ECLI:NL:RBROE:2000:AA5449
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- O.M. de Lange
- A.W. Ente
- F.R. Soutendijk
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak tegen verdachte onder de Destructiewet
In de zaak met parketnummer 04/068176-99 heeft de rechtbank Roermond op 12 april 2000 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die was veroordeeld voor het medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 4 van de Destructiewet. De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder het vonnis van de arrondissementsrechtbank te Roermond, waarin de verdachte was veroordeeld voor het opzettelijk begaan van strafbare feiten. De meervoudige economische kamer van de rechtbank heeft in deze beslissing het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op een bedrag van f. 8.644,--.
De rechtbank heeft de verdachte de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van dit bedrag. Bij gebreke van volledige betaling of verhaal kan deze verplichting worden vervangen door hechtenis voor de duur van 90 dagen. De beslissing is genomen na een hoorzitting op 29 maart 2000, waarbij de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door zijn advocaat, aanwezig waren. De raadsman heeft betoogd dat de prijs die de verdachte heeft betaald voor het magermet niet bijzonder laag was in vergelijking met andere leveringen, en heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het voordeel, zoals vastgesteld in het proces-verbaal van het Bureau Financiële Ondersteuning, aannemelijk is. De rechtbank heeft de maatregel gegrond op de artikelen 24d en 36e van het Wetboek van Strafrecht, en heeft geconcludeerd dat de verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten door middel van de strafbare feiten waarvoor hij was veroordeeld, alsook door soortgelijke feiten.