van de rechtbank Roermond
[eiseres], handelend onder de naam [bedrijfsnaam],
wonende te [woonplaats],
procureur: mr. F.A.M. van Hooft;
[gedaagde], handelend onder de naam
[bedrijfsnaam],
wonende te [woonplaats], [adres].
procureur: mr. T.J.J. Dierichs
Partijen worden als volgt aangeduid:
eiseres: [eiseres];
gedaagde: [gedaagde].
1. Inhoud van het procesdossier
Er wordt recht gedaan op de volgende processtukken:
- de dagvaarding met bijlagen van 25 mei 2005;
- de conclusie van antwoord met bijlagen;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
De rechtbank gaat uit van de volgende tussen partijen vaststaande feiten:
2.1 [eiseres] drijft een onderneming in [naam provincie].
2.2 [gedaagde] biedt onder de naam [bedrijfsnaam] automatisering- en webhostingsdiensten aan.
2.3 Voor de hosting van websites heeft [eiseres] op 7 november 2002 een overeenkomst gesloten met [gedaagde]. Het betreft de navolgende, door [eiseres] in het kader van haar bedrijfsuitoefening gebruikte websites: www.belwelzijn.nl, www.forabetterlife.nl, www.astrologievoorjou.nl, www.bezinningshotel.nl, www.gezondheidsweb.nl, www.farmhouse.nl, www.corcaroli.nl, www.astrology-for-you.com, www.dutch-holiday-farmhouse.com en www.spray-vitamins-health.com.
2.4 Bij factuur 04041701 van 16 april 2004 brengt [gedaagde] werkzaamheden aan de computer van [eiseres] in rekening voor een bedrag groot EUR 2.147,93. Hierin was een bedrag opgenomen voor arbeidsloon van een collega van [gedaagde] alsmede de reiskosten. Bij fax van 29 april 2004 heeft [gedaagde] bij [eiseres] aangedrongen op betaling, bij gebreke waarvan levering van producten en diensten door hem tijdelijk opgeschort zou worden.
2.5 [eiseres] heeft op 29 april 2004 een bedrag groot EUR 1.597,93 voldaan onder vermelding op het bankafschrift van “over de rest (1/2 kst. arb. Loon) wordt samen gesproken en volgt zsm na accoord.”
2.6 Bij brief van 3 mei 2004 geeft [gedaagde] aan [eiseres] aan dat op de factuur van 16 april 2004 een deel van de kosten (de reisuren en het volledige uurtarief) niet in rekening is gebracht. [gedaagde] geeft in zijn brief aan dat hij het daarmee samenhangende bedrag als korting wil geven aan [eiseres] indien zij voor 16:00 uur op 4 mei 2004 het restant van de oorspronkelijke factuur heeft voldaan. Bij gebreke daarvan zal hij een correctiefactuur zenden.
2.7 Bij fax van 7 mei 2004, 10:47 uur, schrijft [gedaagde] aan [eiseres]:
“Reeds op 29 april hebben wij u laten weten dat wij alle diensten zouden opschorten als betaling van de openstaande facturen uitblijft.
Omdat dit blijkbaar voor u geen aanleiding is geweest om de openstaande facturen alsnog te voldoen, hebben wij besloten om met onmiddellijke ingang ook al websites en uw e-mail te blokkeren. Deze blokkade blijft van kracht, totdat wij een volledige betaling van alle bij u uitstaande facturen hebben ontvangen.”
2.8 Bij fax van 7 mei 2004 heeft [eiseres] hierop laten reageren, met het bericht dat zij, bij gebreke aan een door [gedaagde] opgesteld overzicht van het openstaande bedrag, zelf een bedrag hebben overgemaakt. Bij fax van 7 mei 2004, 16:03 uur, schrijft Fortis Bank aan [gedaagde] dat zij in opdracht van [eiseres] een bedrag groot EUR 1.180,09 op rekening van [gedaagde] hebben overgemaakt.
Bij fax van 7 mei 2004, gedateerd “18.20 uur” meldt [eiseres] aan [gedaagde] dat de betaling bij hem binnen moet zijn en dat de websites nog steeds niet online zijn of de e-mail hersteld. Zij stelt [gedaagde] aansprakelijk voor alle schade.
2.9 Bij fax van 12 mei 2004, 13:18 uur heeft [gedaagde] aan [eiseres] toegezonden de factuur 04050401 gedateerd 4 mei 2005, houdende een correctie van de factuur van 16 april 2004, voor een totaalbedrag van EUR 3.302,74 (hierna: de correctiefactuur). Het verschil betreft een hoger arbeidsloon en het in rekening brengen van de reistijd.
2.10 Bij fax van 12 mei 2004, 15:10 heeft [eiseres] vervolgens de overeenkomst met [gedaagde] ontbonden en is [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de schade.
3. Vordering en stellingen van [eiseres]
[eiseres] vordert [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een totaalbedrag van € 20.562,17 terzake door [eiseres] geleden en te lijden schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 mei 2005 en de proceskosten.
Voor de stellingen en onderbouwing daarvan verwijst de rechtbank naar de stukken.
4. Verweer van [gedaagde]
[gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiseres] in de vorderingen dan wel tot afwijzing van het gevorderde, met kostenveroordeling.
Voor de weren en onderbouwing daarvan verwijst de rechtbank naar de stukken.
5. Beoordeling van het geschil
5.1 De vordering van [eiseres] valt uiteen in een aantal deelposten:
(1) verband houdende met de blokkering van de websites vanaf 7 mei 2005 (posten a, c, d, e, j en k);
(2) verband houdende met de werkzaamheden op 9 april 2004 (posten f en g);
(3) verband houdende met de gestelde illegale overdracht van websites (posten h en i) ;
(4) verband houdende met de (buitengerechtelijke) incasso (post l).
Van post b is door de rechtbank in de stukken geen onderbouwd aanknopingspunt gevonden waarop deze betrekking heeft, zodat deze reeds om die reden niet in aanmerking komt voor toewijzing.
5.2 De rechtbank zal de verschillende deelaspecten hierna afzonderlijk bespreken.
(1) De blokkering van de websites vanaf 7 mei 2004
5.3 Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] de websites van [eiseres] met ingang van 7 mei 2004 heeft geblokkeerd. [eiseres] stelt dat dit in strijd is met de tussen partijen overeengekomen webhostings-overeenkomst terwijl [gedaagde] in dit verband stelt dat hem een opschortingsrecht toekwam nu [eiseres] zelf in gebreke was met de betaling van de facturen.
5.4 De rechtbank construeert aan de hand van de stellingen van partijen de financiële situatie op 7 mei 2004.
Uit de overgelegde stukken en standpunten volgt het navolgende met betrekking tot de in geding zijnde facturen (kolom 1 en 2) en de verrichte betalingen (kolom 3). De rechtbank merkt daarbij op dat de met productie 22 bij dagvaarding onderbouwde en niet gemotiveerd weersproken betaling van EUR 193,37 (hierna cursief weergegeven) in het als productie 15 overgelegde overzicht ontbreekt.
04050401betreft werkzaamheden 9 april 2004 EUR 3.302,74 voldaan EUR1.597,93
S394223 betreft bezinningshotel.nl (15/4/04-14/4/05) EUR 148,15 voldaan EUR 148,15
S143574 betreft gezondheidsweb (6/5/04-5/5/05) EUR 136,25 voldaan EUR 136,25
S231868 betreft corcaroli.nl (6/5/04-5/5/05) EUR 136,25 voldaan EUR 136,25
S358349 betreft spray-vitamins (6/5/04-5/5/05) EUR 157,08 voldaan EUR 157,08
S353759 betreft farm-house.nl (6/5/04-5/5/05) EUR 193,37 voldaan EUR 193,37
S339636 betreft astrologievoorjou (6/5/04-5/5/05) EUR 136,25
S183954 betreft forabetterlife.nl (6/5/04-5/5/05) EUR 136,25
S318284 betreft dutch-holiday (6/5/04-5/5/05) EUR 157,08
S366145 betreft astrology-for-you (6/5/04-5/5/05) EUR 157,08
S254117 betreft belwelzijn.nl (21/5/04-20/5/05) EUR 43,44
Voorts op 7 mei 2004 voldaan EUR1.180,09
De rechtbank stelt vast dat het op 7 mei 2004 betaalde bedrag EUR 1.180,09 overeenkomt met de openstaande bedragen op 7 mei 2004 (inclusief het bedrag groot EUR 550,-- dat openstond op de oorspronkelijke factuur van de werkzaamheden van 9 april 2004) alsmede betaling van het nog niet vervallen bedrag van EUR 43,44. De facto stond na de betaling van 7 mei 2004 tussen partijen alleen het restant van de correctiefactuur van de werkzaamheden van 9 april 2004 open.
5.5 De rechtbank stelt voorts vast dat de correctiefactuur, daargelaten wanneer deze is ontvangen door [eiseres] (eerst bij fax van 12 mei 2004 zoals gesteld door [eiseres] danwel eerder), een vervaldatum kent van 11 mei 2004. In het openstaan van deze factuur kan dus geen reden gezien worden om de levering van diensten en producten op 7 mei 2004 op te schorten danwel opgeschort te houden, zodat reeds daarom [gedaagde] geen opschortingsrecht toekwam.
Hieruit volgt dat het blokkeren van de websites door [gedaagde] een toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van zijn verplichtingen op grond van de webhostings-overeenkomst oplevert. Dit geldt te meer nu de rechtbank op grond van de hierna onder (2) volgende overwegingen tot de conclusie komt dat er geen grond bestond voor de correctiefactuur.
5.6 De rechtbank zal nu de met de blokkering van de websites samenhangende posten bespreken.
5.7 In verband met het opschortingsrecht heeft [eiseres] gesteld dat [gedaagde] geweigerd zou hebben de intellectuele gegevens van de website van [eiseres] vrij te geven. Dit betreft ingevolge punt 26 van de dagvaarding in ieder geval de website www.corcaroli.nl. Voor zover uit de formulering van post a afgeleid zou moeten worden dat dit tevens de website van farmhouse zou betreffen is daar in de dagvaarding verder niets over gesteld en blijkt dit evenmin verder uit te stukken. Nu er verder geen nadere stukken in geding zijn gebracht met betrekking tot vordering post a en de rechtbank derhalve niet kan afleiden welk deel van de daargenoemde factuur betrekking heeft op www.corcaroli.nl en welke op de farmhouse-website zal de rechtbank deze post als onvoldoende gespecificeerd afwijzen.
5.8 [eiseres] vordert met betrekking tot de webhostingfacturen het bedrag terug over de periode waarop geen gebruik gemaakt is kunnen worden van de webhostingdiensten, derhalve over het restant van de betaalde periode vanaf 7 mei 2004 (posten c, d en e). De genoemde bedragen kunnen niet teruggevorderd worden als schade tengevolge van toerekenbaar tekortschieten doch de rechtsgrond zou gevonden moeten worden in een ontbinding van de overeenkomst per die datum en het op grond van een ongedaanmakingsverbintenis terugontvangen van de gelden.
[eiseres] stelt –onderbouwd- de webhostingsovereenkomst met [gedaagde] op 12 mei 2004 te hebben ontbonden. De ontbinding is door [gedaagde], anders dan met het betoog zoals hiervoor besproken, niet bestreden. Onder verwijzing naar het voorgaande stelt de rechtbank derhalve vast dat de ontbinding in rechte vast is komen te staan. Dit impliceert dat [eiseres] recht heeft op terugbetaling van het bedrag aan webhostingsfacturen dat betrekking heeft op de periode vanaf 12 mei 2004.
De rechtbank zal daarbij de door [eiseres] gebruikte rekenmethode gebruiken. [gedaagde] heeft hiertegen geen verweer gevoerd en de rekenmethode komt de rechtbank ook anderszins niet onjuist voor.
post c: 17/365 x EUR 971,04 = EUR 45,23;
post d: 338/365 x EUR 148,16 = EUR 137,20;
post e: 358/365 x EUR 1.253,04 = EUR 1.229,--.
Een en ander levert een totaalbedrag op van EUR 1.411,43.
5.9 [eiseres] vordert schade ontstaan door blokkering van de websites, bestaande uit omzetderving (EUR 2.195,66) en kosten van een onbruikbare advertentie (EUR 1.043,63). De posten zijn door [eiseres] geenszins onderbouwd met stukken, hoewel dit op grond van artikel 111 Rv op haar weg had gelegen, te meer nu [gedaagde] dit gebrek in zijn verweer benoemd. De rechtbank zal deze posten dan ook niet toewijzen.
(2) De facturen met betrekking tot de werkzaamheden van 9 april 2004
5.10 [gedaagde] stelt dat er met betrekking tot de correctiefactuur afspraken zijn gemaakt tussen partijen. Naar het oordeel van de rechtbank zou de correctiefactuur slechts dan gelding tussen partijen hebben indien de oorspronkelijke factuur voor [eiseres] kennelijk onjuist, dat wil zeggen niet conform de oorspronkelijk tussen partijen gemaakte afspraken zou zijn, dan wel dat tussen partijen wijziging van deze afspraken later overeengekomen is.
Dit wordt echter niet onderbouwd en in tegendeel tegengesproken door de eigen producties van [gedaagde]. Uit zijn brief d.d. 3 mei 2004 blijkt immers dat er geen sprake was van in overleg gemaakte afspraken tussen partijen maar van een eenzijdig voorwaardelijk wijzigen van de factuur. Niet gesteld noch gebleken is dat [eiseres] ooit ingestemd heeft met deze voorwaardelijke wijziging.
5.11 De rechtbank komt derhalve tot het oordeel dat er geen grond is voor de correctiefactuur, zodat het deel van de vordering van [eiseres] dat ziet op de terugbetaling van het restantbedrag van de correctiefactuur toegewezen dient te worden. De rechtbank komt toe aan de beoordeling van de oorspronkelijke factuur van [gedaagde].
5.12 [eiseres] vordert een vermindering van het factuurbedrag van in totaal EUR 969,85. Dit bedrag valt niet te rijmen met de oorspronkelijke inhouding van EUR 550,--, waarbij tevens over dat ingehouden bedrag nog met [gedaagde] gesproken diende te worden zoals volgt uit de opmerking op het bankafschrift van [eiseres]. In het licht hiervan en mede bezien de door beide partijen hierover ingenomen stellingen is de rechtbank van oordeel dat [eiseres] dit deel van haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd, zodat de rechtbank daaraan voorbij zal gaan.
(3) De illegale overdracht van websites
5.13 De illegale overdracht van websites zou volgens [eiseres] betrekking hebben op www.spray-vitamins-health.com. Tussen partijen is voorts discussie over de site www.bezinningshotel.nl, doch hieraan is door [eiseres] geen vordering gekoppeld zodat de rechtbank daaraan voorbij zal gaan.
5.14 Tussen partijen staat vast dat er tussen hen overeengekomen is dat [gedaagde] per 7 november 2002 een handeling zou verrichten met betrekking tot www.spray-vitamins-health.com . Kennelijk bestaat er discussie over de uitleg van het begrip ‘verhuizen’ in dit verband. De rechtbank acht deze vraag minder relevant, nu in beide gevallen vast staat dat het domein feitelijk op naam van [gedaagde] is komen te staan.
De rechtbank is van oordeel dat uit de geschetste omstandigheden volgt dat [gedaagde] zijn verplichting uit hoofde van de webhostingsovereenkomst op dit punt onvoldoende is nagekomen. Wat er verder ook moge zijn van de oorzaak volgt uit de overgelegde stukken dat het domein niet langer in ‘bezit’ was van [gedaagde] maar teruggekocht moest worden. Hiermee is een toerekenbaar tekortschieten van [gedaagde] op dit punt gegeven, tenzij de overeenkomst tussen partijen met betrekking tot deze domeinnaam niet meer bestond en de rechtsverhouding tussen [eiseres] en [gedaagde] in dit verband met zich zou hebben gebracht dat ook bij beeindiging van de overeenkomst de rechten op de domeinnaam bij [gedaagde] zouden verblijven. Dit is door [gedaagde] niet gesteld of gebleken uit de stukken. Het is evenmin aannemelijk, nu de domeinnaam direct verband hield met commerciële activiteiten van [eiseres] en voor haar dus waarde vertegenwoordigde.
De rechtbank signaleert daarnaast dat de stellingen van [gedaagde] in dit verband niet concludent zijn. Enerzijds biedt [gedaagde] aan te bewijzen dat de domeinnaam niet door hem zou zijn overgedragen (punt 36 cva) terwijl anderzijds door hem onder punt 46 wordt erkent dat de domeinnaam is overgedragen. Ook op dit punt acht de rechtbank het verweer van [gedaagde] onvoldoende.
5.15 Met betrekking tot de vordering merkt de rechtbank op dat de koopsom van de site geen EUR 500,-- doch $ 500,-- bedroeg (omgerekend EUR 439,84).Voor het overige zijn de kosten van herstel van de website door [gedaagde] niet inhoudelijk betwist zodat deze in aanmerking komen voor toewijzing. De kosten van juridische bijstand in dit verband acht de rechtbank te vallen onder buitengerechtelijke incassokosten en die zullen derhalve onder (4) besproken worden.
(4) De kosten in verband met incasso
5.16 De hier bedoelde kosten zijn niet althans onvoldoende onderbouwd terwijl juistheid van de vordering evenmin met voldoende specificeerbaarheid volgt uit de overgelegde stukken. De rechtbank zal deze vordering derhalve afwijzen.
5.17 Uit het voorgaande volgt dat slechts een deel van het gevorderde wordt toegewezen. Toegewezen zullen worden:
- de terugbetaling van betaalde webhostingsfacturen ad EUR 1.411,43;
- het verhogingsbedrag van de correctiefactuur ad EUR 1.154,81;
- de kosten verbandhoudende met www.spray-vitamins-health.com zoals hiervoor genoemd: EUR 2.671,09.
Het overige gevorderde zal worden afgewezen.
5.18 Hetgeen overigens door partijen is aangevoerd heeft in het licht van het gevorderde en het hiervoor overwogene geen zelfstandige betekenis en behoeft geen verdere bespreking.
5.19 Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld ziet de rechtbank hierin aanleiding om de proceskosten tussen hen te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van EUR 5.237,33, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 mei 2005.
wijst af het meer of anders gevorderde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en op de openbare civiele terechtzitting van 29 maart 2006 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.