ECLI:NL:RBROE:2006:AZ3458
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige ondanks advies van Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de rechtbank Roermond op 18 oktober 2006 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De minderjarige was onder toezicht gesteld van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, en de ondertoezichtstelling liep oorspronkelijk tot 22 oktober 2006. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om verlenging van deze ondertoezichtstelling met een jaar, onderbouwd met een plan van aanpak en een verslag van de ondertoezichtstelling. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2006 waren verschillende belanghebbenden aanwezig, waaronder de moeder van de minderjarige, de pleegmoeder en de gezinsvoogd van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg.
De kinderrechter heeft de ingediende stukken en de verklaringen van de betrokkenen in overweging genomen. De kinderrechter oordeelde dat, gezien de specifieke situatie van de minderjarige en de betrokkenheid van de pleegmoeder, het in het belang van de minderjarige was om de ondertoezichtstelling te verlengen. De kinderrechter benadrukte dat de pleegmoeder, die verbonden is aan een stichting die zich bezighoudt met de opvang van kinderen, een belangrijke rol speelt in de opvoeding en verzorging van de minderjarige. De kinderrechter vond het noodzakelijk dat er een gezinsvoogd betrokken blijft om belangenverstrengeling te voorkomen en om de zorg voor de minderjarige te waarborgen.
De beslissing van de kinderrechter was om de ondertoezichtstelling met één jaar te verlengen, ingaande op 22 oktober 2006. Deze beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.