In deze zaak vorderde eiser, een agrarisch ondernemer, schadevergoeding van de gemeente Echt-Susteren wegens schade die hij zou hebben geleden door de aanwezigheid van de eikenprocessierups op gemeentelijke bomen. Eiser stelde dat de gemeente onvoldoende zorg had gedragen voor de bestrijding van deze rupsen, waardoor brandharen in zijn hooi terecht waren gekomen, wat leidde tot waardeverlies van het hooi. De rechtbank Roermond oordeelde dat de gemeente de nodige zorg in acht had genomen en adequate voorzorgsmaatregelen had getroffen. De rechtbank concludeerde dat de gemeente, als eigenaar van de bomen, een zorgplicht had om de overlast van de eikenprocessierups te beperken, maar dat de keuze voor de bestrijdingsmethoden en het tijdstip van bestrijding zorgvuldig was gemaakt op basis van beschikbare informatie en adviezen van deskundigen. De rechtbank wees de vordering van eiser af, omdat niet was aangetoond dat de gemeente onzorgvuldig had gehandeld. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is gewezen op 14 mei 2008.