ECLI:NL:RBROE:2003:AN9637
Rechtbank Roermond
- Verzet
- W.P.C.M. Bruinsma
- O.M. de Lange
- J.H. Klifman
- M.C.H. van Bree-van den Elsen
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheidstoets inverzekeringstelling door de rechter-commissaris
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 19 november 2003 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling van een verdachte. De rechter-commissaris had eerder geoordeeld dat de inverzekeringstelling onrechtmatig was, omdat de officier van justitie deze had verlengd voordat de rechtmatigheid door de rechter-commissaris was getoetst. De rechtbank oordeelde echter dat, hoewel de wet niet expliciet voorschrijft dat de rechtmatigheidstoets voorafgaand aan de verlenging moet plaatsvinden, het handelen in strijd met de kennelijke bedoeling van de wetgever niet automatisch leidt tot onrechtmatigheid van de inverzekeringstelling. De rechtbank benadrukte dat het doel van de wetgeving is om te waarborgen dat een verdachte binnen 3 dagen en 15 uren voor een rechter wordt geleid. De rechtbank concludeerde dat als de rechtmatigheidstoets binnen deze termijn plaatsvindt, de inverzekeringstelling rechtmatig kan worden verklaard, zelfs als deze eerst is verlengd. De rechtbank vernietigde de beslissing van de rechter-commissaris en verklaarde de inverzekeringstelling rechtmatig, waarbij het belang van de verdachte niet in significante mate was geschonden. De rechtbank heeft de processtukken en de argumenten van de officier van justitie en de advocaat van de verdachte in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat de procedurele tekortkomingen niet voldoende waren om de inverzekeringstelling als onrechtmatig te beschouwen.