ECLI:NL:RBROE:2006:AX9626
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een justitiële jeugdinrichting
In deze zaak heeft de kinderrechter van de rechtbank Roermond op 3 mei 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige en tot verlening van een machtiging tot uithuisplaatsing in een justitiële jeugdinrichting. De minderjarige was onder toezicht gesteld van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, en de ondertoezichtstelling liep tot 4 mei 2006. De ouders van de minderjarige hebben tijdens de zitting aangegeven dat het goed gaat met hun kind, zowel thuis als op school, en dat een uithuisplaatsing schadelijk zou zijn voor haar gezondheid. De kinderrechter heeft de ouders en de minderjarige gehoord, evenals de gezinsvoogd en een tolk. De ouders hebben bezwaar gemaakt tegen de rapportage van de stichting, waarin zij onjuistheden hebben aangekaart.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige zich goed inzet op school en in de dagbehandeling, en dat zij wil werken aan haar gedrags- en psychiatrische problemen. Ondanks dat de kinderrechter van oordeel is dat aan de criteria voor een machtiging tot plaatsing in een justitiële jeugdinrichting is voldaan, heeft hij het verzoek tot uithuisplaatsing afgewezen. De kinderrechter oordeelt dat de plaatsing in een justitiële jeugdinrichting te ingrijpend en disproportioneel is, gezien de negatieve ervaringen die de minderjarige al heeft meegemaakt, waaronder een vlucht uit haar vaderland en traumatische ervaringen. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling met één jaar te verlengen, ingaande 4 mei 2006, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Tegen deze uitspraak kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.