ECLI:NL:RBROE:2003:AF3603
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.M.L.M. Magnée
- W.P.C.M. Bruinsma
- L.A. Gruiters
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek in strafzaak tegen C. F. en de beoordeling van de onpartijdigheid van rechters
Op 27 januari 2003 heeft mr. J.M. R. bij de Rechtbank Roermond een verzoek tot wraking ingediend tegen mrs. X, Y en Z, leden van de meervoudige strafkamer die belast zijn met de behandeling van de strafzaak tegen de verdachte C. F. Dit verzoek is ingediend omdat de gewraakte rechters eerder vonnis hebben gewezen in zaken waarin bewezen is verklaard dat C. F. samen met andere verdachten deel uitmaakte van een organisatie zoals bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. De wrakingskamer, bestaande uit mrs. R.M.L.M. Magnée, W.P.C.M. Bruinsma en L.A. Gruiters, heeft de behandeling van het verzoek op dezelfde dag om 11.30 uur vastgesteld en de betrokken partijen in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord.
Tijdens de zitting heeft mr. R. zijn verzoek nader toegelicht, terwijl mr. X door de wrakingskamer is gehoord. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verwerping van het wrakingsverzoek. De rechtbank overweegt dat de enkele omstandigheid dat de zaak van de verdachte F. wordt behandeld door rechters die eerder in een andere zaak hebben geoordeeld, niet voldoende is voor het aanwezig zijn van een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid. De rechtbank benadrukt dat rechters hun beslissingen dienen te baseren op de feiten en het onderzoek in de huidige zaak, en dat eerdere uitspraken in andere zaken buiten beschouwing moeten blijven.
De rechtbank concludeert dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren. Daarom wordt het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 27 januari 2003 door de rechtbank, met vermelding van de betrokken rechters en de griffier.