ECLI:NL:RBROE:2006:AZ5891
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van alimentatieverzoek in het kader van echtscheiding met betrekking tot verdiencapaciteit in de prostitutie
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 13 december 2006, is een verzoek tot partneralimentatie aan de orde. De vrouw, werkzaam in de prostitutie, heeft de behoefte van de man aan een uitkering voor levensonderhoud betwist. De man, die zorg draagt voor zijn twee minderjarige kinderen uit een eerdere relatie, heeft gesteld dat hij niet in staat is om een eigen inkomen te verwerven, ondanks zijn eerdere werkervaring. De rechtbank heeft de afspraken die de partijen bij aanvang van hun huwelijk hebben gemaakt in aanmerking genomen, waarbij de vrouw het gezinsinkomen zou genereren en de man de huishoudelijke taken op zich zou nemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het netto-gezinsinkomen in 2005 € 47.191,- bedroeg, wat resulteert in een netto-gezinsinkomen van € 3.900,- per maand. Na aftrek van de kosten voor de kinderen, is de behoefte van de man aan alimentatie vastgesteld op € 1.800,- per maand. De rechtbank heeft vervolgens de financiële draagkracht van de vrouw beoordeeld, waarbij zij rekening heeft gehouden met haar inkomsten uit de prostitutie en de mentale en fysieke belasting die dit werk met zich meebrengt.
De rechtbank concludeert dat de vrouw momenteel niet in staat is om meer dan € 3.000,- bruto per maand te verdienen, en dat zij geen financiële draagkracht heeft om alimentatie te betalen. Het verzoek van de man om partneralimentatie wordt dan ook afgewezen. De rechtbank compenseert de proceskosten tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beslissing is genomen in het kader van de eerder uitgesproken echtscheiding en de verdeling van de proceskosten.