ECLI:NL:RBROE:2003:AN9385
Rechtbank Roermond
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om kostenvergoeding raadsman na vrijspraak
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 26 november 2003 uitspraak gedaan over een verzoek tot kostenvergoeding voor rechtsbijstand na een vrijspraak. De verzoeker, die eerder was vrijgesproken door de politierechter op 5 juni 2003, had een toevoeging aangevraagd voor rechtsbijstand, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet verplicht was deze toevoeging te gebruiken. De rechtbank overwoog dat het in strijd met het wettelijk systeem zou zijn om pas na afloop van de strafprocedure te kiezen voor een vergoeding op basis van een verleende toevoeging. De rechtbank wees het verzoek om vergoeding van kosten voor rechtsbijstand af, omdat de verzoeker de toevoeging niet had geretourneerd en deze als voorwaardelijk had aangewend, wat niet is toegestaan in strafzaken. De rechtbank stelde vast dat de verzoeker niet had afgezien van de aanspraak op kosteloze rechtsbijstand en dat de toevoeging afhankelijk was van de uitkomst van de strafzaak, wat in strijd was met de wetgeving. De rechtbank kende wel een vergoeding toe voor het indienen van het verzoekschrift op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering, maar stelde deze vast op een bedrag van EUR 50,00, in plaats van de standaardvergoeding van EUR 275,00, omdat dit onevenredig hoog werd geacht. De rechtbank besloot dat de vergoeding ten laste van de Staat zou komen en dat de uitbetaling zou geschieden door de griffier van de rechtbank.