ECLI:NL:RBROE:2000:AF0328

Rechtbank Roermond

Datum uitspraak
21 december 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
ROE0110000688
Instantie
Rechtbank Roermond
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onbegrip en persoonlijke problematiek

Op 18 december 2000 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend bij de Arrondissementsrechtbank te Roermond, met het doel om de schuldsaneringsregeling toe te passen. Tijdens de behandeling van het verzoek op 20 december 2000 bleek dat verzoekster geen benul had van wat de schuldsanering inhoudt. Zij verklaarde verslaafd te zijn aan slaap- en kalmeringsmiddelen, wat zorgde voor gegronde vrees dat zij haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen. De rechtbank concludeerde dat verzoekster, door haar persoonlijke problematiek, niet de discipline zou hebben om zich aan de verplichtingen te houden die voortvloeien uit de schuldsanering.

De rechtbank overwoog dat de mogelijkheid van onderbewindstelling, zoals beschreven in artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek, wellicht een passender en meer structurele oplossing zou bieden voor de financiële problemen van verzoekster. Gezien de omstandigheden en het gebrek aan inzicht van verzoekster in de schuldsanering, besloot de rechtbank het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af te wijzen. De rechtbank oordeelde dat de kans op een succesvolle schuldsanering onder de huidige omstandigheden niet realistisch was.

De beslissing werd op 21 december 2000 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier. De rechtbank wees het verzoek af, met de overweging dat de situatie van verzoekster niet geschikt was voor de schuldsanering en dat andere maatregelen, zoals onderbewindstelling, meer kans van slagen zouden hebben.

Uitspraak

Arrondissementsrechtbank te Roermond
X. geboren op ...
wonende te P.
Verzoekster heeft op 18 december 2000 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Op 20 december 2000 heeft de behandeling van het verzoekschrift plaatsgevonden. Van die behandeling zijn door de griffier aantekeningen bijgehouden.
Tijdens die behandeling bleek dat verzoekster geen benul heeft wat de schuldsanering inhoudt. Zij verklaarde verslaafd te zijn aan slaap- en kalmeringsmiddelen. De zich in het dossier bevindende telefoonnotitie van 18 december 2000 vormt daarvan de bevestiging.
Voornoemde feiten en omstandigheden voeren de rechtbank tot afwijzing van het verzoek. Er bestaat gegronde vrees dat verzoekster haar verplichtingen niet zal nakomen, omdat zij ze niet begrijpt of omdat zij vanwege haar persoonlijke problematiek de discipline zal missen om zich eraan te houden. De mogelijkheid van onderbewindstelling (artikel 431 van boek 1 Burgerlijke Wetboek) biedt wellicht een passender en meer structurele oplossing voor de (financiële) problemen van verzoekster. Binnen dat kader lijkt toepassing van schuldsanering kansrijk.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dient derhalve te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H. Dethmers en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 december 2000 in tegenwoordigheid van de griffier.