ECLI:NL:RBROE:2007:BB4102
Rechtbank Roermond
- Raadkamer
- N.J.M. Ruyters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering wegens onvoldoende bewijs van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerij
In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Roermond op 21 september 2007 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen [veroordeelde], die eerder was veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De officier van justitie had een ontnemingsvordering ingediend, waarbij hij stelde dat [veroordeelde] voordeel had genoten van meerdere hennepplantages. De politierechter heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel was gebaseerd op extrapolatie en niet op concrete gegevens over de duur en omvang van de hennepkwekerij.
Tijdens de zitting heeft [veroordeelde] verklaard dat hij in maart 2006 is begonnen met de inrichting van de hennepkwekerij en dat hij geen inkomsten heeft gehad uit deze kwekerij. De getuige [getuige], eigenaar van de loods, bevestigde dat de loods in maart 2006 leeg was en dat er geen hennepkwekerij aanwezig was. De politierechter oordeelde dat de verklaring van [veroordeelde] geloofwaardig was, mede gezien de getuigenverklaringen die zijn standpunt ondersteunden.
De politierechter concludeerde dat de vordering van de officier van justitie niet kon worden onderbouwd met voldoende bewijs. De berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel was niet gebaseerd op een kasopstelling of vermogensvergelijking, maar op extrapolatie van eerdere oogsten. Hierdoor was er onvoldoende grondslag voor de ontneming van het veronderstelde voordeel. De politierechter heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat niet was vastgesteld dat [veroordeelde] daadwerkelijk voordeel had verkregen uit de hennepkwekerij.