voor zich en alleen, een ruit van een raam van die woning hebben/heeft stukgegooid, in elk geval hebben/heeft stukgemaakt, en via dat raam naar binnen zijn/is geklommen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld bestond uit het tezamen en in vereniging, althans ieder voor zich en alleen, met een pistool, in elk geval met een vuurwapen, schieten van een of meer kogel(s) in het lichaam van die [slachtoffer], althans met een pistool, in elk geval met een vuurwapen, afvuren van een of meer kogel(s) in de richting van die [slachtoffer] waardoor deze in het lichaam werd
getroffen, terwijl het feit de dood van voornoemde [slachtoffer] ten gevolge had, welk feit hij, [verdachte 5], in of omstreeks de periode van januari 2002 tot en met 06 juli 2002 in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland, door het verschaffen van gelegenheid en/of inlichtingen opzettelijk heeft uitgelokt, althans tot het plegen van welk misdrijf hij, [verdachte 5], in of omstreeks de periode van januari 2002 tot en met 06 juli 2002 in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid en/of inlichtingen heeft verschaft, - zakelijk weergegeven - door aan genoemde [verdachte 5] mede te delen:
- de naam en/of het adres en/of het telefoonnummer van genoemde [slachtoffer] en/of
- welke auto's [slachtoffer] in bezit zou hebben en/of
- dat [slachtoffer] vrijgezel was en/of alleenwonend was op de boerderij en/of
- dat de huishoudster van [slachtoffer] in een gele Mercedes reed en/of
- dat er bij [slachtoffer] veel geld zou liggen en/of
- dat geld in een melkbus zou liggen en/of
- dat er minimaal Fl. 100.000.- aan zwart geld zou zitten in een melkbus in de
keuken bij [slachtoffer] en/of
- dat [slachtoffer] veel zwart geld in huis had van een erfenis en/of
- dat [slachtoffer] van de oude stempel was en dat hij zijn geld niet naar de bank
bracht en/of
- dat [slachtoffer] op 6 of 7 juli 2002 twee of drie dagen niet thuis zou zijn en/of
door meermalen, althans eenmaal, samen met genoemde [verdachte 5] naar Milsbeek te rijden en aldaar de plaats des misdrijfs te verkennen en/of door af te spreken of in te stemmen dat hij, [verdachte 5], een deel van de buit of tipgeld zou krijgen en/of door aan genoemde [verdachte 1] advies te geven en/of overleg te plegen welke handelingen gepleegd moesten worden, onder meer bestaande uit het bellen naar of met [slachtoffer] teneinde deze weg te lokken bij de boerderij en/of [slachtoffer] te controleren en/of door in strijd met een op hem, [verdachte 5], rustende rechtsplicht opzettelijk na te laten te beletten dat voornoemd misdrijf werd gepleegd;
(artikel 312 juncto 45 juncto 47 of 48 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake al het vorenstaande geen veroordeling zou volgen:
[verdachte 2] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 3] in of omstreeks de nacht van 6 op 7 juli 2002, in elk geval in de maand juli 2002, te Milsbeek, in elk geval in de gemeente Gennep, ter uitvoering van het door genoemde [verdachte 2] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 3] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging, althans ieder voor zich en alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning gelegen aan de [adres slachtoffer] weg te nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan genoemde [verdachte 2] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 3] en/of aan [verdachte 5] en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging, althans ieder voor zich en alleen, een ruit van een raam van die woning hebben/heeft stukgegooid, in elk geval hebben/heeft stukgemaakt, en via dat raam naar binnen zijn/is geklommen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welk feit hij, [verdachte 5], in of omstreeks de periode van januari 2002 tot en met 06 juli 2002 in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland, door het verschaffen van gelegenheid en/of inlichtingen opzettelijk heeft uitgelokt, althans tot het plegen van welk misdrijf hij, [verdachte 5], in of omstreeks de periode van januari 2002 tot en met 06 juli 2002 in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid en/of inlichtingen heeft verschaft,
- zakelijk weergegeven - door aan genoemde [verdachte 1] mede te delen:
- de naam en/of het adres en/of het telefoonnummer van genoemde [slachtoffer] en/of
- welke auto's [slachtoffer] in bezit zou hebben en/of
- dat [slachtoffer] vrijgezel was en/of
- alleenwonend was op de boerderij en/of
- dat de huishoudster van [slachtoffer] in een gele Mercedes reed en/of
- dat er bij [slachtoffer] veel geld zou liggen en/of
- dat geld in een melkbus zou liggen en/of
- dat er minimaal Fl. 100.000.- aan zwart geld zou zitten in een melkbus in de keuken bij [slachtoffer] en/of
- dat [slachtoffer] veel zwart geld in huis had van een erfenis en/of
- dat [slachtoffer] van de oude stempel was en dat hij zijn geld niet naar de bank bracht en/of
- dat [slachtoffer] op 6 of 7 juli 2002 twee of drie dagen niet thuis zou zijn en/of
door meermalen, althans eenmaal, samen met genoemde [verdachte 5] naar Milsbeek te rijden en aldaar de plaats des misdrijfs te verkennen en/of door af te spreken of in te stemmen dat hij, [verdachte 5], een deel van de buit
of tipgeld zou krijgen en/of door aan genoemde [verdachte 1] advies te geven en/of overleg te plegen welke handelingen gepleegd moesten worden, onder meer bestaande uit het bellen naar of met [slachtoffer] teneinde deze weg te lokken bij de boerderij en/of [slachtoffer] te controleren en/of door in strijd met een op hem, [verdachte 5], rustende rechtsplicht opzettelijk na te laten te beletten dat voornoemd misdrijf werd gepleegd. (artikel 311 juncto 45 juncto 47 of 48 van het Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De [verdachte 5] is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3. De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4. De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5. De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.
6. Schorsing der vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7.1 Standpunt van de officier van justitie en de verdediging over het bewijs.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 12 maart 2008 gevorderd dat de medeplichtigheid aan de gekwalificeerde doodslag zal worden bewezen verklaard.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat [verdachte 5] dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feitencomplex.
7.2 Vrijspraakoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de [verdachte 5] is ten laste gelegd en zij zal daarom [verdachte 5] daarvan vrijspreken.
De rechtbank overweegt daaromtrent dat haar uit het onderzoek ter terechtzitting het volgende is gebleken.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat [verdachte 5] hem op een gegeven moment gevraagd heeft of hij niet iets wist om snel aan geld te komen, omdat [verdachte 1] hoge schulden had. Verdachte heeft vervolgens tegen [verdachte 5] verteld dat er bij [voornaam ] [slachtoffer] wellicht geld te halen viel. Verdachte kwam volgens eigen zeggen op dit idee omdat hij daarvoor een spatbord aan [slachtoffer] had verkocht en dat [slachtoffer] dit betaald had met een paar verfrommelde briefjes van honderd gulden en dat [verdachte 5] daaruit afleidde dat als iemand zo met zijn geld omgaat er dan ook wel meer te halen zou zijn.
Verdachte heeft ter terechtzitting betwist dat dit een strafrechtelijke relevante tip zou zijn in die zin dat deze tip is te beschouwen als het opzettelijk verschaffen van inlichtingen die hebben geleid tot het plegen van de overval bij [slachtoffer].
Verdachte heeft daartoe gesteld dat al pratende onder elkaar in de loods van zijn bedrijf meer in het algemeen ter sprake zou zijn gekomen dat alleenstaande boeren met zoveel vee, zoals [slachtoffer], doorgaans veel geld in huis hebben. Het zou enkel koffiepraat betreffen. De rechtbank is van oordeel dat de informatie die door [verdachte 5] is verstrekt wel strafrechtelijk relevant is en veel verder ging dan zogenaamde koffiepraat, nu [verdachte 5] naar aanleiding van de vraag van [verdachte 1] of [verdachte 5] nog iets wist, niet alleen de naam van [slachtoffer] heeft genoemd en over de hoeveelheden contant geld in huis er op los heeft gefantaseerd, maar ook samen met [verdachte 1] nog enkele keren naar Milsbeek is gegaan met de bedoeling om te gaan inbreken bij [slachtoffer].
Het betreft dus informatie die ertoe geleid heeft dat [verdachte 5] samen met [verdachte 5] op inbrekerspad is gegaan. Dan doet zich de vraag voor of gelet op het gestelde feitelijke vervolg in deze zaak deze verstrekte informatie [verdachte 5] nog kan worden aangerekend in het kader van de ten laste gelegde medeplichtigheid. Daartoe dient de rechtbank eerst te beoordelen of het aannemelijk is geworden dat [verdachte 5], zoals hij stelt, zich heeft gedistantieerd van verdere voornemens tot inbreken door [verdachte 5], met andere woorden of hij vrijwillig is teruggetreden. Zowel [verdachte 5] als [verdachte 1] verklaren dat [verdachte 5] na twee pogingen had besloten om niet nog vaker met [verdachte 5] op inbrekerspad bij [slachtoffer] te gaan. Ook verklaren zowel [verdachte 5] als [verdachte 5] dat als [verdachte 5] enkele maanden vóór juli 2002 aan de woning van [verdachte 5] verschijnt, [verdachte 5] tegen [verdachte 5] heeft gezegd dat hij niets meer met een mogelijke inbraak bij [voornaam ] [slachtoffer] te maken wil hebben en dat hij bovendien tegen [verdachte 5] heeft gezegd dat deze daar niet moet inbreken omdat het, naar eigen zeggen, het allemaal niet waard is. Naar het oordeel van de rechtbank is het voorts aannemelijk dat er vanaf die datum tot enkele dagen na 7 juli 2002 geen contact meer is tussen [verdachte 5] en [verdachte 5]. De rechtbank acht met name geen bewijs voorhanden voor de stelling van de officier van justitie dat [verdachte 5] nog tijdens het plegen van de inbraak een vinger aan de pols heeft gehouden over het verloop daarvan door telefonisch contact te zoeken. Vast is komen te staan dat er met de vaste telefoon van [verdachte 5] is gebeld met het mobiele telefoonnummer van mede[verdachte 5] [verdachte 3], welk toestel [verdachte 5] min of meer toevallig bij zich had omdat zijn eigen toestel deels defect was. Voorts is aannemelijk dat de zoon van [verdachte 5] zijn vriend [verdachte 3] vaker laat op de avond opbelde en [verdachte 5] zelf geen enkel contact met [verdachte 3] onderhield en noch [verdachte 5] noch [verdachte 5] iets verhalen over contacten tussen [verdachte 3] en [verdachte 5]. Ook heeft [verdachte 1] verklaard dat hij pas na het afhaken van [verdachte 5] anderen is gaan vragen om mee te gaan inbreken en dat hij na het afhaken van [verdachte 5] geen contact meer met [verdachte 5] heeft gehad tot enkele dagen na 7 juli 2002.
In het dossier zijn verder geen - zelfstandige - voor [verdachte 5] belastende verklaringen aanwezig. Weliswaar verklaren [getuige] en [verdachte 3] over de rol van [verdachte 5] als mogelijke tipgever, maar zij hebben al deze informatie gehoord van [verdachte 5] en kunnen in dat kader niet uit eigen wetenschap verklaren.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat [verdachte 5] zich op een zodanig tijdstip heeft gedistantieerd van het handelen van medeverdachte [verdachte 1], enkele maanden vóór 7 juli 2002, en dat hij voldoende heeft getracht om [verdachte 5] van diens handelen te weerhouden, dat er sprake is van een vrijwillige terugtred en dat hem derhalve geen strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt voor het handelen van [verdachte 5] en anderen in de nacht van 6 op 7 juli 2002.
Dan blijft nog de vraag of op [verdachte 5], zoals door de officier van justitie gesteld, een rechtsplicht rustte tot het beletten van het misdrijf door openbaarmaking van zijn kennis, met andere woorden of [verdachte 5] passieve medeplichtigheid kan worden verweten.
Naar het oordeel van de rechtbank bestond een dergelijke rechtsplicht voor [verdachte 5] niet. Daarbij stelt de rechtbank voorop dat kennis omtrent het voornemen van een ander tot het plegen van een misdrijf niet zonder meer voldoende is voor het doen ontstaan van de rechtsplicht tot openbaarmaking van die kennis en aldus het beletten van het misdrijf. Deze rechtsplicht bestond in dit geval al niet omdat [verdachte 5] door kennisgeving gevaar voor een strafvervolging zou doen ontstaan voor zichzelf. Voorts is niet gebleken dat [verdachte 5] concrete informatie had of [verdachte 5] daadwerkelijk zijn voornemen zou uitvoeren en wanneer dat dan zou plaatsvinden.
De verklaring van [verdachte 5] afgelegd ten overstaan van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Roermond op 30 januari 2008 dat hij nog steeds van plan was om [verdachte 5] een deel van de buit te geven als tipgeld, ondanks het gegeven dat [verdachte 5] zelf had afgehaakt, maakt voorstaand oordeel niet anders. Uit de verklaring van [verdachte 5] volgt immers dat [verdachte 5] na zijn afhaken geen tipgeld bedongen heeft, maar dat [verdachte 5] zich uit loyaliteit gehouden voelde het kennelijk oorspronkelijk afgesproken deel van de buit van 25% aan [verdachte 5] te geven.
8. De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
[naam gemachtigde nabestaanden], wonende [adres gemachtigde nabestaanden] heeft als gemachtigde van de nabestaanden van [slachtoffer] een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de als gevolg van het ten laste gelegde feit geleden materiële schade.
Aangezien aan de vordering een feitencomplex ten grondslag ligt waarvoor [verdachte 5] niet zal worden veroordeeld, dient de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering te worden verklaard.
Aangezien de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering zal worden verklaard, zal de [verdachte 5] niet worden veroordeeld in de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt.
Niet gebleken is dat [verdachte 5] (extra) kosten heeft gemaakt ten aanzien van de civiele vordering. De rechtbank zal deze kosten vaststellen op nihil.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de [verdachte 5] het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt [verdachte 5] daarvan vrij.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Verklaart de benadeelde partij nabestaanden [slachtoffer], gemachtigde [naam gemachtigde nabestaanden], wonende [adres gemachtigde] niet ontvankelijk in haar vordering;
bepaalt dat de [verdachte 5] niet zal worden veroordeeld in de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, thans begroot op nihil.
Vonnis gewezen door mrs. M.J.A.G. van Baal, N.J.M. Ruyters en J.H.M. Delnooz-Engels, rechters, van wie mr. M.J.A.G. van Baal voornoemd voorzitter, in tegenwoordigheid van J.A.H. Bicker als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank voornoemd op 26 maart 2008.