ECLI:NL:RBROE:2006:AX9433

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
14 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Insolventienummer: 04/367 R
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de schuldsaneringsregeling met schone lei en behandeling van nagekomen baten uit erfenis

In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 14 juni 2006 uitspraak gedaan in het kader van een schuldsaneringsregeling. De rechtbank had eerder op 13 oktober 2004 een definitieve schuldsanering uitgesproken voor de schuldenaar. Tijdens de zitting op 8 juni 2006 heeft de bewindvoerder verzocht om beëindiging van de schuldsaneringsregeling met verkorting van de termijn. De bewindvoerder stelde dat de schuldenaar zijn verplichtingen is nagekomen, maar dat er nog een te ontvangen erfenis is die als nagekomen bate aan de schuldeisers moet worden uitbetaald. De rechter-commissaris heeft het verzoek goedgekeurd en er zijn geen bezwaren van schuldeisers geuit.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar op 8 juni 2006 ter zitting is verschenen en dat de bewindvoerder de kosten en het salaris heeft gepresenteerd. De rechtbank heeft besloten dat de bewindvoerder verantwoordelijk is voor de uitkering van de nagekomen baten aan de schuldeisers. De rechtbank heeft ook de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op twintig maanden, te rekenen vanaf de uitspraak tot toepassing van de regeling, tot 13 juni 2006. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldenaar niet tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen en dat de beëindiging van de regeling leidt tot de 'schone lei' verklaring, waardoor vorderingen niet langer afdwingbaar zijn.

Daarnaast heeft de rechtbank het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 525,00, exclusief omzetbelasting, en de reiskosten op € 24,57. De kosten van publicaties zijn ten laste van de Staat, voor zover deze niet uit de boedel kunnen worden voldaan. De rechtbank heeft ook bepaald dat de publicatiekosten met betrekking tot de neerlegging en het verbindend worden van de uitdelinglijst door de bewindvoerder moeten worden voldaan. Deze uitspraak heeft belangrijke gevolgen voor de schuldenaar, die nu met een schone lei verder kan, terwijl de schuldeisers mogelijk nog een uitkering uit de erfenis kunnen verwachten.

Uitspraak

beëindiging schuldsanering
Insolventienummer: [nummer] R.
Nummer verklaring: [nummer].
Uitspraakdatum: 14 juni 2006.
RECHTBANK ROERMOND
Bij vonnis van deze rechtbank van 13 oktober 2004 is de definitieve schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
[saniet],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
Ter zitting van 8 juni 2006 is door de bewindvoerder een verzoek ingediend tot beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling met verkorting van de termijn. Het verslag houdt onder meer in dat naar het oordeel van de bewindvoerder de schuldenaar zijn uit de schuldsanering voortvloeiende verplichtingen is nagekomen, met dien verstande dat het (eventueel nog) te ontvangen bedrag uit een erfenis als nagekomen bate achteraf aan de schuldeisers dient te worden uitbetaald. De rechter-commissaris heeft het verzoek van de bewindvoerder voor akkoord ondertekend. Geen van de schuldeisers heeft redenen aangevoerd om tot een ander oordeel te komen. Zodanige redenen zijn ook overigens niet gebleken.
De saniet is ter behandeling op 8 juni 2006 verschenen.
De rechtbank zal de termijn gedurende welke de schuldsaneringsregeling van kracht is vast stellen op twintig maanden. Voortzetting heeft voor de schuldeisers geen meerwaarde nu de saniet enkel een bijstandsuitkering geniet waarvan hij met moeite het bewindvoerdersalaris kan voldoen.
De bewindvoerder heeft een beredeneerde verklaring gegeven dat redelijkerwijs niet de verwachting bestaat dat de saniet tijdens de reguliere looptijd van de schuldsaneringsregeling geheel of gedeeltelijk aan de verplichtingen kan voldoen.
Het is echter mogelijk dat de saniet op termijn nog geld kan verwachten uit een erfenis, doch vanwege juridische verwikkelingen, kan het nog jaren duren alvorens duidelijk is of er (en hoeveel) geld uitgekeerd zal gaan worden.
De bewindvoerder heeft aangegeven dat voortzetting van de schuldsaneringsregeling in afwachting van een (eventuele) uitkering evenwel zeer bezwaarlijk voor de saniet is.
De bewindvoerder heeft voorgesteld de schuldsaneringsregeling te beëindigen en de afhandeling van de boedel als nagekomen bate te behandelen zodra duidelijk is of er alsnog geld zal worden uitgekeerd. De bewindvoerder heeft het legaat aan haar (ten behoeve van de boedel) laten cederen.
De rechtbank is van oordeel dat vorenstaande verstrekking van de zogenaamde “schone lei” thans niet in de weg hoeft te staan. Het valt de saniet niet te verwijten dat de mogelijk nog te ontvangen gelden uit een erfenis (door buiten zijn schuld om ontstane juridische verwikkelingen) nog niet op de boedelrekening is ontvangen.
Het (eventueel) nog te ontvangen bedrag uit een erfenis kan, ingevolge artikel 357 van de Faillissementswet, als nagekomen bate achteraf ten goede komen aan de schuldeisers.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen. De kosten van de in de schuldsaneringsregeling bevolen publicaties komen ten laste van de Staat, voor zover deze kosten niet uit de boedel kunnen worden voldaan.
BESLISSING
De rechtbank:
-stelt de termijn, gedurende welke de toepassing van de schuldsaneringsregeling van kracht is, vast op TWINTIG MAANDEN
te rekenen vanaf de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, derhalve tot 13 juni 2006;
-stelt vast dat de schuldenaar niet in de nakoming van één of meer uit de schuldsanering voortvloeiende verplichtingen is
tekortgeschoten;
-bepaalt dat door die beëindiging het rechtsgevolg van artikel 358, lid 1 Faillissementswet intreedt, inhoudende dat
vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsanering werkte, niet langer afdwingbaar zijn (ook wel genoemd de "schone lei
verklaring");
-bepaalt dat de bewindvoerder zal worden belast met de uitkering van nagekomen baten aan de schuldeisers;
-stelt het bedrag van het salaris van de bewindvoerder vast op € 525,00 (exclusief de daarover verschuldigde
omzetbelasting), met dien verstande dat de reeds ontvangen voorschotten op het salaris in dit bedrag zijn opgenomen en
stelt het bedrag van de reiskosten vast op € 24,57;
-bepaalt dat de kosten van de krachtens de Faillissementswet geplaatste publicaties ten laste van de Staat komen, voor
zover deze kosten niet uit de boedel kunnen worden voldaan;
stelt het totaalbedrag van deze kosten vast op € 193,71, waarvan nog niet in rekening is gebracht een bedrag van € 130,00,
en bepaalt dat deze kosten, voor zover nog niet voldaan en met inachtneming van het vorenstaande, door de bewindvoerder
worden overgemaakt op bankrekening nummer 19.23.03.376 ten name van Rechtbank Roermond (425) onder vermelding
van het insolventiekenmerk en de datum van dit vonnis;
-bepaalt dat de publicatiekosten met betrekking tot de neerlegging en het verbindend worden van de uitdelinglijst ten gevolge
van de nagekomen baten uit de dan aanwezige boedel dienen te worden voldaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kluin en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 juni 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.