ECLI:NL:RBROE:2008:BC4510
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen dwangbevel inzake dwangsom voor opslag van bouwpuin
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 12 februari 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roerdalen. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een dwangsom die was opgelegd voor het in opslag houden van bouwpuin. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk was, omdat de inning van de dwangsom geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betreft. Eiser had eerder een last onder dwangsom ontvangen, waartegen bezwaar was gemaakt, maar dit bezwaar was ingetrokken, waardoor de betalingsverplichting vaststond.
De rechtbank stelde vast dat het dwangbevel dat aan eiser was uitgevaardigd, niet gericht was op een publiekrechtelijk rechtsgevolg, maar op de civielrechtelijke afwikkeling van het onherroepelijke dwangsombesluit. Eiser had niet het rechtsmiddel verzet aangewend, wat geheel voor zijn rekening en risico kwam. De rechtbank benadrukte dat het onderliggende dwangsombesluit inmiddels onherroepelijk was en niet meer inhoudelijk ter discussie kon worden gesteld.
De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit van 23 oktober 2007, waarbij het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk was verklaard, de rechterlijke toets kon doorstaan. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, en dit werd openbaar uitgesproken door mr. drs. E.J. Govaers, met M.B.G. Cox-Vorage als griffier.