ECLI:NL:RBROE:2007:BC0427
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ernstige schending van artikel 21 Rv leidt tot passeren van stellingen en weren van de boosdoener
In deze zaak, die voor de Rechtbank Roermond werd behandeld, stonden de besloten vennootschappen De Kruyf Metaaltechniek BV en Waste Treatment Technologies BV tegenover elkaar in een civiele procedure. De procedure volgde op een overeenkomst van opdracht die op 13 maart 2006 was gesloten, waarbij De Kruyf zich had verplicht tot de fabricage en montage van roestvaststalen buizen voor een aanneemsom van EUR 107.500,-. De Kruyf vorderde betaling van EUR 55.531,98 van WTT, vermeerderd met contractuele rente, terwijl WTT in reconventie een bedrag van EUR 3.562,09 of subsidiair EUR 47.709,96 vorderde, met gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst als gevolg van vermeende tekortkomingen.
De rechtbank constateerde dat WTT zich schuldig had gemaakt aan ernstige schendingen van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wat leidde tot het passeren van stellingen en weren van WTT. De rechtbank oordeelde dat WTT te laat en onjuist feiten had geponeerd, wat de procesvoering belemmerde. De rechtbank stelde vast dat WTT niet alleen te laat met stellingen kwam, maar ook dat deze stellingen onjuist waren. Dit leidde tot de conclusie dat de vorderingen van De Kruyf in conventie moesten worden toegewezen, terwijl de vorderingen van WTT in reconventie werden afgewezen.
De rechtbank veroordeelde WTT tot betaling van het gevorderde bedrag aan De Kruyf, vermeerderd met rente, en legde WTT de proceskosten op, die aan de zijde van De Kruyf werden begroot op EUR 2.631,85 in conventie en EUR 223,50 in reconventie. Dit vonnis werd uitgesproken op 28 november 2007 door mr. dr. R. Kluin.