ECLI:NL:RBROE:2003:AF7008

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
9 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
52580 / HA ZA 02-720
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van de Kamer van Koophandel voor onbevoegd handelen van gevolmachtigde

In deze zaak, uitgesproken op 9 april 2003 door de Rechtbank Roermond, staat de aansprakelijkheid van de Kamer van Koophandel (KvK) centraal in relatie tot de handelingen van een gevolmachtigde van Kuijpers BV. Kuijpers BV, een transportonderneming, had een overeenkomst willen sluiten met Wijnveen BV, maar stelde dat de gevolmachtigde, [S.], niet bevoegd was om deze overeenkomst te sluiten. De rechtbank oordeelt dat Kuijpers BV door eigen handelen en nalaten de schijn heeft gewekt dat [S.] bevoegd was om de overeenkomst te sluiten, ondanks dat zijn beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid in het handelsregister was ingeschreven. De rechtbank wijst erop dat de hoofdregel in het burgerlijk recht is dat een gevolmachtigde binnen de door de volmachtgever gestelde grenzen kan handelen, maar dat de volmachtgever zich niet kan beroepen op onbevoegdheid jegens derden die in vertrouwen op de volmacht hebben gehandeld.

De rechtbank concludeert dat de KvK niet aansprakelijk is voor de schade die Kuijpers BV heeft geleden, omdat er geen oorzakelijk verband is tussen de handelingen van de KvK en de gestelde schade. De vorderingen van Kuijpers BV worden afgewezen, en de rechtbank wijst de proceskosten toe aan de KvK. Dit vonnis is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de verantwoordelijkheden van de KvK en de gevolgen van inschrijvingen in het handelsregister verduidelijkt. De uitspraak benadrukt dat het vertrouwen dat een derde in een gevolmachtigde stelt, niet altijd kan worden afgewenteld op de KvK, vooral niet als de volmachtgever zelf een rol heeft gespeeld in het wekken van die schijn.

Uitspraak

uitspraak: 9 april 2003
V O N N I S
van de rechtbank Roermond
in de zaak van:
eiseres:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INTERNATIONAAL TRANSPORTBEDRIJF JAC. KUIJPERS B.V.,
gevestigd te Ittervoort,
procureur: mr. W.M.J. Saes;
tegen:
gedaagde:
KAMER VAN KOOPHANDEL LIMBURG NOORD,
gevestigd te 5916 PJ Venlo, Noorderpoort 21,
procureur: mr. H.J.J.M. van der Bruggen.
Partijen worden aangeduid als:
eiseres: Kuijpers BV;
gedaagde: KvK.
1. Inhoud van het procesdossier
Er wordt recht gedaan op de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 10 oktober 2002;
- de conclusie van antwoord met bijlagen;
- het vonnis van deze rechtbank van 8 januari 2003;
- het proces-verbaal van comparitie van 27 februari 2003.
2. Vaststaande feiten
De rechtbank gaat uit van de volgende tussen partijen vaststaande feiten.
2.1 Kuijpers BV exploiteert een transportonderneming.
2.2 Kuijpers BV is ingeschreven in het handelsregister. [K.] is ingeschreven als directeur met volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid. [S.] is ingeschreven als gevolmachtigde met beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid.
2.3 Begin 1992 hebben tussen [S.] - werkzaam bij Kuijpers BV - en Wijnveen BV onderhandelingen plaatsgevonden over de bouw en levering van een bulkoplegger door Wijnveen BV.
2.4 Wijnveen BV stuurt Kuijpers BV een orderbevestiging gedateerd 29 april 1992, waarin kort samengevat wordt bevestigd dat Wijnveen BV aan Kuijpers BV een bulkoplegger zal leveren voor ƒ 195.000,00. Kuijpers BV reageert hier niet op.
2.5 Kuijpers BV meent dat met Wijnveen BV geen overeenkomst tot stand is gekomen: [S.] was niet bevoegd Kuijpers BV hierin te vertegenwoordigen en dat blijkt uit het handelsregister. Wijnveen BV betrekt Kuijpers BV vervolgens in rechte en vordert afname dan wel schadevergoeding. De daarop volgende procedure loopt tot en met de Hoge Raad; de uitkomst is in essentie dat Kuijpers BV - in alle drie instanties - in het ongelijk wordt gesteld.
2.6 De Hoge Raad overweegt in zijn arrest van 12 januari 2001 onder meer (in rechtsoverweging 3.4):
"(…) Het oordeel van het hof (…) moet als volgt worden verstaan. Het Hof heeft vooropgesteld dat, wanneer enkel zou worden gelet op de in het handelsregister opgenomen volmacht, [S.] niet bevoegd zou zijn de overeen-komst te sluiten, maar dat dit niet wegneemt dat desondanks Wijnveen B.V. mocht aannemen dat hem voor het sluiten van deze overeenkomst een toereikende volmacht was verleend. Het Hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat de besprekingen op het bedrijf van Kuijpers B.V. en met instemming van [K.], de bevoegde directeur van Kuijpers B.V., werden gevoerd door [S.], dat Kuijpers enige tijd de besprekingen heeft bijgewoond, en dat in deze besprekingen ook over prijs en levertijd overeenstemming is bereikt (rov. 5.4). Door in het licht van deze omstandigheden aan te nemen dat, nu Kuijpers na ontvangst van de opdrachtbevestiging niet onmiddellijk heeft doen weten zich niet gebonden te achten, door toedoen van Kuijpers B.V. de schijn is gewekt dat [S.] in haar naam de overeenkomst heeft gesloten, heeft het Hof niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting."
3. Vordering en stellingen van Kuijpers BV
Kuijpers BV vordert:
(1.) voor recht te verklaren dat de onderhavige vordering van eiseres niet is verjaard;
(2.) voor recht te verklaren dat KvK aansprakelijk is te achten voor de door eiseres geleden schade;
(3.) KvK te veroordelen tot schadevergoeding nader op te maken bij staat en de proceskosten.
Kuijpers BV stelt daartoe het volgende.
KvK heeft jegens Kuijpers BV onrechtmatig gehandeld door de schijn te wekken, dat inschrijving in het handelsregister van een beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid voldoende is om uit bevoegdheidsoverschrijdende handelingen voortvloeiende aanspraken van derden af te weren. Dat wil zeggen: Kuijpers BV meende door de inschrijving voldoende beschermd te zijn tegen door [S.] onbevoegd te sluiten overeenkomsten. Uit het arrest van de Hoge Raad van 12 januari 2001 blijkt, dat dat niet het geval was. Kuijpers BV heeft hierdoor schade geleden.
4. Verweer van KvK
KvK concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Kuijpers BV in de vorderingen dan wel tot afwijzing van het gevorderde, met kostenveroordeling.
KvK voert daartoe het volgende verweer. KvK heeft niet de door Kuijpers BV gestelde schijn gewekt. Er is geen oorzakelijk verband tussen de gestelde schade en handelen van de KvK. De vordering is verjaard.
5. Beoordeling van het geschil
5.1 Het geschil tussen partijen kan worden gezien als een gevolg van de uitkomst van de procedure tussen Kuijpers BV en Wijnveen BV. In die procedure is uiteindelijk geoordeeld, dat Kuijpers BV door eigen doen en nalaten jegens Wijnveen BV een schijn van verlening van volmacht aan [S.] heeft gewekt waardoor zij zich niet op diens onbevoegdheid kon beroepen. Dit is het geval ondanks de inschrijving in het handelsregister van de beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid van [S.], waaruit in beginsel volgt dat Kuijpers BV niet kan worden aangesproken op grond van handelingen van [S.], waarbij deze de grenzen van zijn bevoegdheid heeft overschreden. Kortom: het handelen en nalaten van Kuijpers BV heeft aanleiding gevormd om een uitzondering op de hoofdregel aan te nemen.
5.2 De hoofdregel in het burgerlijk recht is, dat een gevolmachtigde bevoegd is de volmachtgever te vertegenwoordigen binnen de door deze gestelde grenzen. Handelingen van de beperkt gevolmachtigde die diens bevoegdheid te buiten gaan binden de volmachtgever niet. De volmachtgever kan zich echter niet op de onbevoegdheid van de gevolmachtigde beroepen jegens een derde die op grond van een verklaring of gedraging van de volmachtgever heeft aangenomen en heeft mogen aannemen dat een toereikende volmacht was verleend.
5.3 In het licht van het bovenstaande, overweegt de rechtbank als volgt.
Kuijpers BV heeft gesteld, dat KvK jegens haar de suggestie heeft gewekt dat inschrijving van een beperkte volmacht in het handelsregister onder alle omstandigheden de volmachtgever vrijwaart tegen onbevoegd verrichte handelingen van de beperkt gevolmachtigde. Volgens Kuijpers BV heeft KvK deze suggestie gewekt door de mogelijkheid te bieden om een volledige of een beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid in te schrijven zònder daarbij de kanttekening te maken dat een inschrijving van beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid niet onder alle omstandigheden een waarborg biedt tegen overschrijding van die bevoegdheid. Kuijpers BV heeft ter comparitie uitdrukkelijk gesteld, dat dit de grond voor het bij haar in dit concrete geval gewekte vertrouwen is en dat dit niet is ontleend aan enig voorlichtingsmateriaal van de KvK, zoals de internetsite of folders.
De rechtbank is van oordeel, dat niet valt in te zien waarom het presenteren van een tweetal inschrijvingsmogelijkheden zonder de door Kuijpers BV genoemde kanttekening zou moeten worden verstaan als het geven of suggereren van een volledige garantie tegen bevoegdheidsoverschrijdingen. Het zou te ver voeren om van de KvK te vergen, dat zij naast de hoofdregel - dat men onder verwijzing naar de inschrijving aanspraken van derden kan afweren - ook alle denkbare uitzonderingen die het Nederlands recht kent zou moeten mededelen. Reeds vanwege de grote variatie en subtiliteiten die hierbij denkbaar zijn, is dit een onredelijke eis. Concrete informatie van de KvK (in 1992) inhoudende een garantie als door Kuijpers BV bedoeld, is gesteld noch gebleken. Dit geldt zowel algemene informatie, zoals websites of brochures, als specifieke informatie in de vorm van schriftelijke of mondelinge mededelingen aan Kuijpers BV. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd, dat KvK verplicht is om uitdrukkelijk mede te delen dat de inschrijving niet onder alle omstandigheden een garantie biedt tegen onbevoegd handelen. De KvK heeft deze suggestie immers niet gewekt en de onder 5.2 genoemde regel is een basale regel van burgerlijk recht.
Een en ander betekent, dat de vordering van Kuijpers BV niet is gebaseerd op enig concreet doen of laten van KvK, dat - in het licht van voornoemde hoofdregel - heeft kunnen leiden tot het door Kuijpers BV gestelde vertrouwen. De conclusie is, dat KvK niet jegens Kuijpers BV aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad.
5.4 Nu is geoordeeld, dat KvK niet aansprakelijk is, komt aan het sub 1 gevorderde - de verklaring voor recht dat de vordering van eiseres niet is verjaard - geen zelfstandige betekenis meer toe. De vordering wordt derhalve integraal afgewezen. Hetgeen partijen overigens naar voren hebben gebracht zal als niet langer terzake doende buiten beschouwing worden gelaten. Om proceseconomische redenen zal de rechtbank geen gevolg geven aan het door Kuijpers BV gedane verzoek om uitdrukkelijk een beslissing in alle geschilpunten te geven nu het lot van de vordering met vorenstaande overwegingen reeds gegeven is.
5.5 Kuijpers BV zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
B E S L I S S I N G
De rechtbank:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Kuijpers BV in de proceskosten van KvK, welke kosten tot aan deze uitspraak worden begroot op:
€ 193,00 aan griffierechten en
€ 780,00 aan salaris ten behoeve van de procureur;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. R. Kluin en op de openbare civiele terechtzitting van 9 april 2003 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
Type: rk