ECLI:NL:RBROE:2000:AA5451
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- O.M. de Lange
- A.W. Ente
- F.R. Soutendijk
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak tegen verdachte
Op 12 april 2000 heeft de meervoudige economische kamer van de Arrondissementsrechtbank te Roermond een beslissing genomen in de zaak tegen [verdachte], geboren in 1949 en wonende te [woonplaats]. De rechtbank heeft in deze zaak het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op f. 49.240,-. De verdachte is verplicht gesteld dit bedrag aan de Staat te betalen. Bij gebreke van volledige betaling kan dit bedrag worden vervangen door hechtenis voor de duur van 180 dagen. Deze beslissing is genomen naar aanleiding van een vordering van de officier van justitie en na het horen van de verdachte, die werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.P.J.C. Heuvelmans. De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder een eerder vonnis van 12 april 2000, waarin de verdachte was veroordeeld voor het medeplegen van overtredingen van de Destructiewet. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld aan de hand van de bewezenverklaring in het eerdere vonnis en het aannemelijk geachte voordeel, zoals weergegeven in het proces-verbaal van het Bureau Financiële Ondersteuning. De rechtbank oordeelt dat de vordering niet voldoende is weersproken door de raadsman van de verdachte, en heeft daarom de vordering toegewezen. De beslissing is gegrond op de artikelen 24d en 36e van het Wetboek van Strafrecht.