ECLI:NL:RBROE:2006:AW2490
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A. Bik
- J.M.P. Willemse
- M.E. Bartels
- Rechtspraak.nl
Omkoping van een ambtenaar in relatie tot een vastgoedtransactie
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 20 april 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van omkoping van een ambtenaar. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat begon met een dagvaarding op 27 september 2005. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gevoerd op verschillende data, waaronder 7 november 2005 en 6 april 2006. De kern van de beschuldiging was dat de verdachte, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van [bedrijf 1] B.V., een ambtenaar zou hebben beïnvloed om een vastgoedtransactie te bevoordelen. De rechtbank heeft de verklaringen van de betrokken partijen, waaronder de ambtenaar, de verdachte en getuigen, zorgvuldig gewogen. Het bleek dat de ambtenaar interesse had in de aankoop van grond van een derde partij, maar dat er geen bewijs was dat de verdachte de ambtenaar had bevoordeeld of dat er een onoorbaar oogmerk bestond bij de transactie. De rechtbank concludeerde dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldigingen van omkoping, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de ambtenaar had beïnvloed om [bedrijf 1] B.V. te bevoordelen boven andere bedrijven. De rechtbank oordeelde dat de financiële voordelen die de ambtenaar mogelijk had genoten, niet het gevolg waren van een opzet van de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken en de noodzaak om onoorbare intenties overtuigend aan te tonen.