ECLI:NL:RBROE:2006:AZ3455

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
11 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
75629 / JE RK 06 - 956
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.C.G. Brants
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlenging uithuisplaatsing in een justitiële jeugdinrichting

In deze zaak heeft de kinderrechter van de rechtbank Roermond op 11 oktober 2006 uitspraak gedaan over een verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een justitiële jeugdinrichting. Het verzoek is ingediend door de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, die ook de voogdij over de minderjarige uitoefent. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.H.A. Julicher, en de moeder aanwezig waren tijdens de mondelinge behandeling op 10 oktober 2006. De vertegenwoordiger van de stichting heeft het verzoek gehandhaafd en verwezen naar de rapportage die ter onderbouwing is overgelegd. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de besloten voorziening PP, waar de stichting de minderjarige naartoe wil plaatsen, niet kan worden aangemerkt als een justitiële inrichting in de zin van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Dit betekent dat de wettelijke vereisten voor de gevraagde machtiging niet zijn vervuld. De kinderrechter heeft overwogen dat, hoewel de stichting de minderjarige in een besloten setting wil plaatsen, dit niet kan geschieden onder de noemer van een justitiële uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft het verzoek van de stichting dan ook afgewezen, omdat het niet op de wet is gebaseerd. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, die heeft aangegeven liever bij zijn moeder te willen wonen.

Uitspraak

Zaak-/rolnummer: 75629 / JE RK 06-956.
Datum uitspraak: 11 oktober 2006.
B E S C H I K K I N G
van de kinderrechter in de rechtbank Roermond
op het op 15 september 2006 ingediende verzoekschrift van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, mede kantoorhoudende te Venray, tot verlenging van een machtiging tot uithuisplaatsing in een justitiële jeugdinrichting van:
[de minderjarige], geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum], hierna te noemen de minderjarige.
De kinderrechter merkt naast de minderjarige als belanghebbenden aan:
- [moeder],
wonende te [woonplaats],
[adres],
- [vader],
wonende te [woonplaats],
[adres],
- Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
gevestigd te 6041 CB Roermond,
Slachthuisstraat 33.
Het gezag wordt uitgeoefend door de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg.
1. Het verloop van de procedure
Bij beschikking van de rechtbank Roermond d.d. 21 juli 2004 is benoemd tot voogdes de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, gevestigd te Roermond over de minderjarige.
Het plan van aanpak en het verslag van het verloop van de voogdij, alsmede het indicatiebesluit zijn bij het verzoekschrift overgelegd.
De machtiging tot verlenging uithuisplaatsing wordt verzocht in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Bij beschikking d.d. 13 juni 2006 verleende de kinderrechter reeds machtiging tot crisisplaatsing in een justitiële jeugdinrichting, tot uiterlijk 13 oktober 2006.
Aangezien de stichting machtiging heeft verzocht tot verlenging plaatsing van de minderjarige in een justitiële jeugdinrichting, is aan de minderjarige als raadsman toegevoegd mr. R.H.A. Julicher, advocaat te Venray.
Op 10 oktober 2006 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft van de inhoud daarvan aantekening gehouden.
Bij de behandeling zijn verschenen:
- de minderjarige, bijgestaan door mr. R.H.A. Julicher,
- [moeder],
- een vertegenwoordiger van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
2. Vaststellingen en overwegingen
2.1 De vertegenwoordiger van de stichting heeft ter zitting het onderhavige verzoek gehandhaafd en heeft ter onderbouwing daarvan verwezen naar de onderliggende rapportage met bijlagen.
Het ligt in de bedoeling [de minderjarige] zo spoedig mogelijk over te plaatsen naar [PP], zodat [de minderjarige] zich meer tussen zijn leeftijdsgenoten bevindt. Indien [de minderjarige] onvoldoende meewerkt aan een verblijf en behandeling in de besloten setting van [PP], zal worden overgegaan tot correctieplaatsing in een gesloten groep.
2.2 De raadsman van [de minderjarige] heeft ter zitting gepleit voor afwijzing van het onderhavige verzoek aangezien uit de onderliggende stukken niet kan worden opgemaakt welke behandeling in welke setting het meest in het belang is van [de minderjarige].
[de minderjarige] heeft ter zitting naar voren gebracht dat hij het liefst bij zijn moeder wil wonen.
2.3 Moeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij hoopt dat [de minderjarige] op korte termijn bij haar kan gaan wonen.
2.4 De kinderrechter overweegt met betrekking tot het onderhavige verzoek het volgende.
Met de verzochte machtiging beoogt de stichting plaatsing van de minderjarige in een besloten voorziening van [PP]. Haar verzoek strekt evenwel tot uithuisplaatsing in een justitiële jeugdinrichting. Weliswaar is het [PP]-project in het leven is geroepen om te voorkomen dat jeugdigen met ernstige gedragsproblemen in een justitiële jeugdinrichting worden opgenomen en is ook bij plaatsing in [PP] sprake van vrijheidsbeneming. Echter formeel is niet voldaan aan de wettelijke vereisten voor een machtiging zoals verzocht, immers [PP] is geen justitiële jeugdinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Dat feitelijke plaatsing binnen [PP] slechts mogelijk blijkt met een machtiging tot uithuisplaatsing in een justitiële jeugdinrichting doet het oordeel van de kinderrechter niet anders zijn. Gelet op het vorenstaande, zal het verzoek van de stichting als zijnde niet gebaseerd op de wet, worden afgewezen.
BESLISSING
De kinderrechter:
wijst af het verzoek tot verlenging van de termijn van machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een justitiële jeugdinrichting.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.C.G. Brants, kinderrechter, en ter openbare terechtzitting van 11 oktober 2006 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
Type: SD/KH
Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld door indiening van een beroepschrift bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze uitspraak is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak; door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening van de uitspraak of nadat de uitspraak hun op andere wijze bekend is geworden.