ECLI:NL:RBROE:2005:AT3455

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
6 april 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
63081 / HA ZA 04 - 703
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van een vereniging van eigenaren om voor leden in rechte op te treden

In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 6 april 2005 uitspraak gedaan over de bevoegdheid van de Vereniging van Eigenaren Heelderven om namens haar leden in rechte op te treden. De rechtbank heeft vastgesteld dat Heelderven een vereniging is waarvan de leden eigenaren zijn van afzonderlijke vakantiewoningen, en dat er geen sprake is van een vereniging in de zin van artikel 5:124 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De leden hebben ieder afzonderlijk een beheerovereenkomst gesloten met Recreatiepark, wat betekent dat er geen collectieve overeenkomst is tussen de leden en Recreatiepark. Heelderven vorderde de ontbinding van deze beheerovereenkomsten wegens toerekenbare tekortkomingen van Recreatiepark, maar de rechtbank oordeelde dat Heelderven niet bevoegd was om deze vordering namens haar leden in te stellen. De rechtbank concludeerde dat de vereniging niet voldoet aan de vereisten van een vereniging van eigenaars zoals bedoeld in het BW, omdat de leden geen appartementsrechten bezitten en er geen sprake is van een splitsing in appartementsrechten. De rechtbank wees de vordering van Heelderven af en veroordeelde de vereniging in de proceskosten van Recreatiepark. Dit vonnis benadrukt het belang van de juridische structuur van verenigingen van eigenaren en de specifieke bevoegdheden die aan hen zijn toegekend onder het BW.

Uitspraak

uitspraak: 6 april 2005
V O N N I S
van de rechtbank Roermond
in de zaak van:
eiseres:
VERENIGING VAN EIGENAREN DOMEIN HEELDERVEN,
gevestigd te 6097 NL Heel, De Peel 13,
procureur: mr. T.J.J. Dierichs;
tegen:
gedaagde:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid RECREATIEPARK DE HEELDERPEEL B.V.,
gevestigd te 6097 NL Heel, De Peel 13,
procureur: mr. O.J.H.M. van Eijndhoven.
Partijen worden als volgt aangeduid:
eiseres: Heelderven;
gedaagde: Recreatiepark.
1. Inhoud van het procesdossier
Er wordt recht gedaan op de volgende processtukken:
- de dagvaarding met bijlagen van 23 juli 2004;
- de conclusie van antwoord met bijlagen;
- het vonnis van deze rechtbank van 13 oktober 2004;
- het proces-verbaal van comparitie van 25 november 2004;
- de akte uitlating zijdens Heelderven van 15 december 2004;
- de antwoordakte uitlating zijdens recreatiepark van 5 januari 2005.
2. Vaststaande feiten
De rechtbank gaat uit van de volgende tussen partijen vaststaande feiten:
2.1 Heelderven is een vereniging waarvan lid zijn de eigenaren van 63 vakantiewoningen gelegen in het Domein Heelderven te Heel.
2.2 Deze eigenaren hebben ieder afzonderlijk een bepaald (bouwperceel voor) een vakantiewoning gelegen in het Domein Heelderven verkregen krachtens een (standaard) koopovereenkomst met de verkopende partij De Boer & Sniekers Beheer B.V.
In deze (standaard) koopovereenkomst is onder meer bepaald (in artikel 10):
“A. lidmaatschap Vereniging van Eigenaren:
1. Aan de eigendom van het verkochte is als onverbrekelijk geheel verbonden een lidmaatschap van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: “Vereniging van Eigenaren Domein Heelderven” gevestigd te Heel (...)
B. Beheerovereenkomst
Koper verbindt zich een beheerovereenkomst conform het aan deze overeenkomst te hechten model te sluiten met recreatiepark De Heelderpeel B.V. (...)”
2.3 De leden van Heelderven hebben ieder afzonderlijk een beheerovereenkomst gesloten met Recreatiepark, waarin afspraken zijn opgenomen over bijvoorbeeld het het ophalen van huisvuil. Er is met andere woorden niet sprake van één beheerovereenkomst tussen de leden (als collectief) en Recreatiepark maar er is sprake van afzonderlijke beheerovereenkomsten tussen telkens één lid en Recreatiepark.
2.4 Er zijn geschillen ontstaan over de uitvoering van beheerovereenkomsten en in het bijzonder over het ophalen van het huisvuil.
3. Vordering en stellingen van Heelderven
Heelderven vordert, uitvoerbaar bij voorraad, per 1 januari 2005 te ontbinden de tussen gedaagde en de individuele leden van eiseres gesloten beheerovereenkomst wegens toerekenbare tekortkoming zijdens gedaagde in de nakoming van deze overeenkomst en totale verstoring van de verhoudingen, een en ander met veroordeling van gedaagde in de kosten van dit geding en alle kosten van de deurwaarder gemoeid met betekening en executie.
Heelderven stelt daartoe onder meer dat zij als vereniging in de zin van artikel 5:124 BW bevoegd is bovengenoemde vordering voor haar leden in te stellen. Deze bevoegdheid volgt ook uit het in de statuten van Heelderven omschreven doel en het besluit van de Algemene Ledenvergadering van 23 juli 2004.
De rechtbank verwijst voor de overige stellingen van Heelderven naar de stukken.
4. Verweer van Recreatiepark
Recreatiepark concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Heelderven in de vorderingen dan wel tot afwijzing van het gevorderde, met kostenveroordeling.
Recreatiepark voert daartoe onder meer het verweer dat eiseres niet bevoegd is in rechte namens haar leden op te treden.
De rechtbank verwijst voor de overige verweren naar de stukken.
5. Beoordeling van het geschil
5.1 De rechtbank heeft in haar vonnis van 13 oktober 2004 de vraag opgeworpen of Heelderven de bevoegdheid heeft namens haar leden in rechte op te treden. De rechtbank heeft ter comparitie haar voorshands oordeel gegeven inhoudende dat Heelderven daartoe niet bevoegd is. Het debat tussen partijen heeft zich vervolgens met name op deze vraag toegespitst.
Vaststaat dat een zelfstandige bevoegdheid tot het instellen van de onderhavige vordering niet aan de orde is, omdat Heelderven geen partij is bij de betrokken beheerovereenkomsten.
5.2 De rechtbank is van oordeel dat Heelderven niet bevoegd is de onderhavige vordering namens haar leden in te stellen. De redenen daarvoor zijn de volgende.
5.3 Anders dan Heelderven is de rechtbank van oordeel dat Heelderven niet een vereniging in de zin van artikel 5:124 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is. Een vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 5:124 BW is een vereniging van appartementseigenaren. Daarvan is bij Heelderven geen sprake. De betrokken eigenaren/leden van Heelderven zijn geen eigenaren van een appartementsrecht maar zijn ieder voor zich eigenaar van een afzonderlijke woning met bijbehorende grond. Zij hebben deze woning met grond telkens individueel van een verkoper gekocht. Van een splitsing in appartementsrechten als bedoeld in artikel 5:106 BW is daarbij geen sprake geweest; er zijn gewoon telkens afzonderlijke onroerende zaken verkocht en geleverd.
Uit de door Heelderven overgelegde oprichtingsakte (bijlage 1 bij de akte uitlating van 15 december 2004) blijkt dat Heelderven als vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is opgericht bij notariële akte van 31 juli 1997. Deze notariële akte is niet een akte van splitsing als bedoeld in artikel 5:109 BW: de akte rept in het geheel niet van splitsing van een eigendomsrecht en bevat evenmin het in de artikelen 5:111 en 5:112 BW voorgeschreven reglement waarbij een vereniging van eigenaars in de zin van artikel 5:124 BW wordt opgericht. Ook hierin komt tot uiting dat Heelderven niet een vereniging in de zin van artikel 5:124 BW is.
Heelderven kan ook niet met een dergelijke vereniging worden gelijkgesteld. Uit de bewoordingen van de betrokken regeling in Boek 5 BW en de plaatsing daarvan in een afzonderlijke titel voor appartementsrechten blijkt, dat deze specifiek is geschreven voor appartementsrechten. Daarvan is hier geen sprake. Daar komt bij dat de positie van de leden van Heelderven ook wezenlijk anders is dan die van appartementseigenaren, omdat bij de leden van Heelderven geen sprake is van een aandeel in een eigendomsrecht met een daaraan gekoppeld exclusief gebruiksrecht voor een deel daarvan en evenmin van een aandeel in een andere gemeenschap.
Aangezien Heelderven niet een vereniging is als bedoeld in artikel 5:124 BW en daaraan ook niet is gelijk te stellen komen aan haar ook niet de bevoegdheden van een dergelijke vereniging toe en in het bijzonder ook niet de bevoegdheid uit artikel 5:126, tweede lid, BW om namens de leden in rechte op te treden.
5.4 De vraag is vervolgens of er een andere grondslag aanwijsbaar is voor de gestelde bevoegdheid van Heelderven om voor haar leden in rechte op te treden. Ook deze vraag beantwoordt de rechtbank ontkennend.
Anders dan Heelderven is de rechtbank van oordeel dat uit de doelomschrijving in de statuten niet volgt dat zij in rechte bevoegd is voor haar leden op te treden. Een dergelijke bevoegdheid is niet uitdrukkelijk in de statuten opgenomen en een dergelijke verstrekkende bevoegdheid kan niet worden afgeleid uit de doelomschrijving, die kort samengevat inhoudt dat de vereniging de belangen van de aangesloten eigenaren zal behartigen.
Ook het door Heelderven aangehaalde besluit van de Algemene Ledenvergadering van 23 juli 2004 vormt op zichzelf geen grondslag voor de gestelde bevoegdheid. Uit de door Heelderven overgelegde notulen van die Algemene Ledenvergadering blijkt, dat de vergadering geen uitspraak heeft gedaan over het instellen van een civiele vordering maar dat die vordering ten tijde van het houden van die vergadering al was gestart. De vraag, of de vergadering bevoegd zou zijn om bij meerderheid de overige leden te binden, kan daarom blijven rusten.
Het Burgerlijk Wetboek biedt evenmin een grondslag voor de gestelde bevoegdheid. Artikel 2:46 BW geeft enkele regels aangaande het handelen door een vereniging voor de leden, maar het instellen van een vordering in rechte voor de leden wordt daar niet genoemd.
5.5 De slotsom is dat Heelderven niet bevoegd is om voor haar leden de onderhavige vordering in te stellen. De vordering zal worden afgewezen. Heelderven zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Hetgeen partijen overigens naar voren hebben gebracht kan als niet langer terzake doende buiten beschouwing worden gelaten.
B E S L I S S I N G
De rechtbank:
wijst de vordering af;
veroordeelt Heelderven in de proceskosten van Recreatiepark, welke kosten tot aan deze uitspraak worden begroot op:
€ 241,00 aan griffierechten en
€ 1.130,00 aan salaris ten behoeve van de procureur;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kluin en op de openbare civiele terechtzitting van 6 april 2005 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
Type: rk