ECLI:NL:RBROE:2003:AN7738
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H.J.M. Mertens-Steeghs
- F. Oelmeijer
- D.C.M. Bomans
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel door verhuurbedrijf bij drugspanden
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 25 maart 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een leidinggevende van een verhuurbedrijf. Het bedrijf verhuurde panden, waarvan twee panden in gebruik waren genomen voor de handel in softdrugs. Ondanks verzoeken van de gemeente om actie te ondernemen, heeft het bedrijf nagelaten om in te grijpen. De rechtbank heeft de leidinggevende veroordeeld voor feitelijk leidinggeven aan een rechtspersoon die medeplichtig was aan de drugshandel. De huuropbrengsten uit de drugspanden werden aangemerkt als wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor de strafvervolging op 15 mei 2001 begon, maar oordeelde dat er geen sprake was van overschrijding van deze termijn, gezien de complexiteit van het onderzoek. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat het bewijs onrechtmatig was verkregen, omdat de politie en de Huurcommissie zonder toestemming de panden hadden betreden. De rechtbank schatte het wederrechtelijk verkregen voordeel op een totaalbedrag van € 141.382,60, dat de veroordeelde aan de Staat moest betalen. Bij gebreke van betaling zou dit bedrag vervangen worden door hechtenis voor 745 dagen. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 24d en 36e van het Wetboek van Strafrecht.