ECLI:NL:RBROE:2000:AA5455
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- O.M. de Lange
- A.W. Ente
- F.R. Soutendijk
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wederrechtelijk verkregen voordeel van V.O.F. Slachterij in het kader van de Destructiewet
In deze zaak heeft de rechtbank Roermond op 12 april 2000 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel door V.O.F. Slachterij. De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder een eerder vonnis van dezelfde rechtbank, waarin V.O.F. Slachterij was veroordeeld voor het medeplegen van overtredingen van de Destructiewet. De officier van justitie had een vordering ingediend tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, dat volgens de officier hoger zou zijn dan het bedrag dat door de verdediging werd betwist.
De raadsman van V.O.F. Slachterij voerde aan dat het gevorderde bedrag lager zou moeten zijn, omdat het proces-verbaal betrekking had op meerdere leveringen, terwijl slechts drie leveringen in de tenlastelegging waren opgenomen. Daarnaast stelde de raadsman dat er ten onrechte geen rekening was gehouden met de belasting die over de omzet was betaald. De rechtbank oordeelde echter dat de argumenten van de raadsman niet opgingen, verwijzend naar artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en dat belasting niet als kostenpost kon worden aangemerkt die het voordeel zou verminderen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op f. 1.911,-- en V.O.F. Slachterij verplicht tot betaling van dit bedrag aan de Staat. De beslissing werd genomen door de meervoudige economische kamer van de rechtbank, met mr. O.M. de Lange als voorzitter. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier C. van Est en vond plaats tijdens een openbare zitting.