Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
[bedrijf],
1.de vennootschap onder firma [gedaagde 1] V.O.F.,
[gedaagde 2], vennoot van gedaagde sub 1 en mede handelend onder de naam
[gedaagde 2],
[gedaagde 3], vennoot van gedaagde sub 1,
1.De procedure
2.Samenvatting van de zaak en het tussenvonnis
3.De verdere beoordeling
rechtbank]) en dient dit geheel buiten beschouwing te worden gelaten. Er is naar de mening van [eiser] geen eerlijke procesgang geweest volgens de daarvoor geldende wettelijke regels en leidraden. [eiser] heeft meerdere malen verzocht om benoeming van een andere deskundige.
beidepartijen en zonder
beideadvocaten plaatsgevonden. Het eenzijdig toezenden van de beelden in februari 2024 kan die conclusie evenmin rechtvaardigen. Mr. Blackstone heeft eind februari 2024 zelf om het beeldmateriaal gevraagd, waarna dit door de (administratieve ondersteuning van) de deskundige aan haar is toegezonden. Hoewel aan [eiser] kan worden toegegeven dat dit niet zorgvuldig was van de deskundige, kan uit dit enkele feit geen vooringenomenheid worden afgeleid. Bijkomende omstandigheden die dat anders zouden maken zijn niet gesteld en daarvan is ook anderszins niet gebleken.
Nadat de deskundige het rapport in juli 2024 heeft ingediend bij de rechtbank heeft de rechtbank dit rapport met bijbehorend beeldmateriaal aan beide partijen toegezonden. Vervolgens hebben partijen de mogelijkheid gekregen daarop te reageren en de deskundige daarover te bevragen. Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat partijen, ondanks het niet volgen van de Leidraad door de deskundige, niet in hun belangen zijn geschaad. Op de zitting in augustus 2024 heeft mr. Zoer desgevraagd ook niet kunnen aangeven in welke procedurele belangen [eiser] nog zou zijn geschaad. De rechtbank zal dan ook geen nieuwe deskundige benoemen, zoals [eiser] meerdere malen heeft verzocht. Daarmee komt de rechtbank toe aan de inhoudelijke beoordeling van het deskundigenbericht.
- of daarop letsel te zien is;
[gedaagde 1] deelt deze bezwaren niet. Zij kan zich vinden in het deskundigenrapport en concludeert dat [eiser] niet is geslaagd in het bewijs van de gestelde tekortkoming.
3.9. Het voornaamste bezwaar dat door [eiser] naar voren is gebracht betreft de keuze van de deskundige om bij het onderzoek geen gebruik van een elastogram te maken. [eiser] verwijst daarvoor naar de zienswijze van [naam 3] en [naam 4].
De rechtbank volgt [eiser] daarin niet. De deskundige heeft toegelicht dat hij deze techniek niet heeft gebruikt, omdat hij niet overtuigd is van het gebruik van een elastogram bij paardenpezen. De techniek, die vergeleken met andere technieken relatief nieuw is, is vooral geschikt voor zeer elastische weefsels. Daarom acht de deskundige het maken van een elastogram niet van toegevoegde waarde voor het onderzoek. De rechtbank overweegt dat de deskundige in beginsel zelf bepaalt welke techniek(en) hij bij zijn onderzoek gebruikt. Ter zitting heeft de deskundige zijn keuze duidelijk en overtuigend toegelicht. Daarbij overweegt de rechtbank dat er ook tussen andere deskundigen verschil van mening bestaat over de validiteit van een onderzoek op basis van een elastogram bij peesblessures, zoals wel blijkt uit de door partijen overgelegde verklaringen van [naam 3] en (daartegenover) [naam 6] en [naam 5]. Deze laatste deskundigen wijzen op de beperkingen van een elastogram, die in de humane literatuur zeer uitgebreid worden beschreven en het feit dat deze techniek nog geen wetenschappelijk gevalideerde techniek voor paarden betreft. Dat zowel de deskundige als [naam 5] en [naam 6] niet aannemelijk zouden hebben gemaakt dat conclusies op basis van elastografie onvoldoende wetenschappelijke basis hebben – wat daar ook van zij – is voor het hier uit te voeren onderzoek geenszins vereist. [eiser] heeft daarom onvoldoende aangevoerd om af te wijken van de bevindingen en conclusies van de deskundige. Dat de deskundige voor een andere onderzoekstechniek heeft gekozen dat de partijdeskundigen van [eiser] geeft daarvoor geen aanleiding.
€ 178,00(eventueel te vermeerderen met de kosten van betekening)