ECLI:NL:RBROE:2005:AU1692
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitlatingen van burgemeester niet als aanbod in de zin van artikel 6:217 BW
In deze zaak, uitgesproken op 29 juni 2005 door de Rechtbank Roermond, stond de vraag centraal of er een koopovereenkomst tot stand was gekomen tussen eiser en de gemeente Haelen, vertegenwoordigd door de burgemeester. Eiser stelde dat op 20 november 1997 een mondelinge overeenkomst was gesloten over de verkoop van 2 hectare grond. De rechtbank oordeelde dat de uitlatingen van de burgemeester niet als een aanbod in de zin van artikel 6:217 BW konden worden gezien. De rechtbank merkte op dat er geen duidelijkheid bestond over de inhoud van het vermeende aanbod, zoals de grootte van het perceel en de prijs. Dit leidde tot de conclusie dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen.
Eiser had de gemeente Haelen in rechte betrokken en vorderde nakoming van de vermeende koopovereenkomst, subsidiair schadevergoeding wegens onrechtmatige daad. De rechtbank concludeerde dat de uitlatingen van de burgemeester hooguit als een uitnodiging om in onderhandeling te treden konden worden opgevat, en dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen. De rechtbank wees de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten van de gemeente.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en bindende aanbiedingen in het contractenrecht, en dat een uitnodiging tot onderhandelen niet gelijkstaat aan een aanbod. De rechtbank stelde vast dat eiser niet had aangetoond dat er een overeenkomst was gesloten, en dat de gemeente niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de uitlatingen van de burgemeester.