ECLI:NL:RBROE:2006:AW2474
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A. Bik
- J.M.P. Willemse
- M.E. Bartels
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van vermeende oplichting met betrekking tot optierecht op onroerende zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 20 april 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van oplichting. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een onderzoek ter terechtzitting dat plaatsvond op verschillende data in 2005 en 2006. De zaak draaide om een optierecht dat de verdachte zou hebben gehad op een onroerende zaak, en de vraag of hij dit recht op een misleidende manier had gepresenteerd aan een derde partij, [betrokkene].
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, na het ontvangen van een aanbod van [bedrijf], de achterstallige optietermijnen had voldaan en gesprekken had gevoerd met de gemeente Roermond over de verkoop van de grond. De directeur van [bedrijf], [ambtenaar], had intern het standpunt ingenomen dat de verdachte nog steeds optiegerechtigd was. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat [ambtenaar] en de verdachte samenwerkten met de intentie om [betrokkene] op te lichten. De rechtbank concludeerde dat de mededelingen van de verdachte aan [betrokkene] niet als oplichtingsmiddelen konden worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte oprecht geïnteresseerd was in de aankoop van de grond en dat zijn uitspraken aan [betrokkene] niet onwaar waren. De rechtbank vond het niet bewezen dat de verdachte het oogmerk had om zich ten koste van [betrokkene] te bevoordelen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van oplichting en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. Tevens werd de teruggave van inbeslaggenomen goederen aan [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] gelast. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. J.A. Bik.