ECLI:NL:RBROE:2000:AF0328
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onbegrip en persoonlijke problematiek
Op 18 december 2000 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend bij de Arrondissementsrechtbank te Roermond, met het doel om de schuldsaneringsregeling toe te passen. Tijdens de behandeling van het verzoek op 20 december 2000 bleek dat verzoekster geen benul had van wat de schuldsanering inhoudt. Zij verklaarde verslaafd te zijn aan slaap- en kalmeringsmiddelen, wat zorgde voor gegronde vrees dat zij haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen. De rechtbank concludeerde dat verzoekster, door haar persoonlijke problematiek, niet de discipline zou hebben om zich aan de verplichtingen te houden die voortvloeien uit de schuldsanering.
De rechtbank overwoog dat de mogelijkheid van onderbewindstelling, zoals beschreven in artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek, wellicht een passender en meer structurele oplossing zou bieden voor de financiële problemen van verzoekster. Gezien de omstandigheden en het gebrek aan inzicht van verzoekster in de schuldsanering, besloot de rechtbank het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af te wijzen. De rechtbank oordeelde dat de kans op een succesvolle schuldsanering onder de huidige omstandigheden niet realistisch was.
De beslissing werd op 21 december 2000 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier. De rechtbank wees het verzoek af, met de overweging dat de situatie van verzoekster niet geschikt was voor de schuldsanering en dat andere maatregelen, zoals onderbewindstelling, meer kans van slagen zouden hebben.