ECLI:NL:RBROE:2004:AS8497
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.C. Huijbers
- Th.M. Schelfhout
- S.W.M. Speekenbrink
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstandsuitkering en inlichtingenplicht onder de Wet Werk en Bijstand
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Roermond op 22 december 2004, gaat het om de herziening van een bijstandsuitkering van eisers, die sinds 17 januari 2003 een uitkering ontvingen op basis van de Algemene bijstandswet (Abw). De verweerder, het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo, had op 19 februari 2004 besloten om het recht op bijstandsuitkering met terugwerkende kracht te herzien, omdat eisers hun inlichtingenplicht hadden geschonden door kasstortingen niet te melden. Dit besluit werd door eisers bestreden, waarna de rechtbank de zaak op 25 november 2004 behandelde.
De rechtbank oordeelde dat de herziening van de bijstandsuitkering terecht was, omdat de kasstortingen, die door eisers als leningen werden gepresenteerd, niet voldoende waren onderbouwd. De rechtbank stelde vast dat eisers onvoldoende bewijs hadden geleverd voor hun stelling dat de stortingen van € 600 en € 500 leningen waren van een broer, en dat de aflossingen niet geloofwaardig waren. De rechtbank benadrukte dat het van belang is dat bijstandsontvangers volledige medewerking verlenen om alle benodigde gegevens te verstrekken voor het vaststellen van het recht op bijstand.
De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond, waarbij het bestreden besluit van de verweerder werd bevestigd. De rechtbank concludeerde dat de bepalingen van de Wet Werk en Bijstand (WWB) van toepassing waren, en dat de herziening van de bijstandsuitkering op basis van de Abw niet in strijd was met het recht. De rechtbank wees erop dat de eisers niet hadden voldaan aan hun inlichtingenverplichting, wat leidde tot de conclusie dat de herziening van de bijstandsuitkering gerechtvaardigd was.