ECLI:NL:RBROE:2003:AF4984
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F.M. Schrickx
- Rechtspraak.nl
Ontslag tijdens bevallingsverlof en de toepassing van de Faillissementswet
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 15 januari 2003 uitspraak gedaan in het bezwaarschrift van een werknemer, [belanghebbende], tegen haar ontslag door de curator van Bomtax B.V., die op 9 oktober 2002 in staat van faillissement was verklaard. De werknemer was op het moment van ontslag in bevallingsverlof, dat eindigde op 29 november 2002. De curator had op 31 oktober 2002 het ontslag aangezegd met een opzegtermijn van zes weken, wat leidde tot het bezwaar van de werknemer.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter-commissaris op 10 oktober 2002 machtiging had verleend voor het ontslag van personeel, maar dat de wettelijke bepalingen in acht moesten worden genomen. Artikel 69 van de Faillissementswet biedt schuldeisers de mogelijkheid om op te komen tegen handelingen van de curator, maar [belanghebbende] werd als boedelschuldeiseres niet ontvankelijk verklaard in haar bezwaar. De rechtbank heeft de zaak mondeling behandeld op 9 januari 2003, waarbij de curator aanwezig was en ook concludeerde tot afwijzing van het bezwaar.
De kern van de zaak was of het bevallingsverlof een verbod inhoudt voor de curator om artikel 40 van de Faillissementswet toe te passen. De rechtbank oordeelde dat artikel 40 niet derogeert aan de bepalingen van de Wet arbeid en zorg, die het recht op bevallingsverlof regelt. Dit betekent dat de curator gebonden is aan de bepalingen van deze wet, en dat de dienstbetrekking van [belanghebbende] pas zes weken na het einde van haar bevallingsverlof kon worden beëindigd. De rechtbank verklaarde [belanghebbende] niet ontvankelijk in haar bezwaar, maar overwoog toch haar positie in de zaak.