Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiseres, een V.O.F., werkzaamheden verricht aan de trekker van gedaagde. Gedaagde heeft de factuur voor deze werkzaamheden, ter hoogte van € 2.117,50, onbetaald gelaten. Hij stelt dat op de factuur niet is vermeld dat de trekker bij het afhalen na de reparatie nog steeds carterdruk had. Eiseres vordert betaling van de factuur, vermeerderd met rente en kosten. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen.
De procedure begon met een dagvaarding en een conclusie van antwoord, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 januari 2025. Gedaagde voerde verweer en stelde dat de reparatie niet deugdelijk was uitgevoerd. Hij voerde aan dat er een mondelinge afspraak was gemaakt over het vermelden van de carterdruk op de factuur, wat niet is gebeurd. Gedaagde vorderde in reconventie een schadevergoeding van € 1.500,00 voor gemaakte kosten.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagde geen geldig beroep op opschorting had gedaan, omdat de mondelinge afspraak niet was komen vast te staan. Ook was niet aangetoond dat de reparatie niet goed was uitgevoerd. De kantonrechter wees de reconventionele vordering van gedaagde af en stelde vast dat gedaagde de factuur moest betalen. Daarnaast werden de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente toegewezen. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten.
Het vonnis werd uitgesproken op 18 februari 2025 door mr. R.F. van Aalst en is uitvoerbaar bij voorraad.