ECLI:NL:RBROE:2006:AX9433
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de schuldsaneringsregeling met schone lei en behandeling van nagekomen baten uit erfenis
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 14 juni 2006 uitspraak gedaan in het kader van een schuldsaneringsregeling. De rechtbank had eerder op 13 oktober 2004 een definitieve schuldsanering uitgesproken voor de schuldenaar. Tijdens de zitting op 8 juni 2006 heeft de bewindvoerder verzocht om beëindiging van de schuldsaneringsregeling met verkorting van de termijn. De bewindvoerder stelde dat de schuldenaar zijn verplichtingen is nagekomen, maar dat er nog een te ontvangen erfenis is die als nagekomen bate aan de schuldeisers moet worden uitbetaald. De rechter-commissaris heeft het verzoek goedgekeurd en er zijn geen bezwaren van schuldeisers geuit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar op 8 juni 2006 ter zitting is verschenen en dat de bewindvoerder de kosten en het salaris heeft gepresenteerd. De rechtbank heeft besloten dat de bewindvoerder verantwoordelijk is voor de uitkering van de nagekomen baten aan de schuldeisers. De rechtbank heeft ook de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op twintig maanden, te rekenen vanaf de uitspraak tot toepassing van de regeling, tot 13 juni 2006. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldenaar niet tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen en dat de beëindiging van de regeling leidt tot de 'schone lei' verklaring, waardoor vorderingen niet langer afdwingbaar zijn.
Daarnaast heeft de rechtbank het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 525,00, exclusief omzetbelasting, en de reiskosten op € 24,57. De kosten van publicaties zijn ten laste van de Staat, voor zover deze niet uit de boedel kunnen worden voldaan. De rechtbank heeft ook bepaald dat de publicatiekosten met betrekking tot de neerlegging en het verbindend worden van de uitdelinglijst door de bewindvoerder moeten worden voldaan. Deze uitspraak heeft belangrijke gevolgen voor de schuldenaar, die nu met een schone lei verder kan, terwijl de schuldeisers mogelijk nog een uitkering uit de erfenis kunnen verwachten.