ECLI:NL:RBROE:2007:BB2177
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C.G. Brants
- H.T.J.F. Verhappen
- G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe
- Rechtspraak.nl
Beslissing over machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een justitiële jeugdinrichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 11 juli 2007 uitspraak gedaan over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige], in een justitiële jeugdinrichting. De kinderrechter had eerder op 2 juli 2007 een tijdelijke machtiging verleend voor een periode van twee weken, maar de situatie rondom de minderjarige was sindsdien veranderd. Tijdens de zittingen op 9, 10 en 11 juli 2007 zijn verschillende belanghebbenden gehoord, waaronder de ouders van de minderjarige, de stichting en de minderjarige zelf, bijgestaan door haar advocaat, mr. L.H. Janssen-Dekkers.
De minderjarige, een 17-jarig meisje van Turkse afkomst, had een relatie met een 32-jarige man van Marokkaanse afkomst, wat leidde tot spanningen binnen haar familie. De ouders van de minderjarige gaven aan dat zij nu instemden met de relatie en zelfs met een verloving, wat een significante verandering in de situatie betekende. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ernstige gedragsproblemen van de minderjarige, die eerder aanleiding gaven voor de uithuisplaatsing, niet langer aanwezig waren. De ouders en de stichting waren van mening dat de minderjarige niet langer gesloten hoefde te worden geplaatst.
De rechtbank oordeelde dat de machtiging tot uithuisplaatsing niet langer gerechtvaardigd was, gezien de gewijzigde omstandigheden en de acceptatie van de relatie door de ouders. De kinderrechter heeft het verzoek van de stichting tot verlenging van de machtiging afgewezen, en de minderjarige werd in staat geacht om weer thuis te wonen. De beslissing werd genomen in het belang van de minderjarige en haar ontwikkeling, waarbij de rechtbank ook rekening hield met de culturele context en de dynamiek binnen het gezin.