ECLI:NL:RBROE:2005:AU3742
Rechtbank Roermond
- Raadkamer
- M.J.A.G. van Baal
- D.C.M. Bomans
- Y.J.C.A. Roeffen
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank bij verzoek tot incidenteel verlof in voorlopige hechtenis
In deze beschikking van de Rechtbank Roermond, gedateerd 25 augustus 2005, wordt ingegaan op een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, die zich in voorlopige hechtenis bevindt op basis van een bevel tot verlenging van de gevangenhouding. De verdachte heeft op 17 augustus 2005 een verzoekschrift ingediend, waarin hij verzoekt om schorsing van zijn voorlopige hechtenis om een belangrijke persoonlijke gebeurtenis bij te wonen, namelijk de huwelijkssluiting van zijn beste vriend. De directeur van de inrichting heeft echter aangegeven niet bevoegd te zijn om verlof te verlenen, omdat de reden voor het verzoek niet in de limitatieve opsomming van de 'Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting' voorkomt.
De rechtbank overweegt dat de opsomming van verlofgronden in de regeling niet limitatief is. Dit blijkt uit de wetsgeschiedenis bij artikel 21, eerste lid, van de Regeling, waarin wordt gesteld dat ook andere gebeurtenissen aanleiding kunnen geven voor het verlenen van incidenteel verlof. De rechtbank concludeert dat de reden die de verdachte heeft aangevoerd, namelijk het bijwonen van een huwelijk, binnen de reikwijdte van de regeling valt. Hierdoor kan de rechtbank zich niet bevoegd verklaren om de voorlopige hechtenis te schorsen, aangezien de directeur van de inrichting de bevoegdheid heeft om verlof te verlenen.
De rechtbank beslist dan ook dat zij zich niet bevoegd verklaart om schorsing van de voorlopige hechtenis te bevelen, en verwijst naar de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet. Deze beschikking is ondertekend door de rechters, met D.C.M. Bomans als voorzitter.