ECLI:NL:RBOVE:2025:909

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 februari 2025
Publicatiedatum
17 februari 2025
Zaaknummer
08-133992-24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door afleiding tijdens het rijden

Op 17 februari 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een beginnend bestuurder, die op 6 september 2023 een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, die met een snelheid van 67 km/u reed, heeft tijdens het rijden zijn mobiele telefoon gebruikt, wat leidde tot een aanrijding met een fietser, [slachtoffer]. De aanrijding vond plaats op de Deldensestraat, waar de verdachte de fietser van achteren raakte. Door de aanrijding heeft [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel opgelopen, waaronder een gebroken bovenbeen, een klaplong, gebroken ribben en een hersenkneuzing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig is aan het veroorzaken van het ongeval door onoplettendheid en onvoorzichtigheid, en heeft hem veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het letsel van het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen eerdere veroordelingen had.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-133992-24 (P)
Datum vonnis: 17 februari 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
3 februari 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J. Klomp, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de door [slachtoffer] voorgedragen slachtofferverklaring.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte als beginnend bestuurder van een personenauto (
primair) een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor aan [slachtoffer] (zwaar) lichamelijk letsel is toegebracht, dan wel (
subsidiair) gevaar op de weg heeft veroorzaakt en het verkeer heeft gehinderd, dan wel (
meer subsidiair) niet in staat was zijn personenauto tijdig tot stilstand te brengen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Hij op of omstreeks 6 september 2023 in de gemeente Borne of de gemeente Delden of de gemeente Hof van Twente, althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van Borne en/of gaande in de richting van Delden, daarmede rijdende over de weg, de Deldensestraat of de Deldenerstraat, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
terwijl hij ter plaatse (zeer) bekend was en/of
terwijl de voorruit van de door verdachte bestuurde personenauto beslagen/bewasemd was en/of
terwijl hij reed op een weg, welke bestond uit een rijbaan bestemd voor verkeer uit beide richtingen en/of voorzien was van rode (fietssuggestie)stroken en/of
terwijl op dezelfde weg een fietser al enige tijd en/of afstand voor hem uit reed,
-in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een mobiel elektronisch apparaat (een mobiele telefoon) heeft vastgehouden en/of de mobiele telefoon meerdere keren heeft gebruikt en/of bediend en/of
-niet of onvoldoende heeft gelet en/of is blijven letten op het direct voor hem gelegen weggedeelte(n) van die weg en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of
-zijn snelheid niet of onvoldoende heeft aangepast aan de (verkeers)situatie ter plaatse en/of in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
-terwijl hij voornoemde voor hem uit rijdende fietser naderde, niet tijdig heeft geremd dan wel anderzijds (sterk) de door hem gereden snelheid heeft verminderd en/of (met hoge snelheid) althans met onverminderde snelheid is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met voornoemde fiets en/of bestuurder van de fiets,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor aan een ander (te weten [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 september 2023 in de gemeente Borne of de gemeente Delden of de gemeente Hof van Twente, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Deldensestraat of de Deldenerstraat,
terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
terwijl hij ter plaatse (zeer) bekend was en/of
terwijl de voorruit van de door verdachte bestuurde personenauto beslagen/bewasemd was en/of
terwijl hij reed op een weg, welke bestond uit een rijbaan bestemd voor verkeer uit beide richtingen en/of voorzien was van rode (fietssuggestie)stroken en/of
terwijl op dezelfde weg een fietser al enige tijd en/of afstand voor hem uit reed,
-in strijd met het gestelde in artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een mobiel elektronisch apparaat (een mobiele telefoon) heeft vastgehouden en/of de mobiele telefoon meerdere keren heeft gebruikt en/of bediend en/of
-niet of onvoldoende heeft gelet en/of is blijven letten op het direct voor hem gelegen weggedeelte(n) van die weg en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of
-zijn snelheid niet of onvoldoende heeft aangepast aan de (verkeers)situatie ter plaatse en/of in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
-terwijl hij voornoemde voor hem uit rijdende fietser naderde, niet tijdig heeft geremd dan wel anderzijds (sterk) de door hem gereden snelheid heeft verminderd en/of (met hoge snelheid) althans met onverminderde snelheid is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met voornoemde fiets en/of bestuurder van de fiets,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 september 2023 in de gemeente Borne of de gemeente Delden of de gemeente Hof van Twente als bestuurder van een voertuig (personenauto rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Deldensestraat of de Deldenerstraat, zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers is hij gebotst tegen althans in aanrijding gekomen met een voor hem uit rijdende fiets en/of bestuurder van de fiets;

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, met dien verstande dat verdachte zeer onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam heeft gereden als gevolg waarvan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, met dien verstande dat verdachte aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam heeft gereden. Ten aanzien van de juridische beoordeling van de ernst van het letsel van [slachtoffer] heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
In de ochtend van 6 september 2023 reed verdachte als bestuurder van een personenauto over de Deldensestraat vanuit Borne in de richting van Delden. Hij zat alleen in de auto. Verdachte was een beginnend bestuurder en ter plaatse zeer bekend.
De Deldensestraat is bestemd voor verkeer uit beide richtingen en bestaat uit een rijbaan die niet is verdeeld in rijstroken. De weg is aan beide zijden voorzien van een rode fietssuggestiestrook. De maximumsnelheid ter plaatse bedraagt 60 kilometer per uur.
Op enige afstand voor de personenauto van verdachte fietste [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]). Zij reed op de fietssuggestiestrook en ging in dezelfde rijrichting als verdachte. Verdachte is met de door hem bestuurde personenauto met onverminderde snelheid van achteren tegen [slachtoffer] aangereden. De aanrijding vond plaats op de grens tussen de gemeente Borne en de gemeente Hof van Twente (waarvan de rechtbank ambtshalve bekend is dat hieronder zowel de plaatsen Delden als Ambt Delden vallen), op de Deldensestraat of de Deldenerstraat.
[slachtoffer] werd na het ongeval naar het ziekenhuis overgebracht. Ten gevolge van het ongeval had zij een breuk in haar linker bovenbeen waaraan zij diezelfde dag geopereerd moest worden. Verder was bij [slachtoffer] sprake van een kleine klaplong, gebroken ribben, een hersenkneuzing en verwondingen aan haar voet en enkel.
In het kader van het onderzoek naar de oorzaak van het ongeval heeft het Team Digitale Opsporing de telefoon van verdachte uitgelezen. Op 6 september 2023 om 07:12:00 werd de telefoon van verdachte verbonden met een carkit. Om 07:12:41 uur werd de telefoon ontgrendeld door middel van gezichtsherkenning. Tussen 07:12:42 uur en 07:12:52 uur was de applicatie Spotify actief. Van 07:12:52 uur tot 07:14:07 uur en van 07:14:37 uur tot 07:14:43 uur was vervolgens de applicatie Snapchat actief. Tussen 07:12:41 uur en 07:14:06 uur werd het scherm van de telefoon 60 keer aangeraakt en tussen 07:11:42 uur en 07:14:37 uur werd het scherm zeven keer gedraaid.
Om 07:15 uur heeft een getuige ter plaatse het alarmnummer 112 gebeld en het verkeersongeval gemeld.
De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan voornoemde bevindingen en stelt gelet op het voorgaande en het feit dat verdachte alleen in de auto zat, vast dat verdachte in de minuten voorafgaand aan het verkeersongeval zijn telefoon heeft vastgehouden en bediend.
Uit de telefoondata komt ook naar voren dat verdachte vlak voor het ongeval met een gemiddelde snelheid van 67 kilometer per uur reed. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat die vastgestelde snelheid juist kan zijn.
Aan zijn schuld te wijten
Om tot bewezenverklaring te kunnen komen van overtreding van artikel 6 Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) is onder meer vereist dat het verkeersongeval aan de schuld van de verdachte te wijten is. Om tot het oordeel te komen dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW 1994 moet in ieder geval sprake zijn van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid, onachtzaamheid en/of onoplettendheid van verdachte. Daarbij is van belang dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin. Gekeken moet worden naar het geheel van gedragingen van verdachte, naar de aard en de concrete ernst van de verkeersovertreding en verder naar de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan.
Vast staat dat verdachte zijn telefoon gedurende langere tijd – meerdere minuten – tijdens het rijden heeft vastgehouden en bediend, tot kort voorafgaand aan het verkeersongeval. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte in de aanloop naar het ongeval zijn aandacht niet voortdurend bij de weg voor hem heeft gehad, waardoor hij [slachtoffer] niet heeft zien fietsen en met onverminderde snelheid – harder dan de maximumsnelheid ter plaatse – van achteren tegen haar is aangereden. Door tijdens het rijden gedurende langere tijd zijn telefoon te gebruiken en niet op de weg voor hem te letten, is verdachte naar het oordeel van de rechtbank ernstig tekortgeschoten in de voorzichtigheid en oplettendheid die van hem als bestuurder van een personenauto mag worden verwacht. Verdachte was bovendien beginnend bestuurder en heeft ter zitting verklaard dat hij de Deldensestraat, mede vanwege de weginrichting, een vervelende en lastige weg om te rijden vond. Deze omstandigheden hadden voor verdachte des te meer reden moeten zijn om zijn aandacht voortdurend bij de weg te houden en zich niet te laten afleiden.
Van een mogelijke andere oorzaak van het ongeval is de rechtbank niet gebleken. Voor zover sprake was van enige vorm van bewaseming van de voorruit in het gedeelte dat niet wordt bereikt door de ruitenwissers, kan dit, gezien het rechte wegverloop en de wegpositie van verdachte ten tijde van het ongeval recht achter [slachtoffer], naar het oordeel van de rechtbank niet hebben bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval.
Gelet op het geheel van de gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval – zoals hiervoor overwogen – is de rechtbank van oordeel dat het ongeval aan verdachte zijn schuld te wijten is, omdat verdachte zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden.
Aard en ernst van het letsel
De rechtbank stelt vast dat het letsel van [slachtoffer] dusdanig ernstig is, dat sprake is van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank zal hierna toelichten waarom. Het hiervoor omschreven letsel van [slachtoffer], dat is veroorzaakt door het ongeval, was van dien aard dat medisch ingrijpen noodzakelijk was. Ter terechtzitting van 3 februari 2025, meer dan 16 maanden na het ongeval, heeft [slachtoffer] verklaard dat zij nog steeds fysieke beperkingen ondervindt door haar beenbreuk en dat zij op termijn nog een operatie moet ondergaan om de titanium pin uit haar bovenbeen te laten verwijderen. Ook de gevolgen van de hersenkneuzing zijn nog altijd aanwezig. Er is nog geen zicht op volledig herstel en er wordt een revalidatietraject in gang gezet. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat het letsel van [slachtoffer] als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend is bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 6 september 2023 in de gemeente Borne of de gemeente Hof van Twente, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van Borne en gaande in de richting van Delden, daarmede rijdende over de weg, de Deldensestraat of de Deldenerstraat, zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij beginnend bestuurder was en
terwijl hij ter plaatse zeer bekend was en
terwijl hij reed op een weg, welke bestond uit een rijbaan bestemd voor verkeer uit beide richtingen en voorzien was van rode fietssuggestiestroken en
terwijl op dezelfde weg een fietser al enige tijd en afstand voor hem uit reed,
-in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een mobiel elektronisch apparaat (een mobiele telefoon) heeft vastgehouden en de mobiele telefoon meerdere keren heeft gebruikt en bediend en
-niet of onvoldoende heeft gelet en is blijven letten op het direct voor hem gelegen weggedeelte van die weg en de verkeerssituatie ter plaatse en
-zijn snelheid niet heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse en in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en
-terwijl hij voornoemde voor hem uit rijdende fietser naderde, niet tijdig heeft geremd dan wel (sterk) de door hem gereden snelheid heeft verminderd en met onverminderde snelheid in aanrijding is gekomen met voornoemde fiets en bestuurder van de fiets,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor aan een ander (te weten [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 175 WVW 1994. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: overtreding van artikel 6 Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, uitgaande van een aanmerkelijke mate van schuld, verzocht om aan verdachte een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, op te leggen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van het feit
Verdachte heeft een ernstig ongeval veroorzaakt ten gevolge waarvan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Verdachte heeft tijdens het rijden zijn mobiele telefoon vastgehouden en bediend en is daardoor zodanig afgeleid geweest dat hij [slachtoffer], die voor hem fietste, niet heeft gezien. Hij is met onverminderde snelheid van achteren tegen haar aan gereden. Verdachte heeft daarmee een onverantwoord risico genomen en [slachtoffer] wordt tot op de dag van vandaag met de gevolgen daarvan geconfronteerd. Uit de door haar voorgedragen slachtofferverklaring blijkt dat zij nog elke dag pijn ervaart en snel overprikkeld is, waardoor zij in haar sociale leven aanzienlijk wordt beperkt. Het is haar droom om te werken bij Defensie, maar door haar fysieke beperkingen als gevolg van het ongeval is dit tot op heden nog niet gelukt. Het is de vraag of dit ooit nog zal lukken.
Persoon van verdachte
Bij de strafbepaling houdt de rechtbank ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Verdachte lijkt moeite te hebben om onder ogen te zien dat zijn telefoongebruik de oorzaak is geweest van een ernstig verkeersongeval. Echter heeft hij er ter terechtzitting blijk van gegeven dat de gevolgen van het verkeersongeval hem erg hebben aangegrepen en dat hij zich verantwoordelijk voelt voor het letsel van [slachtoffer]. Hoewel de gevolgen van het verkeersongeval ernstig zijn, moet niet uit het oog worden verloren dat verdachte deze gevolgen zelf nooit heeft gewild.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 9 januari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. De rechtbank weegt dit dan ook niet mee bij de op te leggen straf.
De op te leggen straf of maatregel
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de oriëntatiepunten voor straftoemeting en de afspraken van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen en waarbij sprake is van ernstige schuld is het uitgangspunt een taakstraf van 160 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een jaar. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, in het bijzonder zijn jeugdige leeftijd, maar ook vanuit het oogpunt van speciale preventie ziet de rechtbank aanleiding om enigszins van voornoemd oriëntatiepunt af te wijken. De rechtbank zal een gedeelte van de ontzegging van de rijbevoegdheid voorwaardelijk opleggen met daaraan gekoppeld een lange proeftijd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient verdachte ervan te weerhouden om opnieuw een (verkeersgerelateerd) strafbaar feit te plegen.
Alles afwegende acht de rechtbank het passend en geboden dat aan verdachte wordt opgelegd een taakstraf voor de duur van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d Wetboek van Strafrecht en op artikel 179 WVW 1994.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
160 (honderdzestig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
80 (tachtig) dagen;
-
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat van deze ontzegging een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
-stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P. Heisterkamp, voorzitter, mr. R.A. Heblij en
mr. M.S. de Waard, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.A.B. Kroeze, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2025.
Mr. Heblij is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023409516. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 februari 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Op 6 september 2023 reed ik in mijn auto op de Deldensestraat. Ik kwam uit de richting van Borne en ging richting Delden. Het klopt dat dit een weg is met een rijbaan en aan beide kanten een fietssuggestiestrook. Ik rijd die route dagelijks, dus ik ben daar bekend. Het kan kloppen dat ik op dat moment 67 kilometer per uur reed. Ik had [slachtoffer] helemaal niet gezien, dus ik heb niet gereageerd door te remmen voordat de klap plaatsvond.
2.
Het proces-verbaal aanrijding misdrijf van 18 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 6-8):
Ongeval
Datum: 6 september 2023
Adres: Deldensestraat
Betrokkene 1
Voertuig: personenauto
Bestuurder: [verdachte]
Datum eerste afgifte rijbewijs: 7 maart 2022, beginnende bestuurder
Betrokkene 2
Voertuig: fiets
Bestuurder: [slachtoffer]
3.
Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant
[verbalisant 1], van 18 juli 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 1-2):
In het programma genaamd Politie Atlas, het meest recente en actuele landkaartenprogramma voor ons beschikbaar, kan de ongeval locatie op drie verschillende manieren aangeduid worden:
1. Deldensestraat, Borne
2. Deldensestraat, Delden
3. Deldenerstraat, Ambt Delden

4.

Het proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] van
14 september 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 52):
Op 6 september 2023 om ongeveer 07:15 uur fietste ik op mijn fiets op de Deldenerstraat te Borne. Ik fietste in de richting van Delden en kwam uit de richting van Borne. Ik fietste op de fietsstrook die bestemd is voor fietsers.
Op een gegeven moment werd ik door een auto van achteren aangereden. Ik voelde direct pijn aan mijn been.

5.

Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2], van 20 februari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 34):

Ik zag dat de getuige [getuige] op woensdag 6 september 2023 om 07:15 uur naar het alarmnummer had gebeld.

6.

Het proces-verbaal van onderzoek, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3], van 27 februari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 67):

Ik ben op 6 september 2023 een onderzoek gestart naar het gebruik van de telefoon
van verdachte [verdachte] ten tijde van het ongeval.
Bij binnenkomst van de telefoon bij Team Digitale Opsporing heb ik het toestel een sysdiagnose laten maken waaruit ik de volgende bevindingen kon doen waarbij alle genoemde tijden zijn weergegeven in de lokale tijd:
  • Telefoon wordt op 06-09-2023 om 07:12:00 verbonden middels bluetooth aan een “carkit” met de naam "CarBT".
  • Om 2023-09-06 07:12:41 wordt de telefoon ontgrendeld doormiddel van gezichtsherkenning.
  • Van 6-9-2023 07:12:42 tot 6-9-2023 07:12:52 is Spotify actief. Hierna wordt Snapchat geactiveerd om 6-9-2023 07:12:52. Snapchat blijft actief tot 6-9-2023 07:14:07, waarna het opnieuw actief is tussen 6-9-2023 07:14:37en 6-9-2023 07:14:43.
  • Op verschillende momenten wordt het scherm gedraaid:
1. 2023-09-06 07:11:42 (PortraitUpsideDown to FaceUp)
2. 2023-09-06 07:12:40 (FaceUp to Portrait)
3. 2023-09-06 07:12:59 (Portrait to LandscapeLeft)
4. 2023-09-06 07:13:21 (LandscapeLeft to Portrait)
5. 2023-09-06 07:14:07(Portrait to FaceUp)
6. 2023-09-06 07:14:37(FaceUp to PortraitUpsideDown)
7. 2023-09-06 07:14:37(PortraitUpsideDown to FaceUp)
  • Tussen 2023-09-06 07:12:41 en 2023-09-06 07:14:06 wordt het scherm 60 keer aangeraakt
  • Op het stuk voor het ongeval verplaatst de telefoon van: 06-09-2023 07:13:23 (52.296247, 6.748411) naar 06-09-2023 07:13:43 (52.293657, 6.744988). Dit is 373 meter en dat geeft de gemiddelde snelheid van 67,14 KMh binnen de bebouwde kom.

7. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 16 november 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 94):

V: zat je alleen in de auto?
A: Ja

8.

Het proces-verbaal FO-verkeer van 10 november 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 69-89):

De onderzoekslocatie was op de Deldenerstraat, gelegen buiten de als zodanig aangegeven bebouwde kom van Borne in de gemeente Borne.
Wegsituatie
[Afbeelding]
Ter hoogte van het verkeersongeval bestond uit 1 rijstrook, bestemd voor verkeer in tegengestelde richtingen.
Interpretatie sporen
Het is zeer aannemelijk dat de personenauto na het ongeval heeft geremd.
De rijrichtingen zijn door ons vastgesteld aan de hand van de sporen, de schades en de eindposities van de betrokken voertuigen. Deze sporen en de schades waren passend bij het scenario dat beide voertuigen uit de richting van Borne kwamen en reden in de richting van Delden.
Met gebruikmaking van de schades aan de betreffende voertuigen, werden de voertuigen tegen elkaar gepositioneerd. Hierdoor werd duidelijk hoe de voertuigen zich ongeveer ten opzichte van elkaar bevonden op het moment van het verkeersongeval.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Met gebruikmaking van de positie van het bandenspoor, afgetekend door het rechter voorwiel van de personenauto, werd de personenauto op de plaats van het verkeersongeval geplaatst. Hierdoor werd duidelijk waar het voertuig bij benadering had gereden op het moment van botsen. Hieruit bleek ons dat de personenauto over de fietssuggestiestrook reed.
Interpretatie bevindingen
Op de Deldenerstraat reden een fiets en een personenauto uit de richting van Borne en gaande in de richting van Delden. Beide voertuigen reden op dezelfde weghelft. Ter hoogte van het viaduct over de rijksweg A35 reed de personenauto met zijn rechter voorzijde tegen de achterzijde van de fiets. De fietser raakte ten val en de fiets werd overreden.
Gezien de positie op de weg van de fiets uiterst rechts moet zijn geweest en de eerste bandensporen op de fietssuggestiestrook werden aangetroffen en wij hebben vastgesteld dat er goed zicht was moet de oorzaak waarschijnlijk worden gezocht in afleiding bij de bestuurder van de personenauto.
Ten gevolge van het verkeersongeval heeft de bestuurster van de fiets zwaar letsel opgelopen.

9.

Het fotoblad inhoudende de medische informatie van [slachtoffer] (p. 59):

[Afbeelding]
10.
Een schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344, eerste lid onder 5, Wetboek van Strafvordering, te weten de schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 6 september 2023 werd ik op de Deldensestraat van achteren aangereden. De ambulanceverpleegkundigen hebben ter plekke mijn bovenbeen, die in een hoek van 90 graden lag, recht moeten zetten omdat er geen doorbloeding meer naar mijn onderbeen was. Ik ben met spoed naar het MST (de rechtbank begrijpt: het Medisch Spectrum Twente) in Enschede vervoerd, waar ik die dag geopereerd ben aan mijn been.
Naast een gebroken bovenbeen bleek ik ook een gedeeltelijke klaplong, gebroken ribben, diepe wonden op mijn enkel en voet en een hersenkneuzing te hebben.
Een jaar later ervaar ik nog steeds veel klachten die mijn dagelijks leven belemmeren. Het vooruitzicht dat dit zich in de nabije toekomst oplost is klein. De breuk heeft ervoor gezorgd dat ik lange tijd niet normaal heb kunnen lopen en mijn mobiliteit ernstig beperkt was. Hoewel het bot inmiddels hersteld is, merk ik dat ik nog steeds pijn ervaar, vooral bij langdurig staan of lopen. Ik ben onbewust andere delen van mijn lichaam gaan belasten, wat nu leidt tot nieuwe klachten als pijn in mijn rug, nek en schouders. Deze pijn is constant aanwezig. Mijn hersenkneuzing heeft als effect dat ik snel hoofdpijn heb, vergeetachtig ben, concentratieproblemen heb en snel overprikkeld ben. Mijn klachten zijn niet tijdelijk. Binnenkort start ik met een revalidatietraject bij het Roessingh, een specialistisch centrum voor revalidatie. Ook moet ik nogmaals een operatie ondergaan om de titanium pin uit mijn bovenbeen te laten halen.