ECLI:NL:RBROE:2007:BB2179

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
11 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
80922 / JE RK 07 - 789
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de uithuisplaatsing van een minderjarige in een jeugdbeschermingszaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 11 juli 2007, betreft het een verzoek tot beëindiging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, die onder toezicht was gesteld van Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg. De minderjarige was sinds 2 juli 2007 geplaatst in een justitiële jeugdinrichting. De ouders van de minderjarige, die het gezag over hem uitoefenen, stemden in met het verzoek tot beëindiging van de plaatsing. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar een eerdere beschikking van dezelfde rechtbank, waarin het verzoek tot voortzetting van de machtiging tot uithuisplaatsing was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van de minderjarige om beëindiging van de uithuisplaatsing in aanmerking kwam, en besloot de duur van de lopende machtiging te bekorten tot het moment van deze beslissing. De rechtbank heeft het verzoek tot beëindiging van de uithuisplaatsing toegewezen, met ingang van 11 juli 2007, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van kinderrechters, met mr. P.C.G. Brants als voorzitter. Tegen deze uitspraak staat beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND
Sector civielrecht
Zaak-/rolnummer: 80922 / JE RK 07-789
Beschikking van 11 juli 2007 betreffende een jeugdbeschermingsmaatregel
in de zaak van
[de minderjarige], geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum], hierna te noemen de minderjarige.
De kinderrechter merkt naast de minderjarige en verzoeker als belanghebbenden aan:
- Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
mede kantoorhoudende te 5900 AE Venlo,
Postbus 219,
- [de vader],
wonende te [woonplaats],
[adres],
- [de moeder],
wonende te [woonplaats],
[adres].
Het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de ouders.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Ter zitting d.d. 11 juli 2007, naar aanleiding van het horen in het kader van een spoedverzoek uithuisplaatsing in een justitiële jeugdinrichting, heeft mr. Janssen-Dekkers namens de minderjarige de stichting verzocht met onmiddellijke ingang over te gaan tot beëindiging van de uithuisplaatsing ex artikel 263, lid 2 Burgerlijk Wetboek met betrekking tot bovengenoemde minderjarige.
1.2. De stichting Bureau Jeugdzorg heeft het verzoek terstond afgewezen.
1.3. Mr. Janssen-Dekkers heeft, gelet op het bepaalde in artikel 1:263, vierde lid, van het BW, de rechtbank verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing met onmiddellijke ingang te beëindigen.
1.4. Ter zitting zijn op het verzoek gehoord de stichting en de ouders.
2. De vaststellingen en overwegingen
2.1. De minderjarige is onder toezicht gesteld van de stichting voornoemd en ingaande
2 juli 2007 met een rechterlijke machtiging geplaatst in de justitiële jeugdinrichting de [inrichting] te [plaatsnaam]. De ouders hebben het gezag over de minderjarige.
2.2. De ouders stemmen in met het verzoek tot beëindiging van de plaatsing.
2.3. De stichting verzet zich tegen het verzoek.
2.4. Voor haar oordeel op het verzoek verwijst de rechtbank in dit verband naar de
aangehechte beschikking van deze rechtbank de dato heden onder zaak-/rolnummer: 80691 / JE RK 07-735.
De rechtbank heeft in deze laatste beschikking het verzoek van de stichting tot voortzetting van de machtiging tot uithuisplaatsing per 17 juli 2007 afgewezen.
Op dezelfde gronden als in die beschikking bepaald oordeelt de rechtbank dat het verzoek van de minderjarige voor inwilliging in aanmerking komt.
Het vorenstaande brengt met zich mee dat de duur van de lopende machtiging wordt bekort tot het tijdstip van onderhavige beslissing.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. wijst toe het verzoek tot beëindiging van de uithuisplaatsing van de minderjarige met ingang van 11 juli 2007;
3.2. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven door mrs. P.C.G. Brants, H.T.J.F. Verhappen en G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe , kinderrechters, waarvan mr. P.C.G. Brants, voorzitter, en ter openbare terechtzitting van 11 juli 2007 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld door indiening van een beroepschrift bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze uitspraak is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak; door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening van de uitspraak of nadat de uitspraak hun op andere wijze bekend is geworden.